Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Blijmoedig respect voor meerduidigheid en veelvormigheid

Nico van der Sijde 10 oktober 2019
"Hordubal" is het eerste deel van Capeks trilogie over de onkenbaarheid en pluriformiteit van de mens. Deel 2 ("Meteoor") en 3 ("Een doodgewoon leven") waren al eerder vertaald, dus heb ik nu tot mijn grote plezier wel de hele trilogie gelezen maar niet in de chronologische volgorde. Maar dat is niet erg, omdat de boeken prima los van elkaar gelezen kunnen worden: de personages en plotlijnen zijn per boek namelijk geheel anders. Bovendien is het gewoon mooi dat alle drie boeken nu in soepel Nederlands zijn vertaald, want ze zijn alle drie heel vermakelijk, ontroerend en intrigerend. Ook "Hordubal".

In "Hordubal" volgen we Juraj Hordubal, die in de jaren twintig- dertig de kost heeft verdiend in Amerika, en ook een aardige zakcent heeft gespaard, maar nu terugkeert naar zijn geliefde Tsjechische boerderij, zijn nog inniger geliefde Polana en zijn dochtertje. Eenmaal aangekomen merkt hij dat er van alles is veranderd: er woont ineens een knecht in de boerderij, die door dochterlief "oompje" genoemd wordt, vrouw en dochter zijn helemaal niet blij met Jurajs thuiskomst, de bedrijfsvoering van de boerderij is geheel anders - Hordubals zo geliefde koeien zijn bijvoorbeeld door paarden vervangen-, en in het dorp kent niemand hem meer. Hordubals verwarring en teleurstelling over dit alles is aandoenlijk opgeschreven, met een soort invoelende ironie die mij bijzonder aanspreekt. Want hij is onhandig, onze Hordubal, en onwetend, en misschien ook verblind: alle reden dus om met een meewarige glimlach te kijken naar hem en al zijn tragikomische vergissingen. Of zelfs met een droevige glimlach, als al zijn pogingen om het tij te keren mislukken, en eindigen met zijn dood onder onduidelijke omstandigheden.

We volgen Hordubal de hele tijd vanuit het perspectief van een verteller die vooral parafraseert wat Hordubal zelf denkt en voelt, en die alleen tussen de regels door commentaar geeft of oordeelt. Daarbij valt op hoe veel gesprekken Hordubal voert in zijn hoofd, en hoe weinig gesprekken hij daadwerkelijk voert met. bijvoorbeeld Polana of zijn dorpsgenoten. In Amerika is hij kennelijk het spreken verleerd, en weer thuis is hij vervreemd en geïsoleerd: vandaar dat hij zich opsluit in zijn hoofd. Ook merken we dat hij in zijn ingebeelde gesprekken hele verhalen ontvouwt over hoe de dingen nu verder zullen gaan, en dat vervolgens de daadwerkelijke loop der dingen geheel anders is. We merken als lezer bovendien dat hij sommige dingen niet lijkt te willen zien, en dat hij bijvoorbeeld elk signaal dat Polana wel eens een verhouding met de knecht zou kunnen hebben wegredeneert. Maar we zien ook niet zo heel veel meer dan Hordubal zelf ziet: er is immers geen verteller die uitgebreid datgene belicht wat buiten Hordubals ervaringshorizon valt. Dus we kunnen meewarig glimlachen om Hordubals onhandige onwetendheid, soms zelfs geneigd zijn hem toe te roepen "nee, doe dat nou niet!", en we kunnen ons verbazen over Hordubals volhardende hunkering naar zijn Polana en zijn voortdurende vertrouwen in Polana's oprechtheid en trouw, maar ook wij weten niet exact hoe de vork in de steel zit. Ook niet bij Hordubals dood: is hij nou door ziekte en uitputting om het leven gekomen, of is hij vermoord? En had hij dat nou zelf moeten voorkomen door wat scherpzinniger en assertiever te opereren, of moeten we hem vooral als slachtoffer zien? En zo ja, van wat of wie zou hij dan het slachtoffer moeten zijn? En wat waren de motieven van de dader, gesteld tenminste dat er een dader is?

Deze vragen en onzekerheden kwamen bij mij al aardig naar boven in het eerste deel van het boek, waarin we Hordubal volgen tot aan zijn ontijdige dood. Maar ze kwamen nog meer naar boven in het tweede en derde deel, waarin we zien hoe eerst de politie en vervolgens de rechtbank tot geheel eigen reconstructies komt van wat Hordubal is overkomen. Die reconstructies zijn vol onzekerheden en tegenstrijdigheden, ook al zijn diverse personen ervan overtuigd dat hun verhaal rond en sluitend is, en de rechtbank concludeert andere zaken dan de politie. Bovendien, zowel de conclusies van rechtbank als die van de politie staan vaak haaks op wat we in het eerste deel hebben gelezen. Soms merken we als lezer dat er sprake is van vergissingen: de politie denkt bijvoorbeeld dat een bepaalde zaklantaarn bewijs is dat er sprake moet zijn van moord, maar wij weten dat die zaklantaarn door Horduba als souvenir is meegenomen uit Amerika. Maar vaker merken wij dat wijzelf ook niet weten hoe het precies zit. Er worden bijvoorbeeld in de laatste twee delen allerlei nogal overhaaste conclusies getrokken over het karakter van de knecht, en we merken dat die conclusies ingegeven zijn door de mogelijk overhaaste aanname dat die knecht de dader is, maar we weten zelf ook niet wat het karakter van die knecht is en evenmin of hij de dader is of niet. En zelfs niet of er wel een dader is, want we weten niet zeker of er sprake is van moord. Bovendien, gesteld dat Manya - de knecht- inderdaad een moord heeft begaan, deed hij dat dan uit wraakzucht (Hordubal heeft hem op enig moment nogal vernederd), uit geldzucht, om zijn rivaal in de liefde voor Polana op te ruimen, of om nog andere redenen? En weet hij het trouwens zelf wel, gesteld dat er wat te weten valt? Ook over Polana horen we veel tegenstrijdigs: voor Hordubal was zij een godin, een schoonheid bovendien, en mogelijk zag ook de knecht haar zo, maar mensen in de rechtbank en bij de politie vinden haar maar oud en knokig en bleek en lelijk. Het ligt voor de hand om te denken dat Hordubal haar dus geïdealiseerd heeft, en dat zijn verliefde blik ten onrechte kleur gaf aan haar knokige bleekheid, maar aan de andere kant kijken andere personages naar Polana als een zondares en medeplichtige, en dat is misschien een blik die alle aanwezige kleur juist miskent. Kortom: het moge duidelijk zijn dat de politie en de rechtbank door hun reconstructies weinig recht doen aan leven en lot van Hordubal, maar nog duidelijker is dat wij als lezer ook geen eenduidig beeld daarvan hebben.

Meerduidigheid troef, dus. Maar dat is geen treurige conclusie, en geen berustend relativisme: het is een oproep tot respect voor de meerduidigheid en veelvormigheid van het hele bestaan. Of zelfs een oproep om die meerduidige veelvormigheid blijmoedig te vieren, ons er vrolijk voor open te stellen. In zijn informatieve nawoord zegt Capek daarover: "Wat is nu de werkelijke waarheid over Hordubal en Polana, wat is de waarheid over Manya? Wat als de waarheid iets omvangrijkers is, iets wat al die interpretaties in zich verenigt en nog overschrijdt? Wat als de ware Hordubal zwak én wijs was, Polana zowel een schone landvrouwe als een oude, afgesloofde keuterboerin, Manya zowel een man die uit liefde doodt als iemand die moordt om geld?". Juist dat omvangrijke is wat Capek interesseert, en ook het accepteren en ervaren van tegenstrijdigheid: niet het heldere dit OF dat maar het meerduidige dit EN dat. "[W]e kunnen de veelheid immers juist ervaren en begrijpen omdat we zelf zo'n veelheid zijn", zegt Capek ook. We zijn zelf meerduidig en meervoudig en veelvormig, meerdere persoonlijkheden met meerdere tegenstrijdige stemmen en neigingen en eigenschappen: vanuit dat besef kunnen we ons beter open stellen voor de meerduidige veelvormigheid van anderen en de wereld. En dat geeft reden tot vreugde, want: "Broederschap en verscheidenheid! Ook het meest doodgewone leven is nog eindeloos, onmetelijk is de waarde van elke ziel. Vol schoonheid is Polana, ook al was ze nog zo knokig: het leven van de mens is te groot dan dat het maar één gezicht zou hebben en maar in één oogopslag kan worden overzien".

Kijk, dat vind ik nou een mooie boodschap. Hij wordt in "Hordubal" bovendien mooi gebracht. Ten eerste dus door de veelvormigheid en meerduidigheid die het hele boek doordesemen. Maar naar mijn gevoel ook door de voortdurende blijmoedigheid van Capeks toon. Zeker, het verhaal is vol mislukking, en eindigt met dood van de hoofdpersoon en berechting van andere personages. Maar toch blijven Capeks zinnen blijmoedig en vederlicht. De verleiding is soms groot om negatief te oordelen over Hordubals onhandigheden, of om boos te worden op de gendarmes en rechtsdienaren die er in hun reconstructies vaak zo naast zitten. Maar Capek bekijkt hen met blijmoedige ironie, zonder oordeel. Want elk oordeel smoort de meerduidigheid en veelvormigheid, dus precies de dimensies die het leven zo rijk maken. En al te grote benadrukking van de tragiek doet dat eveneens, want in Capeks wereld is het tragische tegelijk ook komisch, iets wat treurnis oproept maar ook een glimlach. Niemand is alleen maar slecht, ook een moordenaar niet. Niemand is alleen maar een tragisch slachtoffer of een tragische mislukkeling, ook Hordubal niet. Want niemand is maar één persoon. En niemand heeft maar één leven dat in één overzichtelijk verhaal uitputtend kan worden verteld. Dus laten we het leven vieren, juist omdat het zo meerduidig en veelvormig is. En laten we met extra open aandacht kijken naar onszelf en naar elkaar, juist omdat we allemaal een oneindig gevarieerde menigte zijn van werkelijke en mogelijke personen!

Ook dit boekje van Capek bezorgt mij kortom een uitstekend humeur. Zeker als ik bedenk dat hijzelf zwaar ziek was, vrij jong stierf, de opkomst van het Nazisme en de ondergang van zijn vaderland meemaakte, en TOCH zijn lichtvoetige blijmoedigheid bleef behouden. Respect! Dat er nog maar veel vertalingen mogen volgen!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde