Lezersrecensie
Veelbelovend eerste deel van de ‘Liefdesstreken’-serie
In Korenveld, het eerste deel van de ‘Liefdesstreken’-serie van Karin de Graaff, speelt Renate de hoofdrol. Ze heeft zich door haar vriend Anthonie, een yup van het zuiverste water, laten overhalen om de Randstad achter zich te laten en samen te verhuizen naar een klein dorpje op het platteland. Ze voelt zich er al snel thuis en sluit vriendschap met de dorpsbewoners. Uitzondering is Mats, voluit Jean Matthieu baron van Paveren toe Hynendael. In haar ogen een arrogante bal die denkt dat hij als bewoner van landgoed de Elselaer over het dorp kan heersen. Mats op zijn beurt ziet haar als een betweterige westerling die hij ook liever links laat liggen. Maar in een klein dorp is het praktisch onmogelijk om elkaar te ontwijken.
Het verhaal wordt verteld in wisselend perspectief door Renate en Mats, waardoor je ze van verschillende kanten leert kennen. Al snel kom je er achter dat de werkelijkheid niet schort met hoe ze elkaar zien. Mats is allesbehalve een arrogante bal. Die kwalificatie past veel beter bij Anthonie. Een verschrikkelijke blaaskaak die luid schreeuwend Renates vrienden beledigt en bijna een karikatuur is van de westerling die naar het platteland verhuist en zich daar over alles gaat beklagen. Je snapt dat ook niet hoe de goedaardige Renate het met deze man uithoudt en zich blijft plooien naar zijn onberekenbare gedrag. Wat onbeschoftheid betreft kan hij wedijveren met de hautaine Marie Christine, Mats zus, die zich verheven voelt boven het ‘gepeupel’.
Naast de tot de verbeelding sprekende hoofdpersonen voert De Graaff leuke en kleurrijke bijpersonages op: buurvrouw Egberdien, haar artistieke dochter Pien die als fotograaf de hele wereld over reist en tussendoor tot rust komt bij haar moeder, de vriendelijke Hubert, die werkt op het landgoed, boer Thijs en zijn echtgenote Inge, de uitbaatster van lunchroom Downtown: een dagbesteding voor mensen met een beperking, waar Renate daar een paar dagen per week in de keuken gaat werken. Met deze diversiteit aan personages geeft de auteur een mooie doorsnede van de samenleving.
Het is een feelgood roman, maar De Graaff gaat zwaardere thema’s niet uit de weg. Met een onverwachte plotwending brengt ze een stuk emotie in het verhaal dat je met een brok in je keel verder doet lezen. De auteur heeft een soepele en beeldende schrijfstijl waarmee ze een boeiend kijkje geeft in het hechte dorpsleven, dat zowel beschermend maar soms ook benauwd kan aanvoelen, en ze je de waarde laat zien van het ‘noaberschap’ waarmee mensen zich om elkaar bekommeren.
Het ligt voor de hand dat Mats en Renate uiteindelijk een happy end gaan beleven, maar voor het zover is zijn er nog heel wat hobbels te nemen, waarbij zowel Marie Christine als Anthonie er alles aan doen om het ‘happily ever after’ te voorkomen.
Dit eerste deel van de serie smaakt zeker naar meer. Ik heb er met volle teugen van genoten!
Het verhaal wordt verteld in wisselend perspectief door Renate en Mats, waardoor je ze van verschillende kanten leert kennen. Al snel kom je er achter dat de werkelijkheid niet schort met hoe ze elkaar zien. Mats is allesbehalve een arrogante bal. Die kwalificatie past veel beter bij Anthonie. Een verschrikkelijke blaaskaak die luid schreeuwend Renates vrienden beledigt en bijna een karikatuur is van de westerling die naar het platteland verhuist en zich daar over alles gaat beklagen. Je snapt dat ook niet hoe de goedaardige Renate het met deze man uithoudt en zich blijft plooien naar zijn onberekenbare gedrag. Wat onbeschoftheid betreft kan hij wedijveren met de hautaine Marie Christine, Mats zus, die zich verheven voelt boven het ‘gepeupel’.
Naast de tot de verbeelding sprekende hoofdpersonen voert De Graaff leuke en kleurrijke bijpersonages op: buurvrouw Egberdien, haar artistieke dochter Pien die als fotograaf de hele wereld over reist en tussendoor tot rust komt bij haar moeder, de vriendelijke Hubert, die werkt op het landgoed, boer Thijs en zijn echtgenote Inge, de uitbaatster van lunchroom Downtown: een dagbesteding voor mensen met een beperking, waar Renate daar een paar dagen per week in de keuken gaat werken. Met deze diversiteit aan personages geeft de auteur een mooie doorsnede van de samenleving.
Het is een feelgood roman, maar De Graaff gaat zwaardere thema’s niet uit de weg. Met een onverwachte plotwending brengt ze een stuk emotie in het verhaal dat je met een brok in je keel verder doet lezen. De auteur heeft een soepele en beeldende schrijfstijl waarmee ze een boeiend kijkje geeft in het hechte dorpsleven, dat zowel beschermend maar soms ook benauwd kan aanvoelen, en ze je de waarde laat zien van het ‘noaberschap’ waarmee mensen zich om elkaar bekommeren.
Het ligt voor de hand dat Mats en Renate uiteindelijk een happy end gaan beleven, maar voor het zover is zijn er nog heel wat hobbels te nemen, waarbij zowel Marie Christine als Anthonie er alles aan doen om het ‘happily ever after’ te voorkomen.
Dit eerste deel van de serie smaakt zeker naar meer. Ik heb er met volle teugen van genoten!
1
Reageer op deze recensie