Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Beverly Hills 9021Psych0 of: de come back van een bratpacker

Henri Osewoudt 23 juni 2023
Lang leek Bret Easton Ellis voorgoed verloren voor de fictie. Dit gebeurt waarschijnlijk vaker dan wij als lezers vermoeden. Schrijven is niet iets wat je doet, schrijver is wat je bent. Het lijkt zo onlosmakelijk onderdeel van de identiteit te zijn, dat het niet overdreven is te stellen dat schrijvers, gelijk oude soldaten, niet zozeer stoppen als wel geleidelijk uitdoven. Het nieuwste boek van een auteur wordt onopgemerkt diens laatste. Hij of zij schrijft allicht nog voort, maar het manuscript blijft onvoltooid en anders wordt het misschien geweigerd door de uitgever. Soms divergeren de wegen zich meer volgens het principe van de geleidelijkheid: de steeds ijlere boeken van Don Delillo bijvoorbeeld; de literair alles verzengende rode reus die implodeert tot een koele, witte dwerg. Andere schrijvers nemen de afslag naar het essayerend proza (Wolkers bijvoorbeeld) en een enkeling verkiest het kronkelige pad dat leidt naar onherbergzame oorden van hermetisch proza waar slechts enkele lezers bereid en in staat zijn te volgen (Joyce bijvoorbeeld, of Nabokov). Bret Easton Ellis behoort niet alleen tot de weinige auteurs die het afscheid van de fictie vrijmoedig, zonder wenen of geknars van tanden aankondigden (in de essaybundel Wit) maar ook tot het zeer selecte gezelschap die op hun schreden terugkeerden.

Eerlijk gezegd leek Ellis ook wel klaar. Met twee boeken (Less than Zero en American Psycho) had hij, begin twintig nog maar, de tijdgeest genadeloos weten te vatten. Glamorama voelde echter als meer van hetzelfde terwijl de tijden toch echt anders voelden en zo werd BEE nog maar nauwelijks halverwege de dertig een opgebrande has been. Er verscheen nog een vervolg op American Psycho (Lunar Park) en op Less than Zero (Imperial Bedrooms) die zo hun momenten hadden, maar waar toch de onwelriekende walm van wanhopig hard proberen en teren op vergane glorie overheen hing. Uiteraard zat helemaal niemand te wachten op een vervolg op Glamorama en zag Ellis kennelijk zelf ook in dat hij nog te jong was om zijn eigen fanfictie te blijven produceren, dus begon hij een podcast, betrok stellingen in de culture wars en verleende medewerking aan een opera/musicalversie van American Psycho, een onderneming die alleen maar nog meer nineties had kunnen zijn als Alanis Morissette de muziek ervoor had geschreven.

En toen was er opeens Scherven. Geen vervolg, maar een prequel dit keer. Een soort van dan toch. In een machtig, hypnotiserend geschreven brok autobiometafictie voert Ellis ons namelijk mee terug naar 1981. Bret is zeventien, scholier en schrijft aan wat Less than Zero gaat worden. Hoewel, het is een wonder dat hij tussen alle seks (plichtmatig met zijn vriendin, merkbaar enthousiaster met mannelijke klasgenoten) en drugs (valium, ludes, marihuana en af en toe wat lijntjes coke) door nog iets gedaan krijgt. Ouders zijn grotendeels afwezig en in materieel opzicht ontbreekt het niemand aan iets. Dit heerlijk hedonistische laatste schooljaar van Bret en zijn sociale cirkel wordt echter opgeschud als er een seriemoordenaar (de Trawler) opduikt terwijl bijna gelijktijdig een nieuwe leerling instroomt. De verontrustend knappe Robert Mallory. Bret ziet verbanden, maar zijn die een product van zijn verhitte schrijversverbeelding of is hij als observator juist opmerkzamer dan zijn vooral op zichzelf gerichte klasgenoten? Hoewel het verhaal zich dus in de jaren tachtig afspeelt, ademt het eindresultaat, een mengeling van Beverly Hills 90210 en Henry, Portrait of a Serial Killer (met misschien wat script doctoring door Karl Ove Knausgard) juist bij uitstek de nineties. Het voelt zo jaren negentig dat zelfs Alanis Morissette het niet nog meer nineties zou kunnen maken.

De lezer geboren rond of na 1981 die de wereld die Ellis beschrijft als vreemd en exotisch ervaart, kan ik geruststellen: als generatiegenoot van de schrijver heb ik dat ook. Dat zal deels het verschil zijn tussen met een Mercedes 450 SL cabrio over de Pacific Coast Highway cruisen of in FRAM bus Lijn 71 over de Harlingerstraatweg sukkelen, maar het gaat verder dan dat. De mentaliteit die hij schetst, het cynisme en de desinteresse, afstomping als esthetica, stak in Europa pas de kop op toen de Muur was gevallen en generatie X in grote getale van HBO en universiteit kwam. In de pre-internettijd liep Amerika misschien tien jaar voor op de rest van de wereld, maar in de geprivilegieerde bubbel van Ellis en consorten zal de boodschap dat er niets meer te bevechten viel, alleen maar te consumeren, allicht ook eerder, duidelijker en bereidwilliger zijn gehoord dan in andere kringen. En de lezer dient natuurlijk beducht te zijn voor de mogelijkheid dat Ellis overdrijft, de verschillen extra uitvergroot om generatie Z te trollen en punten te scoren in de cultuurstrijd.

Onder het koele, ritmisch registrerend proza kolkt niettemin een onderstroom van verlies en verlangen dat verder gaat dan vrijblijvende nostalgie of jeugdsentiment. Het is een wereld met lege freeways en drukke malls, een wereld vrij van beveiligingscamera’s en DNA matches zodat seriemoordenaars ongehinderd aan hun cv en legende kunnen werken, waar iedereen weet dat de countryclub antisemitisch is en niemand dat interesseert. De latina hulp in de huishouding blijft nadrukkelijk een bijfiguur en als Ellis door zijn schoonvader wordt geweinsteind, haalt hij demonstratief zijn schouders daarover op. Misschien levert het hem nog iets op, maar zo niet dan is hij een ervaring rijker.

Als tijdsbeeld en ook als toevoeging aan de rijke LA noir traditie, voldoet De Scherven ruimschoots aan alle verwachtingen die je als (Bret Easton Ellis)lezer zou kunnen hebben. Alles wat Ellis aan cultuuruiting ziet, leest of hoort wordt keurig, haast dwangmatig gecatalogiseerd (de totale speellijst op Spotify beslaat bijna tien uur) waarbij de themasong waarschijnlijk niet de kitscherige ingehouden dreiging van Rider on the Storm is, maar veeleer het onderkoelde melodrama van Vienna (Ultravox). Zelden zo betoogt Ellis overtuigend, wrongen vorm en inhoud zo volmaakt als de machteloze pathos waarmee de regel ‘This means nothing to me’ wordt gezongen. Merkwaardigerwijs komen boeken er dan weer bekaaider vanaf dan je van een aanstormend schrijver zou verwachten. Ellis leest alles van Stephen King (Cujo bestormde de bestsellerlijst in 81) en naast de voor school verplichte Updike en Vonnegut, krijgt alleen de White Album van Joan Didion een eervolle vermelding als vormende invloed op de jonge auteur.

Hoewel de roman nergens inzakt, zit hij wel erg ruim in zijn vel. De zeshonderd pagina’s slobberen royaal om het op zich boeiende verhaal en vooral in de tweede helft zit veel te veel oppervlakkig highschooldrama om de excessieve lengte te rechtvaardigen. Gelukkig doet dit niet af aan de schokkende twist die Ellis op het einde in petto heeft en al met al is dit een onverholen triomf voor een schrijver die nog maar enkele jaren geleden door iedereen, niet in de laatste plaats zichzelf als af- en uitgeschreven werd beschouwd.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.