Lezersrecensie
Verdwenen in de nacht
De Amerikaanse schrijver van meerdere New York Times Bestsellers debuteerde met Final Girls, een roman die hem wegens zijn originele en verrassende aanpak direct van een plaats verzekerde tussen de populaire thriller schrijvers.
De werken van Sager horen tot de (sub)categorie thrillers die de lezers boeien en verrassen door onverwachte plotwendingen en de voorkeur van de schrijver om de lezer op het verkeerde been te zetten. Meerdere bekende thrillerschrijvers bedienen zich van deze techniek die geliefd is bij duizenden lezers, al moet er gezegd worden dat door de tijd heen grote verschillen in de kwaliteit zijn ontstaan.
Dit subgenre, ooit sterk en donker gelanceerd door Gillian Flynn, Paula Hawkins en niet te vergeten fenomenale (helaas slechts eenmalig geniaal) A.J. Finn is inmiddels helaas vaak afgezwakt tot een commercieel wedstrijdje met de meest onzinnige plotwendingen zoals onder andere in de boeken van Freida McFadden.
Riley Sager, met op zijn naam inmiddels acht thrillers, beweegt zich tussen de lijnen van goed en spannend tot moeizaam geconstrueerd en ongeloofwaardig. In zijn latere werken voegt hij soms een aantal horror- en bovennatuurlijke elementen toe. In zijn laatste boek, Midden in de nacht, zorgvuldig en mooi vertaald door Ireen Niessen, doet hij ook een poging om een horrorachtige sfeer op te roepen.
In een woonwijk met een doodlopende straat slapen twee kleine jongetjes in een tent in de tuin. Slechts een van de twee is er de volgende ochtend nog steeds, de andere is ontvoerd uit de opengesneden tent. Ethan Marsh, het jongetje dat alleen in de tent is overgebleven, keert dertig jaar na het gebeuren terug naar zijn ouderlijk huis. Hij is zijn hele leven geplaagd door het oude drama, lijdt aan slapeloosheid en als hij slaapt, wordt hij geplaagd door nachtmerries. Hij is niet in staat het gebeuren van zich af te zetten. Het mysterie van het verdwijnen van zijn vriend Billy is dan ook nooit opgelost. Doordat Ethan weer terug is in zijn ouderlijk huis, wordt hij opnieuw overweldigd door het verleden. Hij komt vele oude bekenden tegen, het plaatsje zelf lijkt bevroren in de tijd. Ook lijkt iemand in de nachtelijke uren rond te lopen in zijn tuin en er verschijnen mysterieuze boodschappen die van Billy afkomstig lijken te zijn. En dan wordt bij een waterval het stoffelijk overschot van Billy gevonden en komen de gruwelen van dertig jaar geleden weer tot leven.
De opzet van het verhaal vertoont sterke gelijkenis met een aantal werken van Stephen King. Een klein, all-American stadje, slaperig, ogenschijnlijk saai en braaf, maar onder de oppervlakte gevuld met geheimen. Een sterke vriendschap tussen twee kleine jongens, waarvan een geobsedeerd door geesten en bovennatuurlijke verschijnselen. Een geheimzinnig object in de bossen en een raadselachtige miljardair. Een terugkeer naar de plaats des onheils. Maar er is maar een Stephen King en waar hij vrijwel altijd schijnbaar moeiteloos de sfeer van angst, onheil en afgrijzen weet op te roepen, lukt het Riley Sager maar matig. Het verhaal doet geforceerd aan, het plotseling ontdekken van het stoffelijke overschot van Billy ook. De betrokkenheid van zo goed als alle aanwezige personages bij het verdwijnen van Billy is ongeloofwaardig. De mysterieuze miljardair met zijn onderzoeksinstituut diep verborgen in de bossen ook. De vele onverwachte plotwendingen zijn soms ronduit lachwekkend.
De sterkste delen van de thriller zijn de stukken waarin niet alleen de vriendschap tussen de twee jongens wordt beschreven maar ook het verraad, het schuldgevoel en verdriet. Het onderwerp is best intrigerend en het ontbreekt er niet aan een paar beklemmende momenten, maar zonder de krampachtig aandoende pogingen om de lezer maar steeds te proberen verrassen, kon het zoveel sterker zijn. Desalniettemin een aardige vakantieboek, eentje waar de lezer zeker geen slapeloze nachten van gaat krijgen.
De werken van Sager horen tot de (sub)categorie thrillers die de lezers boeien en verrassen door onverwachte plotwendingen en de voorkeur van de schrijver om de lezer op het verkeerde been te zetten. Meerdere bekende thrillerschrijvers bedienen zich van deze techniek die geliefd is bij duizenden lezers, al moet er gezegd worden dat door de tijd heen grote verschillen in de kwaliteit zijn ontstaan.
Dit subgenre, ooit sterk en donker gelanceerd door Gillian Flynn, Paula Hawkins en niet te vergeten fenomenale (helaas slechts eenmalig geniaal) A.J. Finn is inmiddels helaas vaak afgezwakt tot een commercieel wedstrijdje met de meest onzinnige plotwendingen zoals onder andere in de boeken van Freida McFadden.
Riley Sager, met op zijn naam inmiddels acht thrillers, beweegt zich tussen de lijnen van goed en spannend tot moeizaam geconstrueerd en ongeloofwaardig. In zijn latere werken voegt hij soms een aantal horror- en bovennatuurlijke elementen toe. In zijn laatste boek, Midden in de nacht, zorgvuldig en mooi vertaald door Ireen Niessen, doet hij ook een poging om een horrorachtige sfeer op te roepen.
In een woonwijk met een doodlopende straat slapen twee kleine jongetjes in een tent in de tuin. Slechts een van de twee is er de volgende ochtend nog steeds, de andere is ontvoerd uit de opengesneden tent. Ethan Marsh, het jongetje dat alleen in de tent is overgebleven, keert dertig jaar na het gebeuren terug naar zijn ouderlijk huis. Hij is zijn hele leven geplaagd door het oude drama, lijdt aan slapeloosheid en als hij slaapt, wordt hij geplaagd door nachtmerries. Hij is niet in staat het gebeuren van zich af te zetten. Het mysterie van het verdwijnen van zijn vriend Billy is dan ook nooit opgelost. Doordat Ethan weer terug is in zijn ouderlijk huis, wordt hij opnieuw overweldigd door het verleden. Hij komt vele oude bekenden tegen, het plaatsje zelf lijkt bevroren in de tijd. Ook lijkt iemand in de nachtelijke uren rond te lopen in zijn tuin en er verschijnen mysterieuze boodschappen die van Billy afkomstig lijken te zijn. En dan wordt bij een waterval het stoffelijk overschot van Billy gevonden en komen de gruwelen van dertig jaar geleden weer tot leven.
De opzet van het verhaal vertoont sterke gelijkenis met een aantal werken van Stephen King. Een klein, all-American stadje, slaperig, ogenschijnlijk saai en braaf, maar onder de oppervlakte gevuld met geheimen. Een sterke vriendschap tussen twee kleine jongens, waarvan een geobsedeerd door geesten en bovennatuurlijke verschijnselen. Een geheimzinnig object in de bossen en een raadselachtige miljardair. Een terugkeer naar de plaats des onheils. Maar er is maar een Stephen King en waar hij vrijwel altijd schijnbaar moeiteloos de sfeer van angst, onheil en afgrijzen weet op te roepen, lukt het Riley Sager maar matig. Het verhaal doet geforceerd aan, het plotseling ontdekken van het stoffelijke overschot van Billy ook. De betrokkenheid van zo goed als alle aanwezige personages bij het verdwijnen van Billy is ongeloofwaardig. De mysterieuze miljardair met zijn onderzoeksinstituut diep verborgen in de bossen ook. De vele onverwachte plotwendingen zijn soms ronduit lachwekkend.
De sterkste delen van de thriller zijn de stukken waarin niet alleen de vriendschap tussen de twee jongens wordt beschreven maar ook het verraad, het schuldgevoel en verdriet. Het onderwerp is best intrigerend en het ontbreekt er niet aan een paar beklemmende momenten, maar zonder de krampachtig aandoende pogingen om de lezer maar steeds te proberen verrassen, kon het zoveel sterker zijn. Desalniettemin een aardige vakantieboek, eentje waar de lezer zeker geen slapeloze nachten van gaat krijgen.
1
Reageer op deze recensie