Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een formidabel delirisch meesterwerk

Nico van der Sijde 27 december 2019
"Petersburg" van Andrej Bely is niet heel bekend, maar wordt door enkelingen wel zeer geroemd. Nabokov bijvoorbeeld vond dit in 1922 gepubliceerde magnum opus een van de vier grootste prozawerken van de twintigste eeuw, naast "Ulysses", "Die Verwandlung" en "A la recherche du temps perdu". Rusland- connaisseur Sjeng Scheijen noemde het in De Volkskracht dé reactie in romanvorm bij uitstek op de totale chaos in het Rusland van 1905, en sprak zelfs van "Eén van de beste Russische romans ooit geschreven". Dat laatste voel ik tot mijn verbazing ook zo: giganten als Tolstoj, Dostojevski, Gogol, Nabokov en Platonov zijn voor mij God zelf, maar "Petersburg" kan het naar mijn smaak prima opnemen tegen het netvliesscheurend prachtige werk van deze formidabel geweldige geweldenaren. Ik las de 400 bladzijden van "Petersburg" in euforische roes, twee keer achter elkaar en met steeds toenemende bewonderende jubel. Ook met bewonderende dankbaarheid voor de vertaling en het uitgebreide nawoord van Charles B. Timmer, want wat heeft die man toch veel geweldig Russisch werk voor ons ontsloten, en wat heeft hij dat ook bij Bely weer schitterend gedaan. Daarnaast maakte ik dankbaar gebruikt van de Engelse, zeer uitgebreid geannoteerde vertaling van Maguire en Malmstad: een vertaling die misschien wat meer recht doet aan de allitererende klankrijkdom van "Petersburg", terwijl Timmers vertaling misschien wat beter de volkomen jachtige syntaxis van Bely treft, die opgejaagd wordt door een koortsachtige stroom van puntkomma's, komma's, dubbele punten, rare spaties en vreemde woordcombinaties.

Het volkomen delirische "Petersburg" is, zoals gezegd, een passende reactie op de chaos van het Rusland anno 1905. Het land was toen vol verwarring en gewelddadig- revolutionaire onrust, leed aan een ingestort zelfbeeld omdat het net een oorlog van het inferieur geachte Japan had verloren, en was doordesemd van verhitte debatten over de kern van de Russische volksaard: in hoeverre was die uniek, in hoeverre was die Westers of een eigen gezuiverde versie van het Westerse religieuze denken, in hoeverre was die volksaard juist irrationeel en doorregen van angsten en invloeden die uitgingen van de ontembare Mongoolse horden? De fysieke en geestelijke realiteit was toen kortom vol van transformaties, chaos, metamorfoses en vervagende verbrokkeling. Bovendien, Bely was een van de voormannen van het Russisch symbolisme: de stroming die stelde dat achter de wereld der fysieke of denkbare verschijnselen een gans andere realiteit vermoed kon worden, en dat schrijvers de heilige plicht hebben om dit hallucinatoire en verwarrende vermoeden uit te drukken door radicaal experimentele inzet van alle stijlmiddelen en door maximale ontplooiing van ambiguïteit. Dus onder de toch al chaotische realiteit van 1905 kon volgens symbolist Bely een andere, nog ongrijpbaardere realiteit worden vermoed, en aan die chaos onder de chaos wilde hij vorm en inhoud geven in "Petersburg". Vandaar dat dit boek gedachten bevat als: "De tragedie is dat we in een onzichtbare wereld leven, in een wereld van schimmen". En tegelijk staat het vol met carnavaleske taferelen vol overweldigende exuberante humor. Want de wereld zoals Bely die ziet is vaak tot in het extreme unheimlich onherkenbaar, maar mede daardoor ook vaak om je helemaal slap te lachen.

Meesterlijk functioneel in dit verband is de voortdurende jachtige fragmentatie van stijl en plot. Veel zinnen zijn delirisch gejaagd, soms tot op stamelende wartaal af. En de plot is vol ongelofelijk ingenieuze flashbacks, flash- forwards en zijwaartse bewegingen: midden in de ene extatische scene zwenkt het perspectief ineens naar een andere extatische scene, en die weer naar een andere, zodat het verhaal zich niet chronologisch ontrolt maar via associatieve brokstukken wordt opgediend. Wat soms juist des te indringender "totaalervaringen" oplevert: al puzzelend merkte ik bijvoorbeeld dat de spectaculaire ondergang van het ene personage en de ongehoorde climax van een andere plotlijn exact tegelijk plaatsvinden, en ook met elkaar zijn verbonden door allerlei subtiele beeldrijmen en verwevingen van associatieve motieven. Twee koortsachtige en delirisch- verbrokkelde plots versmelten daardoor tot één bijna onbevattelijk chaotische totaaltableau, een tableau dat Bely nooit had kunnen creëren door zijn verhaal gewoon chronologisch en logisch te vertellen. Tegelijk is die jachtige fragmentatie een bijzonder geslaagde poging om de jachtigheid van het moderne leven te imiteren: bijvoorbeeld het leven van Petersburg, metropool vol van tegen elkaar opbotsende gejaagde mensenmenigten.

Bovendien, "Petersburg" is - zoals Timmer mooi zegt- de biografie van een bom. Bijna alle verwikkelingen worden in beweging gezet door de enorme dreiging van een alles vernietigende bom, waarmee Nikolaj Apollonovitsj zijn vader en staatsraad Apollon Apollonovitsj heeft beloofd te vermoorden. Een belofte vol troebele Oedipale motieven, met alle irrationaliteiten die eigen zijn aan voorgenomen vadermoord, vol terroristische woede, en vol maniakale en zelfs Satanische aandrift om de hele Russische cultuur op te blazen inclusief Nikolaj Apollonovitsj zelf. Maar ook een belofte vol irrationele verdringing: Nikolaj weet in zijn verhitte verwarring niet waarom hij die belofte doet, verdringt uit ontzetting dat hij zich deze terreurdaad ooit voornam, en wordt nog extra in de war gebracht door terroristische handlangers die op soortgelijke wijze deze terreurdaad plannen en verdringen tegelijk, en die soms uit pure angst zelfs vergeten dat die bom überhaupt bestaat. Dat alles leidt tot een even hilarisch als adembenemend heen en weer van verdringingen, ontkenningen, lapsussen, angsten, weer opspelende terroristische gevoelens en weer ontkenningen, en tot vele tragikomisch-bizarre verwikkelingen rondom die bom. Waarbij de intens irrationele dreiging die van die bom uitgaat dus prachtig voelbaar wordt gemaakt door de jachtigheid van de plot en door de koortsachtige, van angst en verdringing doordesemde dialogen en alleenspraken. Maar ook door de woekerende rijkdom van motieven en beelden die Bely inzet: overal duiken beelden op van opzwellende bolvormen, uitdijende sferische vormen, aanzwellende explosieve gassen, intens bloedrode lichteffecten, fosforescerende zonnen.... Allemaal beelden die de dreigende bomexplosie verbeelden en aankondigen zonder hem direct te benoemen, en precies die indirectheid benadrukt dan de onuitspreekbaarheid van de verschrikking. Zoals ook de absurditeit ruim baan krijgt door het idiote gegeven dat die bom is verpakt in een sardineblikje, wat weer allerlei associaties oproept met druipende sardineolie langs de kin van sommige personages en de walging van Nikolaj voor sardines. En zoals ook de totale mentale fragmentatie van diverse personages extra pregnant wordt door de wijze waarop hun koortsdromen en dissociatieve fantasieën weer rijmen met al die eerder genoemde motieven die indirect verwijzen naar de bom. Fragmentatie die ook tot uiting komt in het gegeven dat personages soms de alomtegenwoordige dreiging niet waarnemen als visueel of talig beeld, maar als een langgerekte "oooooooooo": een kreet, bastoon of lied dat vanuit het niets lijkt te komen.

Echt geniaal vind ik bovendien hoe Bely Petersburg beschrijft als oord van misleidende spiegelingen, onwerkelijke schaduwen, barokke en carnavaleske maskerades, ondoordringbare mist en fantoomachtige dreiging. De door Bely bewonderde Gogol en Dostojevski hadden de onwerkelijkheid van Petersburg ook al prachtig verbeeld, maar Bely doet het nog een aantal malen intenser. Ongeëvenaard vind ik bijvoorbeeld een passage als: "De meedogenloze zonsondergang liet uit zijn horizon de ene treffer na de andere neerkomen, en de roze rimpelingen van het water vloeiden in elkaar over, en hoog boven hen gingen witte wolkjes als kleine splinters stukgeslagen parelmoer in de turkooizen hemel onder; daarna vloeien al het turkoois gelijkelijk tussen de scherven van roze parelmoer uiteen.... en dan zal het niet lang meer duren, of het donkere blauw, de blauwgroene diepte stort zich omlaag over de huizen, over het graniet, over het water. En er is geen zonsondergang meer". Jubelen moet ik bij passages als: "Onder de maan vlogen houten, veelstakige handen rond; een hoofd van struikgewas rekte zich naar de ruimte uit en zwaaide met zijn net van zwartige twijgjes; de maan raakte in het net verstrikt en begon er nog verblindender in te glinsteren; de open ruimten tussen de takken vulden zich met een fosforescerende gloed en daaruit vormde zich een enorm lichaam dat in fosfor brandde met een regenjas van vitrioolachtige kleur die in de mist wegfladderde". En ook lang niet verkeerd vind ik: "Daar waar alleen maar een bleekgrijze klonter van ontbinding had gehangen, daagde eerst mat en vaag, maar toen in zijn geheel de groezelige, zwartgrauwe Isaakkathedraal op..... Om dan weer in de mist terug te keren. En toen ging een wijdte open: een diepte, een groenachtige troebelheid, waarin de zwarte brug wegsnelde, waar de mist als een sluier voor de koude verten met hun talloze schoorstenen hing en waarvandaan een golf van voortjagende wolken kwam opzetten".

De fysieke realiteit van de stad Petersburg wordt hier dus, op volgens mij symbolistische én briljante wijze, uitvergroot en getransformeerd tot beeld van totale onwerkelijkheid, of tot beeld van de irrationele onderstroom van elke zogenaamde "waarneembare realiteit". Daarmee, en met al zijn beelden die indirect verwijzen naar de allesvernietigende intensiteit van de bomexplosie, lijkt Bely te tasten naar dimensies waar ons verstand en onze logica geen vat op hebben. Dat levert naar mijn idee geen hogere kennis of inzicht op, maar juist een adembenemend intense verbijstering over de onkenbaarheid van alles. Wat Nikolaj bijvoorbeeld als volgt ervaart:"In die toestand zat hij voor het sardineblikje; hij zag zonder te zien en hoorde zonder te horen, zijn lichaam had zich in nul graden van de parketvloer afgezet; zijn hoofd zonk geluidloos op tafel neer (op het sardineblikje) en door de open deur staarde hem het bodemloze aan dat Nikolaj Apollonovitsj op zijn lange sterrenreis of droomtocht (wat op hetzelfde neerkomt, merken wij op) geprobeerd had te ontwijken; de open deur ontsloot een kosmische oneindigheid". Maar ook Apollon Apollonovitjs heeft dit soort ervaringen: in zijn bed liggend hangt hij "boven een tijdeloze leegte", en "in plaats van een schedeldak was er alleen een opengeslagen, ronde bres; en op dat noodlottige ogenblik […] begon iets met een geloei als van de wind in een schoorsteen vliegensvlug zijn bewustzijn door de blauwe bres van het schedeldak naar buiten te trekken, naar de oneindigheid toe. Er was iets schandelijks gebeurd (en het bewustzijn stelde vast dat het was gebeurd; alleen wanneer, dat herinnerde het zich niet); het was een schandaal: de wind had Apollon Apollonovitsj uit Apollon Apollonovitsj weggeblazen". Heel vaak in "Petersburg" is dan ook sprake van een "hersenspel", waarin gedachten als het ware zichzelf denken en glimpen opvangen van iets dat de denker totaal niet meer bevat en al zijn denken exploderen doet. Ook op andere manieren hebben diverse personages meerdere extatische ervaringen van leegte, chaos, hallucinatie, walging, angst en dood..... En steeds leiden die ervaringen weer tot een soort verbijsterd gevoel van staren in de leegte en de totale onkenbaarheid.

Verbluffend vind ik de enorme stilistische veelzijdigheid van dit fenomenale boek. Bely is ongelofelijk goed in het beschrijven van schimmige gestalten die vanuit de ene mist in de andere verdwijnen, en die geen gezichten hebben maar gezichtvlekken of maskers. Hij is briljant in het beschrijven van gedaanten die niks meer zijn dan silhouetten die een dimensie missen, maar die door intense ervaringen metamorfoseren in open ruimtes van vier of meer dimensies. Ook de met deze metamorfes gepaard gaande totale explosies van het 'ik' krijgt Bely formidabel op papier. Geniaal op dreef is hij bij het beschrijven van met surrealistische overmaat gevulde ruimtes, vol Japanse prenten van Houkusai die zich niet houden aan onze westerse noties van perspectief, waarna ook die ruimte en alle objecten en personen erin geheel breken met elk perspectief. IJzingwekkend goed beschrijft hij de innerlijke gespletenheid en dissociatie van al zijn personages, en op fenomenaal indringende wijze maakt hij hun totale belachelijkheid (elk personage is een vleesgeworden carnavaleske en hilarische grap) en tegelijk ook hun enorme tragiek voelbaar. Zodat we hun intense existentiële zoektocht naar het onmogelijke helemaal meebeleven, hoe idioot deze vaak ook is. Fabuleus evoceert Bely het verlangen naar orde en symmetrie van Apollon en Nikolaj, even fabuleus evoceert hij hun irrationele Mongoolse onderstromen die elke orde van binnenuit vernietigen. Ongehoord is zijn beschrijving van gehallucineerde gele wanden, met daarop demonische gedroomde gezichten waarop kakkerlakken en pissebedden krioelen. Dat, in combinatie met de vele passages over de plakkerigheid van het hele bestaan, geeft deze roman ook nog eens een meeslepende ondertoon van existentiële walging. Terwijl veel andere passages juist weer tot over de rand gevuld zijn met ontzagwekkend intense en ongehoord originele poëzie, en met een beeldende kracht die op ongelofelijk suggestieve wijze tast naar het onmogelijke. Zodat Bely steeds weer ruimtes vol verwonderlijkheden opent in mijn hoofd. En dat lukt hem elke pagina opnieuw, en op elke pagina meerdere keren.

"Petersburg" is kortom een magnifiek geschreven koortsdroom: een geniale reactie op de revolutionaire realiteit van het Rusland van toen, en een duizelingwekkende poging om de chaos voelbaar te maken die gaapt onder die toch al zo ongrijpbare realiteit. Het is één langgerekte kreet van verbijstering over de onkenbare grilligheid van de wereld binnen en buiten ons hoofd, en één langgerekt ongrijpbaar lied over de onbekende dimensies waarvan we het bestaan alleen kunnen vermoeden. Zelden heb ik zo'n eloquente kreet gezien, zelden heb ik zo'n intens poëtisch lied gehoord. Zelden heb ik zoveel existentiële tragiek, peilloze verwondering, adembenemende verwarring, hilarische humor en meeslepende schrijfkracht gezien, zelden heb zo'n tomeloos origineel en euforiserend boek gelezen. Zelden las ik een boek dat mij met zijn voortdurende verbijstering zo verbijsterde en inspireerde. Bij elk hoofdstuk had ik de neiging rondom de tafel te dansen. En die neiging heb ik nu het boek uit is nog steeds.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.