Dit boek kun je niet wegleggen ....

De Joodse Emma is getrouwd met Jacob Bau. Ze zijn nog maar heel kort getrouwd als de Duitsers Polen en daarmee Emma’s geboortestad Krakau binnenvallen. Jacob stort zich al snel in de strijd tegen het verzet en moet Emma daarom al snel na hun huwelijk verlaten.
Emma vertrekt daarom naar haar ouders maar vindt daar hun huis leeg. Haar ouders zijn met alle mensen uit de buurt opgesloten in een getto. Er blijft Emma dan niets anders over dan zich bij haar ouders te voegen in het getto. Ze vindt in het getto werk in het weeshuis en leert daar ook Marta kennen waar ze mee bevriend raakt.
Op een nacht wordt Emma in het geheim uit het getto gehaald door iemand uit het verzet. Ze wordt naar een alleenstaande katholieke van Jacob gebracht. Emma wordt – voor haar eigen veiligheid nu Anna Lipowski uit Gdansk.
Op een gearrangeerd feestje van haar tante komt Emma in contact met een nazi-officier, Kommandant Richwalder. Niet alleen Emma, maar ook de Kommandant voelen zich tot elkaar aangetrokken. Emma begrijpt het niet van zichzelf maar kan niet om haar gevoelens heen.
Kommandant Richwalder vraagt of Anna Lipowski voor hem wil komen werken als secretaresse- Anna voelt hier eigenlijk weinig voor, maar ze begrijpt dat ze – zo dicht in de buurt van een nazi-officier – ook aan informatie kan komen voor het verzet.
De Kommandant krijgt langzamerhand meer gevoelens voor Emma en ook Emma koestert gevoelens voor hem, maar wil dit eigenlijk niet. Ze vindt dat ze Jacob verraadt, maar weet tegelijkertijd dat ze hem hiermee ook kan helpen. Ze verkeert in een hevige tweestrijd. Uiteindelijk wordt ze de minnares van de Kommandant met alle problemen van dien.
Jammer genoeg viel het einde me wat tegen. Ik had hier meer van verwacht. Ik kreeg sterk het gevoel dat er nog een tweede deel van dit boek zou moeten komen.