Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een ultiem meesterwerk vol van sfeer

Nico van der Sijde 11 februari 2016
Zoals jullie misschien weten ben ik een idolate fan van Joseph Roth, ook van zijn minder bekende werk, dat ik de laatste tijd gretig lees en herlees. Dus herlas ik ook "De Radetzkymars", zijn meest bekende en volgens velen zijn beste boek. Welnu, ik kom superlatieven tekort: dit boek is volgens mij echt een meesterwerk van de buitencategorie, een van de weinige boeken waar ik wel zes sterren aan zou willen geven, en naar mijn smaak net zo verpletterend als b.v. "Der Zauberberg" of "Der Mann ohne Eigenschaften", twee van mijn allerfavorietste favoriete boeken. Ja, dat zijn grote woorden, maar ik meen ze wel: ik vind Roth echt de evenknie van zijn gigantische tijd- en taalgenoten Mann en Musil, want hij schrijft totaal anders dan die twee titanen maar wel net zo verbluffend goed. En ik vond het nu zelfs nog geweldiger dat toen ik het enkele jaren geleden voor het eerst las.

Het boek draait, zoals bekend, om de neergang van het Habsburgse rijk, en de wijze waarop die neergang doorwerkt in drie generaties van de familie Trotta. Op werkelijk prachtig melancholieke en ironische wijze wordt beschreven hoe grootvader Trotta in zijn jeugd de keizer nog puur toevallig heeft gered van een onbenullige dood, en hoe Trotta helemaal verbitterd raakt omdat die redding in geschiedenisboeken tot onecht heldenepos is opgeblazen. Al even prachtig is hoe zijn zoon zich ontwikkeld tot een districtshoofd die heilig in de keizer gelooft, en hoe de kleinzoon als luitenant helemaal meegesleurd wordt in de teloorgang van het Oostenrijks-Hongaarse leger en de onttakeling van het Habsburgse rijk.

De wijze waarop Roth die onttakeling evoceert is echt uniek. Ook Musil en Mann schreven schitterend over de instorting van alles van waarde tijdens WOI, ook zij lieten op geniale wijze zien dat die eerste wereldoorlog de teloorgang was van een wereld, waardoor de mensen beroofd werden van hun ankerpunten en hun kompas. Zij deden dat in werken vol van verbijsterende filosofische en beschouwelijke diepgang. Roth doet echter iets totaal anders: hij analyseert niet, filosofeert niet, geeft geen diepgaande beschouwingen over de ondergang van het Habsburgse rijk, maar hij evoceert hoe die ondergang doorwerkt in de grillige en bonte levens van zijn personages. Roth is nooit abstract, maar altijd zintuigelijk en concreet: niemand kan zo overtuigend een zomerdag of een naderend onweer beschrijven als hij, niemand kan in zo weinig zinnen een sfeer oproepen, een emotie, een gemoedsgesteldheid. Prachtig wordt bijvoorbeeld de treurnis beschreven van vader Trotta, omdat zijn oude bediende Jacques (die nog grootvader Trotta gediend heeft) overlijdt; even prachtig wordt beschreven hoe schitterend op dat moment de zomerdag is en hoe rijk de vogelzang weerklinkt in de imposante bomen; nog prachtiger wordt beschreven hoe verbijsterd vader Trotta is omdat zijn innerlijke wereld instort door het overlijden van de oude Jacques terwijl er aan de uiterlijke wereld niets lijkt te zijn veranderd. Zo doet Roth dat dus: hij biedt ons geen abstracte of filosofische beschouwing over de ondergang, maar hij beschrijft een concrete dood en een concrete wanhoop op een concrete kleurrijke zomerdag en maakt zo de emotie van die ondergang voelbaar en concreet, en laat ook nog even zien hoe rijk gestoffeerd de wereld net voor zijn ondergang nog is. Bovendien doet Roth dat steeds op onnavolgbare wijze: met een paar woorden roept hij een heel treffende en rijkgeschakeerde sfeer op, en die sfeer is dan steeds een microkosmos zoals je er nog nooit een hebt gezien.

Het is dus volkomen onmogelijk om samen te vatten waar "De Radetzkymars" in de kern over gaat, omdat het helemaal gevuld is met dit soort sfeerbeelden en unieke werelden in het klein. Daardoor gaat het boek over veel meer dan alleen 'de ondergang van het Habsburgse rijk': het gaat ook over zomerdagen, vage emoties in een moerassige grensstreek, eeuwig dolende Joden, vergeefse liefdes, een oudere vrouw die verliefd is op de liefde en de jeugd en een jonge man die verliefd is op die oudere vrouw, vriendschappen op het eerste gezicht tussen oude mannen, de illusies van jeugdigen, de droefheid van ouderen, de angst voor de dood en het bijna wellustige verlangen naar de dood. En zo meer. Dus om een veelheid van thema's, waarbij het bovendien iedere keer om veel meer gaat dan alleen dat thema: het gaat steeds om die wereld in het klein die opgeroepen wordt in de volle complexiteit van al zijn kleuren, geuren, stemmingen en vaak tegenstrijdige details. Treffend is dus niet DAT Roth de ondergang evoceert, maar HOE hij dat doet, in zijn eigen volkomen unieke stijl die elke abstractie schuwt. En om dat een beetje recht te doen zou je vele pagina's moeten citeren, wat natuurlijk niet gaat maar ook nog eens niet helpt: "De Radetzkymars" is namelijk ook nog eens ijzersterk in het gebruik van motieven, herhalingen, resonanties van de ene scène in de andere, en dat krijg je met citaten nooit goed in beeld. Bovendien voel ik bij alles wat ik van Roth zou citeren een pijnlijk soort twijfel: waarom citeer ik die ene passage nou wel en die andere duizend niet?

Niettemin toch een citaat, over hoe grootvader Trotta kijkt naar het portret dat van hem is gemaakt: "Hij leerde voor het eerst zijn gezicht kennen, hij voerde soms stille gesprekken met zijn gezicht. Het wekte in hem ongekende gedachten, herinneringen, ongrijpbare, snel vervagende schaduwen van weemoed. Hij had het portret nodig om zijn vroege ouderdom en zijn grote eenzaamheid te beseffen, uit het beschilderde doek stroomden ze hem tegemoet, de eenzaamheid en de ouderdom". Prachtig vind ik dat, hoe de oude Trotta, een raadsel voor hemzelf en zijn naasten, tot een soort stemmig besef van dat raadsel komt dankzij dat portret. En hoe hij daarmee dan in stil gesprek is. Te meer prachtig omdat zijn zoon en kleinzoon later ook weer staren naar precies datzelfde portret, en dan ook weer tot onnavolgbaar melancholische mijmeringen komen over hun grootvader en over de voor latere generaties zo moeilijk te begrijpen traditie die hij vertegenwoordigt. Grootvader heeft de keizer gered, is dus met die keizer verbonden, maar wat betekent dat? Een raadsel, omdat die keizer zelf ook een groot raadsel is. Hetgeen dan weer naar voren komt in passages waarin de kleinzoon naar het portret van de keizer staart, dat door allerlei magnifiek beschreven schaduweffecten het raadsel van de keizer zeer vergroot, en dan meteen allerlei complexe gevoelens van verlies en deernis oproept omdat het door vliegenpoep is bespat en opgehangen is in een voor de kleinzoon afstotelijk maar ook verlokkend bordeel. Maar ja, die keizer zelf is inmiddels een oude man geworden die nauwelijks meer greep op de wereld voelt, en die denkt: "De grote gouden zon van de Habsburgers ging onder, viel te pletter op de oergrond der werelden, versplinterde in vele kleine zonnebolletjes, die weer als zelfstandige hemellichamen van zelfstandige naties moesten schijnen". Zo versplinterd is de wereld van deze oude man. En dat doet dan weer denken aan de verbazing die de oude grootvader Trotta voelt, over zijn ouderdom en eenzaamheid, in stil gesprek met zijn portret.

Ook helemaal prachtig vind ik de vriendschap tussen het districtshoofd Trotta (de zoon dus van de man die de keizer redde) en dokter Skowronnek. Die vriendschap wordt als volgt in twee aforistische zinnen neergezet:"Of liefde op het eerste gezicht bestaat, wordt door kenners met recht betwijfeld. Maar dat er vriendschap op het eerste gezicht bestaat, vriendschap tussen bejaarde mannen, daaraan is geen twijfel mogelijk". Die vriendschap vindt dat zijn ontplooiing en bezegelingen in ellenlange, zwijgende partijen schaak. "Tijdens het schaken wisselden ze amper een woord. Ze hadden ook niet de behoefte om met elkaar te praten. Op het kleine schaakbord stootten soms hun magere vingers tegen elkaar aan als mensen op een klein plein, schrokken terug en gingen weer naar huis. Maar hoe vluchtig die aanrakingen ook waren - alsof de vingers ogen en oren hadden, vernamen ze alles van elkaar en van de mannen bij wie ze hoorden. En nadat de handen van het districtshoofd en dokter Skowronnek op het schaakbord een paar keer tegen elkaar gestoten waren, hadden de beide mannen het gevoel dat ze elkaar al jaren kenden en geen geheimen meer voor elkaar hadden. En dus begonnen op een dag zachte gesprekken het spel te omlijsten en boven de handen, die allang met elkaar vertrouwd waren, zweefden de opmerkingen van de mannen over het weer, de wereld, de politiek en de mensen". Schitterend vind ik dat: die eerst letterlijk tastende, zwijgende toenadering tussen twee oude mannen, gevolgd door zwijgend en later zacht gesprek. Temeer omdat dit mij dan ook weer denken doet aan het stille zelfgesprek dat ik eerder noemde, van grootvader Trotta als oudere man, met zijn portret. Stil gesprek van bejaarden met anderen en met zichzelf leidt dus tot meerdere mooie scènes, en samen vormen die scènes een fraai motief.

Zo weeft Roth dus een wereld van vele kleine werelden, waarbij die werelden nog in elkaar resoneren ook. Prachtig in zijn rijkdom en verscheidenheid, overweldigend in zijn gevoel van melancholie en verlies, verbluffend ontroerend door de vele stemmingen die worden opgeroepen. Ook de strakke compositie en de enorme beheerstheid van de stijl dwingen ademloze bewondering af. Het is een formidabele schrijver, die Joseph Roth. Ik hoop hem nog vaak te herlezen.
4

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.