Lezersrecensie
De ondraaglijke lichtheid van het leren uitsterven (Milan Kundera, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan)
De klimaatcrisis neemt zulke persistente vormen aan dat men zegt dat we moeten leren uitsterven. Nu is de dood een palindroom, dus leren uitsterven is niet voldoende omdat elk sterven op aarde een nieuw begin inluidt, een nieuw ontluiken zoals de klaproos op een stronthoop. Leren uitsterven is dus niet voldoende, maar veronderstelt dat je wil dat de mensheid er nooit geweest is.
Is de wil om nooit geweest te zijn een menselijke mogelijkheid? Je kunt willen dat de mensheid er niet meer is. Men spreekt bijvoorbeeld graag over het parasitair bestaan van de mens sinds de Industriële revolutie, die de aarde vernietigt. Voor de loop van de natuurlijke ecosystemen van de aarde zou het dan beter zijn dat de mens uitsterft. Denk aan de enorme biodiversiteit in voor mensen verboden zones zoals Tsjernobyl, die zo’n visioen aannemelijk maken. Maar kun je zo ver gaan te willen dat de mens nooit geweest is om aan de voorwaarde voor het leren uitsterven te voldoen? Denk aan de pracht van de taal, van de liefde, van de muziek en zelfs de blijken van ethisch gedrag in de geschiedenis, die de wereld niet zou kennen als de mens nooit geweest zou zijn. De architectuur van de Zwitserse Alpen is prachtig, net als de tekening van het zwarte woud in de herfst, maar de 2e van Mahler en het altaarstuk van Grünewald tekenen de wereld evengoed. Je kunt misschien willen dat die pracht er niet meer is, omdat je de gang van de natuur z’n beloop wil laten en inziet dat de mens de aarde met het uitsterven van miljoenen planten- en diersoorten bedreigt. Je kunt echter niet willen dat de mens nooit heeft bestaan. Je doet dan namelijk net alsof het menselijk leven iets is waar je overzicht over kunt hebben, een vergelijking tussen verschillende mogelijke levenspaden kunt maken, en tot de slotsom kunt komen wat de beste optie voor de aarde is. Het probleem is dat leven, zijn, primair een werkwoord is, een onderweg beduidt dat zo’n overzicht en vergelijkingsopzicht ontbeert vanwege z’n eenmaligheid. De wens dat het menselijk leven nooit geweest zou zijn veronderstelt al leven in een heel andere zin.
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera inspireert om dit de een categorische instemming met het bestaan te noemen. Daarbij moet je niet Kundera’s eigen interpretatie van dit begrip omarmen. Hij noemt de categorische instemming met het leven kitsch, omdat het een esthetisch ideaal is dat de gruizigheid en verraderlijke van het leven miskent. Het feit dat je niet kunt willen dat de mens nooit geweest is, verleidt tot de gedachte dat er inderdaad een categorische instemming met het leven is, die overigens niet per se afziet van de vuiligheid van het bestaan. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat je niet kunt willen er niet meer te zijn. Elke abortus, elke euthanasie, elke zelfmoordpoging getuigt daarvan. Je kunt alleen niet willen nooit geweest te zijn. In dat opzicht getuigt de wil om te leren uitsterven van een ondraaglijke lichtheid die je belet uit te willen sterven. (meer blogs over literatuur en filosofie: https://vincentblok.wordpress.com/)
Is de wil om nooit geweest te zijn een menselijke mogelijkheid? Je kunt willen dat de mensheid er niet meer is. Men spreekt bijvoorbeeld graag over het parasitair bestaan van de mens sinds de Industriële revolutie, die de aarde vernietigt. Voor de loop van de natuurlijke ecosystemen van de aarde zou het dan beter zijn dat de mens uitsterft. Denk aan de enorme biodiversiteit in voor mensen verboden zones zoals Tsjernobyl, die zo’n visioen aannemelijk maken. Maar kun je zo ver gaan te willen dat de mens nooit geweest is om aan de voorwaarde voor het leren uitsterven te voldoen? Denk aan de pracht van de taal, van de liefde, van de muziek en zelfs de blijken van ethisch gedrag in de geschiedenis, die de wereld niet zou kennen als de mens nooit geweest zou zijn. De architectuur van de Zwitserse Alpen is prachtig, net als de tekening van het zwarte woud in de herfst, maar de 2e van Mahler en het altaarstuk van Grünewald tekenen de wereld evengoed. Je kunt misschien willen dat die pracht er niet meer is, omdat je de gang van de natuur z’n beloop wil laten en inziet dat de mens de aarde met het uitsterven van miljoenen planten- en diersoorten bedreigt. Je kunt echter niet willen dat de mens nooit heeft bestaan. Je doet dan namelijk net alsof het menselijk leven iets is waar je overzicht over kunt hebben, een vergelijking tussen verschillende mogelijke levenspaden kunt maken, en tot de slotsom kunt komen wat de beste optie voor de aarde is. Het probleem is dat leven, zijn, primair een werkwoord is, een onderweg beduidt dat zo’n overzicht en vergelijkingsopzicht ontbeert vanwege z’n eenmaligheid. De wens dat het menselijk leven nooit geweest zou zijn veronderstelt al leven in een heel andere zin.
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera inspireert om dit de een categorische instemming met het bestaan te noemen. Daarbij moet je niet Kundera’s eigen interpretatie van dit begrip omarmen. Hij noemt de categorische instemming met het leven kitsch, omdat het een esthetisch ideaal is dat de gruizigheid en verraderlijke van het leven miskent. Het feit dat je niet kunt willen dat de mens nooit geweest is, verleidt tot de gedachte dat er inderdaad een categorische instemming met het leven is, die overigens niet per se afziet van de vuiligheid van het bestaan. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat je niet kunt willen er niet meer te zijn. Elke abortus, elke euthanasie, elke zelfmoordpoging getuigt daarvan. Je kunt alleen niet willen nooit geweest te zijn. In dat opzicht getuigt de wil om te leren uitsterven van een ondraaglijke lichtheid die je belet uit te willen sterven. (meer blogs over literatuur en filosofie: https://vincentblok.wordpress.com/)
1
Reageer op deze recensie