Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een wonderlijk en fascinerend dromenboek

De geniale, zeer speelse en tegelijk ook zeer melancholieke Georges Perec heeft enorm veel geschreven: diverse prachtige experimentele romans, allerlei merkwaardig fascinerende sociologische teksten, boekjes en essays over het "ondergewone" dat men normaal gesproken niet opmerkt, kruiswoordpuzzels, filmscripts en zo meer . En ook dit intrigerend ongrijpbare boek met 124 dromen, die onlangs mooi zijn vertaald en geannoteerd door Edu Borger.

Perecs fascinatie voor dromen had alles te maken met de psychoanalyses die hij onderging, vanwege het traumatisch verlies van zijn beide Joodse ouders in de Tweede Wereldoorlog en mogelijk ook vanwege enkele minder soepel verlopende liefdes. Maar met het opschrijven van die dromen lijkt hij eerder hun raadsel te willen bewaren dan op te lossen, want hij nummert en dateert de dromen wel, en geeft er ook verklarende titels aan, maar hij maakt van elke droombeschrijving een meerduidige tekst die zijn sleutel niet prijsgeeft.

Daardoor is elke tekst intrigerend meerduidig, en daardoor is het boekje een fascinerende verzameling cryptische fragmenten. Zelf spreekt Perec van "een bos teksten, als een offerande neergelegd voor de poorten van de 'koninklijke weg' die ik nog moet doorlopen- met open ogen". Die koninklijke weg is een verwijzing naar Freud, die over de 'koninklijke weg van de droomduiding' sprak, en Perec zegt hier dus voor mijn gevoel dat die 124 dromen een bos teksten zijn die geen droomduiding hebben ondergaan: niet de oplossing van het raadsel interesseert Perec, maar het tonen ervan. Misschien heeft Perec zijn dromen soms gestileerd of met creatieve details verrijkt, en meer gedaan dan ze alleen noteren, en misschien heeft hij dit boek deels gevuld met verzonnen dromen, maar hij heeft er bewust geen verklaarbaar en gesloten 'geheel' van gemaakt. En in een latere terugblik op dit boekje (opgenomen in de prachtige verzamelbundel "Ik ben geboren") heeft hij dit boekje zelfs geduid als een "zuivere schrijfervaring: geen onthulde symbolen, geen aanstormende waarheid (al komt het me voor dat diep onder die teksten nog altijd een afgelegde weg, een tastend zoeken wordt beschreven), maar de roes van een verwoording, de meeslependheid van een tekst die helemaal vanzelf tot stand leek te komen". Perec noemt die teksten ook "helder in al hun vreemdheid", maar ze blijven fundamenteel vreemd, mijns inziens juist ook omdat ze geen onthulbare symbolen of diepere waarheden zeggen te bevatten.

Veel van zijn dromen zijn opmerkelijk humoristisch, of laten zich lezen als onderhoudende en surrealistische vignetten vol verrassingen. Maar naar mijn idee is de toon vooral unheimlich en melancholiek. In droom 1 schrijft hij bijvoorbeeld: "Zoals vanzelf droom ik en weet ik dat ik, zoals vanzelf spreekt, droom dat ik in een kamp zit. Het gaat natuurlijk niet echt om een kamp, maar het beeld van een kamp, een overdrachtelijk kamp, een kamp waarvan ik weet dat het niet meer dan een vertrouwd beeld is, alsof ik onvermoeibaar altijd hetzelfde droom, alsof ik nooit iets anders droom, alsof ik nooit iets anders doe dan van dat kamp dromen". Perecs moeder werd tijdens WO II gedeporteerd, is ongetwijfeld vergast of op andere wijze wreed omgekomen, maar haar naam is op geen enkele officiële dodenlijst te vinden. Dat niet te bevatten persoonlijke verlies (die niet te begrijpen verdwijning) doemt hier als spookbeeld op in het beeld van een gedroomd kamp dat niet voor niets een overdrachtelijk kamp wordt genoemd, dus een onwerkelijk kamp dat niet in rationele wakende woorden te bevatten is. Perec heeft dit verlies vaak een plek gegeven in veel van zijn romans, maar steeds als verborgen toespeling of cryptisch raadsel. En dat doet hij naar mijn gevoel ook in dit dromenboek. Niet alleen in passages als deze, maar volgens mij ook door bepaalde getallenspelletjes. In veel dromen duiken viertallen of drietallen op, en ook tweetallen of dubbele kamers. Welnu, dankzij Manet van Montfrans ("Georges Perec, een gebruiksaanwijzing") weet ik dat de kengetallen 11, 2, 4 en 3 in Perecs werk een dwingende rol spelen, als verwijzing naar de datum van de deportatie van zijn moeder: 11-2-1943. En dat wetend kijk je ook anders naar droom nummer 111, die begint met de opmerking dat alles vervaagd is en eindigt met: "Het wordt na een tijdje onduidelijk:// de weg van de vader of de weg van de moeder?".

Dit dromenboek laat zich echter niet vastpinnen op een paar motieven of thema's. Temeer niet omdat de meeste dromen daarvoor te ambigu, te raadselachtig en te onbepaald zijn. "Van buiten gezien lijkt het huis op een landgoed, omgeven door muren, waarvan het perspectief zo ontworpen is dat niemand zich echt kan voorstellen dat er een oneindige ruimte achter schuilgaat", zo staat in droom nr. 94.En in droom nr. 100: "Op de twaalfde etage geen enkele sanitaire dienst, maar een enorm warenhuis waarvan de rayons ware straten vormen. Zo kom ik op een soort van doodlopende weg terecht. Helemaal aan het eind bevindt zich (misschien) de sanitaire dienst (het is een ziekenhuis, ofwel een eerstehulppost of misschien een bank)". Zulke passages roepen bij mij duizeling op, een sensatie van ongrijpbaarheid en oneindigheid. En dat gebeurt nog sterker in droom 114, waarin "eigenlijk alles puzzel is: de puzzel zelf (het schilderij) is maar een gedeelte van een grotere puzzel, die niet voltooid is, omdat hij onvoltooibaar is; want het bijzondere van de puzzel is dat hij uit blokjes bestaat (grofweg kubussen, maar nauwkeuriger gezegd onregelmatige veelvlakken) waarvan alle zijden met elkaar gecombineerd kunnen worden: alle kanten van kubus A kunnen met alle kanten van kubus B gecombineerd worden, maar niet alleen twee aan twee, zoals bij (kubus) spelletjes voor kinderen. Er is dus zo niet een oneindig, dan toch een buitengewoon groot aantal combinaties mogelijk. Het schilderij is er maar een van, en de fragmenten rond het schilderij zijn schetsen, ontwerpen, opzetten van andere puzzels". Dromen vol oneindige en ongrijpbare ruimten, of dromen als oneindige veelheid van gefragmenteerde puzzelstukken met ontelbare combinatiemogelijkheden: daarin excelleert Perec. En daarmee opende hij 250 bladzijden lang allerlei onverwachte ruimten in mijn hoofd.

Heel aardig in dat verband is ook het motto waarmee dit boek opent: "aangezien ik denk/ dat de realiteit/ in geen enkel opzicht reëel is/ hoe zou ik dan kunnen geloven/ dat dromen dromen zijn". Daarmee wordt aan dit dromenboek meteen al een droomachtige ongrijpbaarheid meegegeven, nog voordat het echt begint. Dat wordt nog versterkt door de inleidende opmerkingen over typografie en opmaak: nieuwe alinea's komen overeen met "een verandering van tijd, van plaats, van gevoel, van humeur, enz., zoals die in de droom ervaren wordt", en "de wisselende witdikte tussen de alinea's zou overeen moeten stemmen met het wisselende belang van vergeten of bij het ontwaken onbegrijpelijke passages". Zo word je als lezer er meteen al op attent gemaakt dat de alinea-indeling van de droombeschrijvingen geen overzichtelijke ordening gaat aanbrengen, maar juist het raadsel gaat markeren: tussen alinea a en b is geen logisch of chronologisch verband, maar een overgang van sfeer of een gekke breuk die alleen binnen de droomlogica logisch is.

Voorts eindigt het boek met een afdeling "bakens en havens", waarin motieven en termen die in meerdere dromen voorkomen alfabetisch zijn geordend. Dat geeft handvatten om die dromen nog weer op andere wijze te gaan lezen en met elkaar te gaan verbinden. Door die lemmata zag ik bijvoorbeeld pas echt goed hoe vaak de eerder genoemde, voor Perec symbolische getallen twee, drie en vier opduiken en in welke dromen. Maar die symbolen behouden daarbij wel hun cryptische karakter, en veel van de andere lemmata vergroten eerder de raadsels dan dat ze deze met nieuwe patronen ophelderen. En dat wordt nog onderstreept door het motto waarmee deze afdeling begint: "...want het labyrint leidt/ alleen naar ergens buiten/ zijn grenzen". Op die manier vergroot Perec volgens mij nog de ongrijpbaarheid: alle hoofdstukjes op zich frapperen reeds door hun ambigue en ongrijpbare karakter, en dat geldt nog sterker voor het boek als geheel, dankzij de motto's, de inleidende opmerkingen over de gevolgde opmaakregels, en de lemmata aan het slot.

Ik hou enorm van Perec, vooral van absolute meesterwerken (naar mijn smaak dan) als "Het leven een gebruiksaanwijzing", "Een man die slaapt", "'t Manco en "W of de jeugdherinnering". En ook van meer essayistische boeken als "Ruimten rondom" en "Ik ben geboren". Dit boek voedt nogmaals mijn bewondering, en vooral ook mijn respect voor Perecs enorme veelzijdigheid. Tevens krijg ik nu sterk de neiging om die meesterwerken weer te gaan herlezen, en dan te bekijken of ze nu voor mij nog rijker worden, nu ik dit dromenboek ken. Bovendien heb ik de nodige uren behoorlijk genoten van de intrigerende ongrijpbaarheid van dit bewust duistere dromenboek. Wat een schrijver!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Een weelderige zomerse bruiloft in een luxe hotel aan zee wordt verstoord door de veertigjarige, pas gescheiden Phoebe. Voor ze het weet is ze bruiloftsgast tegen wil en dank. 'Scherp, geestig en een genot om te lezen.'