Lezersrecensie
¡ Es como es !
Om een groot conferencier te eren mag je Shakespeare parafraseren:
Paul van Vliet is no more... ('But Cassius is no more'.)
Zijn warme, poëtische stem zal nooit meer live te horen zijn!
Wat blijft zijn o.m. de boeken waaronder dit 'Heimwee naar morgen', een autobiografisch verhaal waarin hij ons meeneemt naar de oorlogstijd, het gymnasium, majoor Kees tijdens de dienstplicht, het Leidsch Studenten Cabaret... maar vooral naar schijnbaar onbelangrijke levensmomenten die alleen door fijnzinnige zielen worden opgemerkt en vastgelegd.
Net als in zijn theatershows wisselt Paul van Vliet ook hier de grap af met de melancholie. Naast de soldatenhumor is er een rol voor Jet, de trotse zwerfkat, en voor de gestorven dromen van een Amerikaans-Frans echtpaar in Spanje. Als het over de desillusies van de Braziliaans-Nederlandse Josephine gaat, wordt de weemoed nog wat dieper. Een ander soort sfeer vind je bij de bewierookte rooms-katholieke doop van achterneefje Marc die uitmondt in een Peruaans wiegeliedje.
Van een cabaretier mag je ook een dosis zelfreflectie verwachten. Een treffend voorbeeld hiervan is het hoofdstuk 'De humorist', waarin de komiek een jongere vorm van zijn alter ego ontmoet. Die dubbelganger houdt hem een niets verbloemende spiegel voor en confronteert hem met de vraag of hij trouw is gebleven aan de waarden van weleer. Paul is hier erg streng voor zichzelf!
In dit kleine, grote boek overheerst de ontroering. Je kan je niet van de indruk ontdoen dat dit de gevoeligheid is van een mens die aan de laatste twee jaar van zijn leven begonnen is. Het opmaken van de eindbalans gaat zelden gepaard met vlagzwaaien.
Mis je toch iets, dan kan dat alleen de warme, poëtische voorleesstem van Paul zijn. Intussen heb je wél geleerd dat niet alle dromen levensvatbaar zijn!
Paul van Vliet is no more... ('But Cassius is no more'.)
Zijn warme, poëtische stem zal nooit meer live te horen zijn!
Wat blijft zijn o.m. de boeken waaronder dit 'Heimwee naar morgen', een autobiografisch verhaal waarin hij ons meeneemt naar de oorlogstijd, het gymnasium, majoor Kees tijdens de dienstplicht, het Leidsch Studenten Cabaret... maar vooral naar schijnbaar onbelangrijke levensmomenten die alleen door fijnzinnige zielen worden opgemerkt en vastgelegd.
Net als in zijn theatershows wisselt Paul van Vliet ook hier de grap af met de melancholie. Naast de soldatenhumor is er een rol voor Jet, de trotse zwerfkat, en voor de gestorven dromen van een Amerikaans-Frans echtpaar in Spanje. Als het over de desillusies van de Braziliaans-Nederlandse Josephine gaat, wordt de weemoed nog wat dieper. Een ander soort sfeer vind je bij de bewierookte rooms-katholieke doop van achterneefje Marc die uitmondt in een Peruaans wiegeliedje.
Van een cabaretier mag je ook een dosis zelfreflectie verwachten. Een treffend voorbeeld hiervan is het hoofdstuk 'De humorist', waarin de komiek een jongere vorm van zijn alter ego ontmoet. Die dubbelganger houdt hem een niets verbloemende spiegel voor en confronteert hem met de vraag of hij trouw is gebleven aan de waarden van weleer. Paul is hier erg streng voor zichzelf!
In dit kleine, grote boek overheerst de ontroering. Je kan je niet van de indruk ontdoen dat dit de gevoeligheid is van een mens die aan de laatste twee jaar van zijn leven begonnen is. Het opmaken van de eindbalans gaat zelden gepaard met vlagzwaaien.
Mis je toch iets, dan kan dat alleen de warme, poëtische voorleesstem van Paul zijn. Intussen heb je wél geleerd dat niet alle dromen levensvatbaar zijn!
1
Reageer op deze recensie