Lezersrecensie
De nacht heeft ons gedoogd
Wat vanaf de eerste pagina opvalt (of moet ik zeggen: al direct vanaf de kaft van het boek) is de prachtige verwevenheid van vorm en inhoud. Hoeveel aandacht is daar niet aan besteed? Complimenten.
Het taalgebruik vind ik heerlijk, met hier en daar de typisch Belgische afwijkingen van het Nederlands. Poëtische zinnen en indrukwekkende – want nooit afgezaagde – metaforen.
Ik ben niet direct een connaisseur van gedichten maar de tussen de hoofdstukken verweven juweeltjes vind ik erg mooi. Deze leg ik hier even vast:
“De nacht heeft ons gedoogd
en aan de dag gelegd”
In de huidige tijd lijkt zingeving voor velen (veel jongeren) verder weg dan ooit. Een schier onmogelijk queeste die helaas soms eindigt in een doodswens. Vanhauwaert kiest ervoor om Aline, op enkele korte scènes na, op een ingetogen manier te schetsen, haar doodswens een zwijgend maar stil vlammend vuur. Naar buiten toe een lamlendige lusteloosheid die geen grenzen kent waarbij Aline zich vast lijkt te klampen aan de dubbel zo oude May. Voor de lezer vergt dat het nodige doorzettingsvermogen en vraag je je regelmatig af waarom iemand van veertig met een redelijk stabiel bestaan zich zo laat meesleuren. Je wilt May door elkaar schudden en toeschreeuwen: laat het los!
Een minpuntje voor mij is het gebruik van humor. Een handvol haast absurdistische beschrijvingen vallen uit de toon. Soms kan humor werken als hefboom waardoor depressiviteit nog erger lijkt. Soms kan humor het zwartgallige juist onschadelijk maken. Soms is humor mislukt en daarmee ongepast.
Naar het einde toe ontstaat steeds meer de vraag: wie klampt zich eigenlijk aan wie vast? Wie leeft of sterft bij de gratie van wie? En hebben we niet allemaal in meer of minder mate een doodswens? Het boek maakt een 180 graden draai en nodigt de lezer eigenlijk uit om nog een keer helemaal van voren af aan te beginnen.
Misschien doe ik dat nog wel een keer.
Het taalgebruik vind ik heerlijk, met hier en daar de typisch Belgische afwijkingen van het Nederlands. Poëtische zinnen en indrukwekkende – want nooit afgezaagde – metaforen.
Ik ben niet direct een connaisseur van gedichten maar de tussen de hoofdstukken verweven juweeltjes vind ik erg mooi. Deze leg ik hier even vast:
“De nacht heeft ons gedoogd
en aan de dag gelegd”
In de huidige tijd lijkt zingeving voor velen (veel jongeren) verder weg dan ooit. Een schier onmogelijk queeste die helaas soms eindigt in een doodswens. Vanhauwaert kiest ervoor om Aline, op enkele korte scènes na, op een ingetogen manier te schetsen, haar doodswens een zwijgend maar stil vlammend vuur. Naar buiten toe een lamlendige lusteloosheid die geen grenzen kent waarbij Aline zich vast lijkt te klampen aan de dubbel zo oude May. Voor de lezer vergt dat het nodige doorzettingsvermogen en vraag je je regelmatig af waarom iemand van veertig met een redelijk stabiel bestaan zich zo laat meesleuren. Je wilt May door elkaar schudden en toeschreeuwen: laat het los!
Een minpuntje voor mij is het gebruik van humor. Een handvol haast absurdistische beschrijvingen vallen uit de toon. Soms kan humor werken als hefboom waardoor depressiviteit nog erger lijkt. Soms kan humor het zwartgallige juist onschadelijk maken. Soms is humor mislukt en daarmee ongepast.
Naar het einde toe ontstaat steeds meer de vraag: wie klampt zich eigenlijk aan wie vast? Wie leeft of sterft bij de gratie van wie? En hebben we niet allemaal in meer of minder mate een doodswens? Het boek maakt een 180 graden draai en nodigt de lezer eigenlijk uit om nog een keer helemaal van voren af aan te beginnen.
Misschien doe ik dat nog wel een keer.
1
Reageer op deze recensie