Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Levenskunst: het omarmen van verwarrende grenservaringen die alles omver werpen. Een mooie filosofische beschouwing over Haruki Murakami van Ype de Boer

Nico van der Sijde 19 februari 2018
De jonge filosoof Ype de Boer (1989), die gepromoveerd is op de postmoderne Italiaanse filosoof Agamben, heeft onlangs een boekje gepubliceerd waarin hij Murakami's fictie interpreteert vanuit filosofische invalshoek. Wat zijn de kernthema's van Murakami's fictie, zo vraagt De Boer zich af, en wat voor waardevolle filosofische conclusies kunnen wij verbinden aan Murakami's uitwerking van die kernthema's? Voor mij als Murakami-fan is dit een mooi boekje: ik heb weliswaar alle romans en verhalen die De Boer hier bespreekt allang gelezen, maar nooit in samenhang, en nooit in vergelijking met elkaar. En de vele boeken en artikelen over Murakami's werk heb ik al helemaal nooit bekeken. De Boer doet dat wel, en haalt meerdere dingen naar boven die ik niet of niet zo scherp had gezien.

Ook spreekt het filosofische kader dat Ype de Boer gebruikt mij wel aan. De Boer is duidelijk gevormd door postmoderne denkers als Agamben, Badiou, Foucault, Sloterdijk: denkers die (in navolging van Nietzsche) ervan uitgaan dat God dood is, en (in navolging van Heidegger) dat het zijn- dus ook: onze identiteit, onze wereld, ons heden, verleden en toekomst- een bodemloos raadsel is zonder enig verklarend waarom. En juist tot dat raadsel moeten wij ons verhouden, aldus die filosofen, hoe lastig en angstwekkend dat vaak ook is: we moeten erkennen dat de wereld en onze identiteit een chaos is zonder ankerpunt en richting, en daar moeten we niet depressief van worden, maar we moeten manieren vinden om met die ongrijpbare chaos om te gaan. Dat vind ik wel een inspirerende soort filosofie, en ik vind het wel mooi hoe De Boer vanuit dat denkkader naar het werk van Murakami kijkt. Want terwijl filosofen dit soort afgrondige gedachten vooral conceptueel doordenken en uitwerken, verweeft Murakami dit soort gedachten juist met concrete ervaringen en gevoelens van concrete (hoewel fictieve) personages. De mogelijk wat abstracte theorieën en filosofische lessen van de postmoderne filosofen krijgen bij Murakami concretere ervaringsinhoud, en daardoor meer vlees om de botten. In die zin voegt Murakami wezenlijk iets toe aan bepaalde door De Boer bewonderde filosofen. Omgekeerd helpen die filosofen dan weer om conceptueel meer grip te krijgen op Murakami's zo rijke en meerduidige fictie. Aldus Ype de Boer, als ik hem goed begrijp. En het werkt: De Boer haalt veel moois en zinnigs naar boven uit Murakami's werk, ten eerste door aandachtige lezing en vergelijking, maar ook door toetsing van dit werk aan noties van filosofen. Ook dat laatste verheldert voor mij Murakami. Wat mede komt door De Boers helderheid, want hij schuwt het filosofische jargon zo veel mogelijk.

Het is onmogelijk om in een korte recensie precies samen te vatten wat De Boer allemaal naar boven haalt. Maar een van de vele dingen die hij treffend laat zien is hoe veel Murakami-personages eerst helemaal zijn ondergedompeld in een soort extreme alledaagsheid en kleurloosheid, of soms ook in een bepaalde impasse en daadloosheid, en hoe ze daaraan dan volledig worden ontrukt door surrealistische droomervaringen - waarin ook een ongetemde verbeeldingskracht zich manifesteert- of door alles omverwerpende, al dan niet gedroomde ervaringen van intense liefde of ongekende seksualiteit. Ervaringen van een extreem karakter, die de personages van al hun houvast beroven. Ervaringen die soms ook neerkomen op een dagenlange tocht door een onderaardse tunnel, die een tocht in het onbewuste is EN een symbolische (hoewel ook bijna fysieke) confrontatie met het dodenrijk. Ervaringen soms ook waarin de personages, al dan niet afgesplitst in droomgestalten, in staat blijken tot verkrachting of moord, of tot andere excessieve verlangens waarvan ze het bestaan nooit hadden vermoed (of: altijd hadden verdrongen). In een van de verhalen uit "Mannen zonder vrouw" hongert een personage zich dood, mogelijk uit identificatie met de slachtoffers van Auschwitz en in elk geval uit niet te stillen verlangen naar excessieve ervaringshorizonten voorbij de ratio en het zelfbehoud. En dat beoordeelt de verteller bepaald niet als puur negatief: "Zonder zo'n orgaan dat ons leven opstuwt naar ongekende hoogten of laat neerstorten in peilloze diepten, ons hart in verwarring brengt, ons prachtige visioenen toont en soms de dood in drijft, zou ons leven maar een saaie boel zijn". In "De opwindvogelkronieken" gaat de hoofdpersoon letterlijk in een duistere put zitten, dagen lang, verhongerend, zich identificerend met extreme ervaringen uit de voorbije Tweede Wereldoorlog, gegrepen door steeds waanzinniger dromen die hem voorgoed de afgrond in zouden kunnen storten. Maar hij MOET dat naar zijn eigen overtuiging doen, om zijn eigen mentale en existentiële impasses te doorbreken en die van zijn vrouw. Alleen door dit soort extreme grenservaringen ( of: grens-overstijgende ervaringen, ervaringen van het onmogelijke) kan hij doorstoten naar ervaringsgebieden voorbij de ons inperkende ratio en de alledaagse conventies. En zonder dat soort ervaringen is hij verstard en incompleet. De hoofdpersoon van "Kafka op het strand" dompelt zich onder in allerlei zeer Oedipaal getinte, excessieve, en hem ook bijzonder afschrikkende dromen. Maar alleen dat maakt het voor hem mogelijk om nog engszins een omgangsvorm te vinden met deze chaotische excessen in zijn innerlijk. Ook de hoofdpersoon van "Ten zuiden van de grens" dompelt zich onder onmogelijke ervaringen: niet zozeer van surrealistische aard, maar wel verbonden met een volkomen onmogelijke, zeer onverstandige, alle gekoesterde huiselijke en maatschappelijke geluk op het spel zettende liefde. De ik-figuur beseft dat dit radicaal is en zijn zelfbehoud op het spel zet, maar hij zegt nadrukkelijk dat hij net als elk mens op zoek is "naar een sublieme ervaring. Al is het negen keer niets, we blijven op zoek naar die ene piekervaring. Dat houdt ons gaande". De Boer citeert dit: helaas gaat hij niet in op de lading van het begrip "sublieme ervaring", een begrip dat voor veel kunstenaars en filosofen verwijst naar ervaringen of kunstvormen die gaan over zaken die groter of heftiger zijn dan gedacht kan worden, die breken met alle eisen van harmonie en voorstelbaarheid, die niet - zoals ervaringen van harmonieuze schoonheid- alleen genoegen bezorgen maar naast excessief genot ook angst en pijn. Zoals De Boer ook niet op de titel "Ten zuiden van de grens" ingaat, een titel die verwijst naar de song over Mexico "South of the border, west of the sun" van Nat King Cole: in de interpretatie van de ik-figuur een song over een onmogelijk, niet- bestaand gebied, omdat er m.n. ten westen van de zon niets is. Door (deze interpretatie van) de titel staat het hele verhaal dus in het teken van onmogelijkheid, wat goed past bij de "sublieme" maar in rationele zin onmogelijke ervaringen die in dit boek worden nagejaagd.

De Boer maakt op mooie en heldere wijze aannemelijk dat Murakami dit soort ervaringen niet verheerlijkt of verabsoluteert, en dat hij dus ook niet zoekt naar zoiets als "het ware zelf" aan gene zijde van de alledaagsheid en de conventies. Wat Murakami laat zien is immers juist een voortdurend heen - en- weer tussen alledaagsheid en excessief verlangen, of tussen enerzijds gerichtheid op zelfbehoud en eigen veiligheid en anderzijds het verlangen naar excessieve ervaringen waarin al dat zelfbehoud op het spel wordt gezet. Al is het maar in gedroomde fantasie of via andere vormen van ongetemde verbeeldingskracht. Ook laat De Boer goed zien dat veel personages door dat soort extreme ervaringen pogen te ontkomen aan de knellende banden en inperkingen van elke ideologie (religieus, kapitalistisch, communistisch of anderszins), maar zonder de hoop dat ook maar iemand zich ooit totaal kan bevrijden van ideologie. De Boer zegt dat Murakami mooi onze gespletenheid laat zien: de gespletenheid van mensen als wij die verlangen naar orde EN naar intensiteit die alle orde overstijgt, of de gespletenheid van mensen die zich soms tot in het excessieve toe verzetten tegen ideologie maar niet kunnen zonder ideologie. De Boer laat helder zien dat liefde en confrontaties met het onbewuste in Murakami's boeken echt splijtende ervaringen zijn, ervaringen die alles wat wij meenden te weten en al ons rationele en emotionele houvast omver werpen. Maar juist daarom moeten we dit soort ervaringen ook omarmen, zegt De Boer, en in zijn interpretatie is dat ook de boodschap van Murakami: we kunnen niet zonder orde en alledaagsheid, maar het verlangen naar dit soort ervaringen is evenzeer onstilbaar hoewel vaak verdrongen, en ZONDER dit soort ervaringen is ons leven te kleurloos, te eendimensionaal. En bovendien te absoluut: als we het bestaan van ongrijpbare ervaringen op werkelijkheden niet erkennen, dan verabsoluteren we onze conventies tot absolute waarheden, en daar komt alleen maar ellende van.

Ik ben Ype de Boer wel dankbaar voor dit boek, want zonder hem had ik alles wat ik hierboven zeg niet zo expliciet begrepen. Wel ben ik zo eigenwijs om het op een paar puntjes een beetje met hem oneens te zijn. Ten eerste: naar mijn gevoel benadrukt hij te weinig het totaal bizarre karakter van Murakami's beeldentaal en daarmee van de ervaringen die Murakami ensceneert. En daarmee laat hij ook het riskante en soms onmogelijke karakter van die ervaringen te weinig zien. Ook had hij misschien meer kunnen benadrukken dat het je overgeven aan dit soort ervaringen op papier anders en misschien verstandiger is dan het je overgeven aan daadwerkelijke grenservaringen: Murakami lezen is een intense ervaring, maar minder intens dan zelf dagen lang doodhongerend in een put zitten. Maar misschien is het lezen van Murakami dan toch de meest prudente wijze om verwarrende grenservaringen te omarmen: vanaf de leunstoel, even in het hoofd een heftig heen en weer ervarend tussen mijn onuitroeibare burgerlullen-ik en mijn door Murakami enorm gestimuleerde fantasie. Dus die verwarrende grenservaringen moeten we vooral omarmen als vormen van radicale VERBEELDINGSKRACHT. Niet als iets om letterlijk te volgen (wat trouwens ook erg fantasieloos zou zijn), maar wel als appel om radicaal en gewaagd te durven dromen. Denk ik. Denkt mogelijk ook Ype de Boer. Maar hij zegt daar weinig over. Zoals hij ook weinig zegt over de mijns inziens vaak ook verlokkende schoonheid van Murakami's alledaagse taferelen: de wijze waarop hij mij althans helemaal hypnotiseert met ellenlange beschrijvingen van iemand die kookt, spaghetti eet, bier drinkt, muziek luistert, een beetje leest, een beetje mijmert. Voorts is die alledaagsheid naar mijn gevoel vaak van vervreemding doordesemd: het hangt vaak samen met een verwerking van een trauma, met een soort afweer van al het spectaculaire uit angst voor pijn, zodanig dat je volgens mij OOK in veel alledaagse Murakami-taferelen veel vervreemding voelt. Kortom: ik ben het helemaal eens met dat je bij Murakami een fascinerend heen- en- weer beleeft tussen totale alledaagsheid en totaal alles op losse schroeven zettend surrealisme, maar vaak zit de vervreemding zowel in de alledaagsheid als in het surrealisme.

Maar ja jongens, dit is allemaal gepruttel in de marge: ik vind het gewoon een prima boek. Ten eerste omdat het mij als Murakami-fan de nodige mij onbekende motieven en aspecten van Murakami heeft laten zien. Maar vooral omdat het fraai de waarde uitwerkt die Murakami's extreme verbeeldingskracht kan hebben. Een filosofische waarde, een onontbeerlijke prikkeling van onze eigen verbeeldingskracht, een voorbeeldige stimulans om gedurfd te dromen, en daarmee een ondersteuning voor de levenskunst. Althans, voor Murakami-fans. Zij die Murakami haten kunnen De Boer beter ongelezen laten. De fans echter zullen dankzij dit boek nog beter begrijpen en kunnen verdedigen waarom zij fan zijn.
5

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Een weelderige zomerse bruiloft in een luxe hotel aan zee wordt verstoord door de veertigjarige, pas gescheiden Phoebe. Voor ze het weet is ze bruiloftsgast tegen wil en dank. 'Scherp, geestig en een genot om te lezen.'