Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De grens aan het post-humanisme (Mariken Heitman, Wormmaan)

VincentBlok 26 februari 2023
Wormmaan is een verhaal over de manier waarop de wereld de zin en bestemming van mensen en dingen vormgeeft, en de noodzaak van innerlijk verzet daartegen. Hoofdpersoon Elke is zelf een exponent van die wereld. Ze werkt in een commercieel laboratorium voor plantenveredeling maar besluit de boel om te draaien. Ze verlaat het bedrijf en wendt haar ervaring aan om een vergeten erwtenras te laten verwilderen, precies zoals ze zichzelf wil ontdoen van de waarden en categorieën die de wereld aan haar identiteit oplegt. Wat volgt is een post-humanistische vertelling waarin alle eenheden en opposities – man-vrouw, mens-dier, homo-hetero – doorbroken worden: “De tragiek van een mens is namelijk de gedachte dat hij er één is. Een afgebakende entiteit. Maar wij overlappen in ons voorouderschap. Werkelijk niemand komt voort uit een enkelvoudige lijn. Noem ons het verknoopte amalgaan van haar verwanten, de niet-aflatende stroom doden” (16-17). Omdat de voorouders van mensen, dieren en planten evolutionair gezien een gemeenschappelijke moeder hebben, maakt de vaste eenheid van de mens plaats voor een fluïde bestaan waarin al dit soort opposities opgeheven zijn: “Wij zijn de onderdelen waar die streng uit ontstond, het gas en de aarde, de mineralen, moleculen, de zuren en de basen. Het stof geworden licht en de beweging. Hoe benoem je onmetelijkheid? Zij komt voort uit een ononderbroken vloed van leven” (19). Niet de mens maakt en bebouwt de aarde middels landbouw, snelwegen en pijpleidingen, maar de aarde is zelf de ‘oppervormer’ die van zich blijk geeft in de materialiteit van mensen, dieren en planten: “Zij, de oppervormer, is meer dan de optelsom van water, lucht, mineralen, secreties, het dode wat ooit leefde, het dode wat nooit leefde, het dode wat ooit zal leven, het leven. Haar aard weerspiegelt zich in de planten, de planteneters, de eters van planteneters en de eters van dat wat stierf. Een kool geteeld op kleigrond is vaster en zwaarder dan een kool van het zand, die flodderig en zacht is. Ook een plant is dat wat zij eet” (205-206).

            Waar Heitman spreekt over de aarde als oppervormer van mensen, dieren en planten, zou ik onderscheiden tussen aarde en wereld. Natuurlijk, je kunt de aarde begrijpen als materieel beginsel van mensen, dieren en planten. Ik noem dat de conativiteit van materiële entiteiten in Van wereld naar aarde.[1] En toch is de aarde geen oppervormer, omdat de vormgeving van de identiteit van mensen, dieren en planten mede geconstitueerd wordt door hun responsiviteit naar de omgeving. Zoals de identiteit van schimmels niet alleen gevormd worden door de aarde maar mede door de bomen in hun omgeving, en van dieren door de aanwezigheid van andere dieren waarmee zij een kudde vormen, zo wordt de identiteit van mensen mede geconstitueerd door de wereld waarin zij thuis zijn. Het verschil tussen wereld en aarde kan blijken als we bedenken dat mensen, dieren en planten niet alleen ontspruiten aan de materialiteit van de aarde maar tegelijkertijd responsief zijn naar andere mensen en dieren, planten en dingen in hun omgeving, terwijl de aarde – de lithosfeer, hydrosfeer en atmosfeer – weliswaar mogelijkheidsvoorwaarde is van welk ecosysteem of wereld ook, maar in geen geval responsief kan worden genoemd; mensen, dieren en planten groeien weliswaar naar het licht, maar niet andersom.

Dit verschil biedt gelegenheid om de tweeslachtigheid van een vergeten erwtenras of van een mens die zich niet thuis voelt in haar vastomlijnde identiteit anders te denken dan het post-humanisme van Heitman voorstaat. Zij benadrukt namelijk de fluïditeit en integratie van mensen, dieren en dingen: “De aarde zal weer bruisen, als we stoppen de kiem te smoren die niet buigt. … We raken aan en we wijken, want alles hangt met alles samen en iedereen groeit naar het licht” (256). In het post-humanisme zijn mensen, dieren en planten zodanig met elkaar verstrengeld in de materialiteit van de aarde, dat geen sprake meer is van ‘iets’ of ‘iemand’ die verantwoordelijk kan worden gehouden voor de maakbaarheid van de aarde, noch kan worden aangesproken om zich daartegen te verzetten. Als alles met alles samenhangt, dan is ook ‘alles’ verantwoordelijk voor ‘het smoren van de kiem’, en zou het van humanisme getuigen om de mens verantwoordelijk te houden daarvoor[2], laat staan voor het verzet daartegen.

Ik ontken niet de verstrengeling van mensen, dieren en planten in de wereld waarin wij thuis zijn. Die omgeving betreft alleen niet de aarde maar de wereld. Die wereld wordt beheerst door opposities en categorieën die we ter discussie kunnen en moeten stellen. Maar als we die verstrengeling in de wereld ernstig nemen, dan zijn wij als wereldbewoners niet het subject die die wereld kunnen veranderen maar primair responsief naar die wereld. Verandering stamt van de erupties van de aarde – vulkanen & tsunami’s, kunst & techniek - die de vertrouwde wereld dooreen doen schudden en nieuwe mogelijkheden openen. Het verschil tussen wereld en aarde kan helpen om de tweeslachtigheid van mensen, dieren en planten als tweeslachtigheid van het aards en werelds bestaan van mensen, dieren en planten te denken, die enerzijds responsief zijn naar een wereld en tegelijkertijd invasief blijven.  

[1] Blok, V. (2022) Van wereld naar aarde. Filosofische ecologie van een bedreigde planeet. Boom: Amsterdam

[2] Blok, V. (2015) “The human glanze, the experience of environmental distress and the ‘Affordance’ of nature: Toward a phenomenology of the ecological crisis”, Jou

Reageer op deze recensie

Meer recensies van VincentBlok