Lezersrecensie
I see dead people
De verrassende samenwerking tussen de bestseller auteur Nicholas Sparks en de regisseur M. Night Shyamalan heeft gezorgd voor een zacht bovennatuurlijk verhaal over eenzaamheid, verlies en een liefde zonder toekomst. Sparks heeft vermoedelijk gezorgd voor een overvloed aan romantiek, M. Night Shyamalan waarschijnlijk voor 'I see dead people’ gedeelte en mogelijk samen hebben ze het verhaal ongelooflijk visueel gemaakt. Het is nu al een film die je leest.
Wanneer Tate arriveert op Cape Cod, heeft hij twee doelstellingen: het ontwerpen en bouwen van een zomerhuis voor zijn beste vriend Oscar en zijn familie en zowel fysiek als lichamelijk herstellen van het verlies van zijn innig geliefde zuster en daaraan aansluitende maandenlange verblijf in een psychiatrische inrichting. De ongelooflijke natuurschoonheid van Cape Cod en het verblijf in een statig en authentiek B&B lijken inderdaad een positieve uitwerking te hebben op Tate. Hij voelt zich sterker en beter in staat om zijn eigen demonen te bestrijden.
Als hij op een ochtend een onbekende jongedame aantreft in de woonkamer van de B&B denkt hij dat het om een nieuwe gast gaat. Hij vindt het vreemd dat hij niet op de hoogte was gesteld van het feit dat hij niet de enige gast was, maar vindt het verder wel in orde, des te meer dat hij zeer onder de indruk raakt van de onbekende vrouw. Ze komt regelmatig op bezoek en Tate raakt steeds verder in haar ban. Zijn verliefdheid is wederzijds, maar Tate realiseert zich gaandeweg dat er een aantal dingen niet kloppen aan zijn bezoekster. Hij spreekt over haar met de beheerders van B&B, met mensen in het dorp en met zijn beste vriend Oscar en het wordt steeds duidelijker: ondanks het feit dat de meeste mensen haar gekend hebben, is hij de enige die haar nu ziet. De mooie Wren is namelijk twee jaar geleden bij een ongeluk om het leven gekomen.
Het verhaal heeft zijn tekortkomingen. Het is wat langdradig en heeft weinig actie. Het contact tussen Tate en Wren is logischerwijs beperkt tot elkaar beter leren kennen door langdurige gesprekken, herinneringen, leeswerk, verwijzingen naar poëzie, spelletjes en uitdagingen wat op den duur sterk herhalend is. Het is bepaald niet eenvoudig om de (ontluikende) liefde tussen een man en een geestverschijning weer te geven. Ik ben het maar een keer eerder tegengekomen, in de roman van de Nederlandse auteur van horrorliteratuur Catherine Duval, De geliefde demon uit 1980. Het is voornamelijk de zachte, geduldige tederheid van het verhaal dat je steeds verder laat lezen. Het is een verrassend ontroerende feit van een kansloze liefde, zonder toekomst of hoop, zonder vervolg en vervulling, dat de lezer raakt.
Voor mij persoonlijk resoneert de zin ‘Ik heb vannacht over Wren gedroomd’ iets te veel naar ‘Vannacht droomde ik dat ik weer naar Manderley ging’ , de iconische eerste zin uit Rebecca.
Ook in de sfeer van Blijf bij me vond ik dezelfde dromerigheid, restanten van een aanwezigheid van iemand die er lang niet meer is en van de vervlogen gevoelens zoals in de magistrale Rebecca van Daphne du Maurier.
Het verhaal komt in een stroomversnelling wanneer blijkt dat er een geheim kleeft aan de dood van Wren en Tate laat geen middel ongebruikt om er achter te komen wat het geheim is. Ook hier moet opgemerkt worden dat een aandachtige lezer al heel snel doorheeft hoe het een en ander in elkaar steekt. Ook de uiteindelijke ontknoping ziet men al van verre aankomen. De genoemde simpliciteit is wel een beetje verrassend, in aanmerking genomen dat het hier gaat om het werk van Nicholas Sparks die de wereld de onvergetelijke The Horse Whisperer heeft nagelaten en om M. Night Shyamalan die echt wel weet wat suspense en horror zijn. Een hoop gemiste kansen.
Wat ondanks de tekortkomingen overeind blijft, is de romantiek. De hoop op een nieuwe start, in het leven en in de liefde. Het eindeloos menselijk vermogen om opnieuw en steeds weer lief te hebben. En zo’n gedachte maakt het boek dan toch weer waard om te lezen, zeker in de donkere tijden waarin we leven.
Wanneer Tate arriveert op Cape Cod, heeft hij twee doelstellingen: het ontwerpen en bouwen van een zomerhuis voor zijn beste vriend Oscar en zijn familie en zowel fysiek als lichamelijk herstellen van het verlies van zijn innig geliefde zuster en daaraan aansluitende maandenlange verblijf in een psychiatrische inrichting. De ongelooflijke natuurschoonheid van Cape Cod en het verblijf in een statig en authentiek B&B lijken inderdaad een positieve uitwerking te hebben op Tate. Hij voelt zich sterker en beter in staat om zijn eigen demonen te bestrijden.
Als hij op een ochtend een onbekende jongedame aantreft in de woonkamer van de B&B denkt hij dat het om een nieuwe gast gaat. Hij vindt het vreemd dat hij niet op de hoogte was gesteld van het feit dat hij niet de enige gast was, maar vindt het verder wel in orde, des te meer dat hij zeer onder de indruk raakt van de onbekende vrouw. Ze komt regelmatig op bezoek en Tate raakt steeds verder in haar ban. Zijn verliefdheid is wederzijds, maar Tate realiseert zich gaandeweg dat er een aantal dingen niet kloppen aan zijn bezoekster. Hij spreekt over haar met de beheerders van B&B, met mensen in het dorp en met zijn beste vriend Oscar en het wordt steeds duidelijker: ondanks het feit dat de meeste mensen haar gekend hebben, is hij de enige die haar nu ziet. De mooie Wren is namelijk twee jaar geleden bij een ongeluk om het leven gekomen.
Het verhaal heeft zijn tekortkomingen. Het is wat langdradig en heeft weinig actie. Het contact tussen Tate en Wren is logischerwijs beperkt tot elkaar beter leren kennen door langdurige gesprekken, herinneringen, leeswerk, verwijzingen naar poëzie, spelletjes en uitdagingen wat op den duur sterk herhalend is. Het is bepaald niet eenvoudig om de (ontluikende) liefde tussen een man en een geestverschijning weer te geven. Ik ben het maar een keer eerder tegengekomen, in de roman van de Nederlandse auteur van horrorliteratuur Catherine Duval, De geliefde demon uit 1980. Het is voornamelijk de zachte, geduldige tederheid van het verhaal dat je steeds verder laat lezen. Het is een verrassend ontroerende feit van een kansloze liefde, zonder toekomst of hoop, zonder vervolg en vervulling, dat de lezer raakt.
Voor mij persoonlijk resoneert de zin ‘Ik heb vannacht over Wren gedroomd’ iets te veel naar ‘Vannacht droomde ik dat ik weer naar Manderley ging’ , de iconische eerste zin uit Rebecca.
Ook in de sfeer van Blijf bij me vond ik dezelfde dromerigheid, restanten van een aanwezigheid van iemand die er lang niet meer is en van de vervlogen gevoelens zoals in de magistrale Rebecca van Daphne du Maurier.
Het verhaal komt in een stroomversnelling wanneer blijkt dat er een geheim kleeft aan de dood van Wren en Tate laat geen middel ongebruikt om er achter te komen wat het geheim is. Ook hier moet opgemerkt worden dat een aandachtige lezer al heel snel doorheeft hoe het een en ander in elkaar steekt. Ook de uiteindelijke ontknoping ziet men al van verre aankomen. De genoemde simpliciteit is wel een beetje verrassend, in aanmerking genomen dat het hier gaat om het werk van Nicholas Sparks die de wereld de onvergetelijke The Horse Whisperer heeft nagelaten en om M. Night Shyamalan die echt wel weet wat suspense en horror zijn. Een hoop gemiste kansen.
Wat ondanks de tekortkomingen overeind blijft, is de romantiek. De hoop op een nieuwe start, in het leven en in de liefde. Het eindeloos menselijk vermogen om opnieuw en steeds weer lief te hebben. En zo’n gedachte maakt het boek dan toch weer waard om te lezen, zeker in de donkere tijden waarin we leven.
1
Reageer op deze recensie
