Lezersrecensie
Wie bepaalt de stem? Over macht en identiteit
Op een afgelegen eiland voor de Ierse westkust komen een Engelse schilder en een Franse taalkundige aan. Beiden op zoek naar iets authentieks: de één naar inspiratie voor zijn kunst, de ander naar een taal die dreigt te verdwijnen. Ze noemen zichzelf waarnemers, maar hun aanwezigheid is allesbehalve neutraal.
Terwijl de twee mannen strijden om wie het eerst en het meest recht heeft op deze plek, hebben de bewoners – vooral de jonge James en zijn moeder – zo hun eigen gedachten over de bezoekers. Ze worstelen met kou, isolatie en armoede. James, veroordeeld tot een bestaan als visser, begint onder invloed van Lloyd te tekenen en te dromen over een ander leven. Zijn moeder Mairéad wil overleven, haar gezin bij elkaar houden, maar verzet zich in stilte tegen haar lot.
Via de radio sijpelen ondertussen berichten binnen over bloedige aanslagen door de IRA en het Irish National Liberation Army.
Magee schrijft helder en precies. Elk personage heeft een eigen stem, een eigen ritme, waardoor hun binnenwereld voelbaar wordt. Schilder Lloyd is fragmentarisch en poëtisch - vastbesloten om iets groots te creëren, maar blind voor wat hij achterlaat. Linguïst Masson praat in wetenschappelijke analyses, maar achter zijn betweterigheid schuilt ook iets anders: verlies, gemis, misschien zelfs spijt. James zegt weinig, maar vindt gaandeweg zijn eigen manier om te kijken én om gezien te worden.
En steeds weer die radioberichten – over bomaanslagen, doden, strijd in Noord-Ierland. Ze herinneren eraan dat het eiland niet losstaat van de wereld. Dat deze ‘kolonie’ ook symbool staat voor iets veel groters: wie heeft macht? Wie bepaalt welke taal, welk verhaal blijft bestaan?
De kolonie is een indringend, subtiel en gelaagd verhaal over kunst, taal, identiteit en het verlangen naar meer. Het raakte me diep – en bleef lang nazinderen.
Bedankt Uitgeverij Oevers voor het recensie-exemplaar.
Terwijl de twee mannen strijden om wie het eerst en het meest recht heeft op deze plek, hebben de bewoners – vooral de jonge James en zijn moeder – zo hun eigen gedachten over de bezoekers. Ze worstelen met kou, isolatie en armoede. James, veroordeeld tot een bestaan als visser, begint onder invloed van Lloyd te tekenen en te dromen over een ander leven. Zijn moeder Mairéad wil overleven, haar gezin bij elkaar houden, maar verzet zich in stilte tegen haar lot.
Via de radio sijpelen ondertussen berichten binnen over bloedige aanslagen door de IRA en het Irish National Liberation Army.
Magee schrijft helder en precies. Elk personage heeft een eigen stem, een eigen ritme, waardoor hun binnenwereld voelbaar wordt. Schilder Lloyd is fragmentarisch en poëtisch - vastbesloten om iets groots te creëren, maar blind voor wat hij achterlaat. Linguïst Masson praat in wetenschappelijke analyses, maar achter zijn betweterigheid schuilt ook iets anders: verlies, gemis, misschien zelfs spijt. James zegt weinig, maar vindt gaandeweg zijn eigen manier om te kijken én om gezien te worden.
En steeds weer die radioberichten – over bomaanslagen, doden, strijd in Noord-Ierland. Ze herinneren eraan dat het eiland niet losstaat van de wereld. Dat deze ‘kolonie’ ook symbool staat voor iets veel groters: wie heeft macht? Wie bepaalt welke taal, welk verhaal blijft bestaan?
De kolonie is een indringend, subtiel en gelaagd verhaal over kunst, taal, identiteit en het verlangen naar meer. Het raakte me diep – en bleef lang nazinderen.
Bedankt Uitgeverij Oevers voor het recensie-exemplaar.
1
Reageer op deze recensie
