Lezersrecensie
Een schokkend verhaal van 500 jaar geweld
Piet Hagen geeft in zijn kolossale boek Koloniale oorlogen in Indonesië een overzicht van bijna 500 jaar oorlogen en militaire acties, waarbij hij dieper op de onderliggende motieven ingaat zoals het verspreiden van het christendom en het streven naar economisch gewin. Door de aaneenschakeling van oorlogen in een overzichtswerk bijeen te brengen ontstaat een schokkend totaalbeeld van de omvang en de heftigheid van het geweld. Het boek bevat tientallen illustraties en werd in 2018 voor de Libris Geschiedenisprijs genomineerd.
De archipel bestond in de 15e eeuw uit vele koninkrijken; de overheersing door Europese landen begon in 1510 en eindigde in 1975. Hagen beperkt zich in dit werk tot de schaduwkanten van het kolonialisme zoals geweld en onderdrukking, terwijl positieve effecten van kolonialisme buiten het bestek vallen. Deze afgrenzing is een te respecteren keuze. Het anticommunistische binnenlandse geweld in 1965-1966 valt buiten het bestek van het boek, hoewel het aantal dodelijke slachtoffers in die twee jaar vergelijkbaar is met het aantal dodelijke slachtoffers van koloniaal geweld in de gehele koloniale periode 1510-1975 exclusief Japanse bezetting. Tijdens de Japanse bezetting stierven ongeveer vier miljoen mensen.
Hagens magnum opus wordt soms als gedetailleerd naslagwerk of encyclopedie aangemerkt, maar dat doet het werk tekort. Hagens grootste prestatie is dat hij niet blijft steken in een opsomming van talloze veldslagen en zeeslagen maar deze heeft verwerkt tot een groots en indrukwekkend verhaal dat blijft boeien, al moet je die 900 bladzijdes uiteraard niet in één keer uitlezen. Hij weet dat verhaal te vertellen door de conflicten in een context van internationale handel en botsende geloven te zetten. Bovendien last hij af en toe relevante terzijdes in, zoals het cultuurstelsel en de slavernij, en schokkende getuigenverslagen. Een voorbeeld daarvan is een ooggetuigenverslag van de rituele zelfmoord van de vorst van Badung en zijn gevolg in 1906 toen zij door de Nederlanders werden aangevallen, waarbij je de kruitdampen ruikt, het gegil hoort en het bloed proeft. Een ooggetuigenverslag dat levendiger is en meer indruk maakt dan de beschrijving van deze historische gebeurtenis in romans (voetnoot 1).
Het is te prijzen dat Hagen zijn oordeel uitstelt tot het slot en daarmee feiten en meningen scheidt. Hagen is ook te prijzen voor de grondigheid van zijn uitgebreide onderzoek. Wie twijfelt tussen Piet Hagen, die alles verantwoordt, en David van Reybrouck, die over de onbetrouwbaarheid van 70 jaar oude herinneringen geen verantwoording aflegt (voetnoten 2 en 3): zet Piet Hagen in je boekenkast.
Piet Hagen was journalist bij het dagblad Trouw, docent en directeur van de School voor Journalistiek in Utrecht, hoofdredacteur van De Journalist en medewerker van NRC Handelsblad. Vanaf 1982 publiceert hij non-fictieboeken.
Voetnoten
1. https://www.hebban.nl/recensie/pirayaani-over-een-meisje-van-honderd
2. https://spectator.clingendael.org/nl/publicatie/revolusi-een-prachtig-boek-dat-stevig-rammelt
3. https://www.jhsg.nl/recensie-david-van-reybrouck-revolusi/
De archipel bestond in de 15e eeuw uit vele koninkrijken; de overheersing door Europese landen begon in 1510 en eindigde in 1975. Hagen beperkt zich in dit werk tot de schaduwkanten van het kolonialisme zoals geweld en onderdrukking, terwijl positieve effecten van kolonialisme buiten het bestek vallen. Deze afgrenzing is een te respecteren keuze. Het anticommunistische binnenlandse geweld in 1965-1966 valt buiten het bestek van het boek, hoewel het aantal dodelijke slachtoffers in die twee jaar vergelijkbaar is met het aantal dodelijke slachtoffers van koloniaal geweld in de gehele koloniale periode 1510-1975 exclusief Japanse bezetting. Tijdens de Japanse bezetting stierven ongeveer vier miljoen mensen.
Hagens magnum opus wordt soms als gedetailleerd naslagwerk of encyclopedie aangemerkt, maar dat doet het werk tekort. Hagens grootste prestatie is dat hij niet blijft steken in een opsomming van talloze veldslagen en zeeslagen maar deze heeft verwerkt tot een groots en indrukwekkend verhaal dat blijft boeien, al moet je die 900 bladzijdes uiteraard niet in één keer uitlezen. Hij weet dat verhaal te vertellen door de conflicten in een context van internationale handel en botsende geloven te zetten. Bovendien last hij af en toe relevante terzijdes in, zoals het cultuurstelsel en de slavernij, en schokkende getuigenverslagen. Een voorbeeld daarvan is een ooggetuigenverslag van de rituele zelfmoord van de vorst van Badung en zijn gevolg in 1906 toen zij door de Nederlanders werden aangevallen, waarbij je de kruitdampen ruikt, het gegil hoort en het bloed proeft. Een ooggetuigenverslag dat levendiger is en meer indruk maakt dan de beschrijving van deze historische gebeurtenis in romans (voetnoot 1).
Het is te prijzen dat Hagen zijn oordeel uitstelt tot het slot en daarmee feiten en meningen scheidt. Hagen is ook te prijzen voor de grondigheid van zijn uitgebreide onderzoek. Wie twijfelt tussen Piet Hagen, die alles verantwoordt, en David van Reybrouck, die over de onbetrouwbaarheid van 70 jaar oude herinneringen geen verantwoording aflegt (voetnoten 2 en 3): zet Piet Hagen in je boekenkast.
Piet Hagen was journalist bij het dagblad Trouw, docent en directeur van de School voor Journalistiek in Utrecht, hoofdredacteur van De Journalist en medewerker van NRC Handelsblad. Vanaf 1982 publiceert hij non-fictieboeken.
Voetnoten
1. https://www.hebban.nl/recensie/pirayaani-over-een-meisje-van-honderd
2. https://spectator.clingendael.org/nl/publicatie/revolusi-een-prachtig-boek-dat-stevig-rammelt
3. https://www.jhsg.nl/recensie-david-van-reybrouck-revolusi/
3
1
Reageer op deze recensie