Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Magie is een schaars goed

Jack Schlimazlnik 01 mei 2016 Auteur
Het is al een tijdje terug dat Adrian Stone een nieuw boek aankondigde. Eerlijk gezegd was ik in de veronderstelling dat dat sciencefiction zou zijn, maar het is (weer) epische fantasy met magie, draken en zwaardgevechten en daar is niks mis mee. In oorspronkelijk Nederlands worden te weinig van dat soort verhalen uitgegeven door de reguliere uitgeverijen, naar mijn mening. De laatste die het genre beoefende voor een grote, reguliere uitgeverij was W.J. Maryson.

Ik denk dat de titel een beetje afkomstig is uit de spagaat die fantasy moet maken tussen enerzijds het Nederlandse idioom en anderzijds het veel bekendere Engelse idioom. Nederland kent de tovenaar, maar is dat ook een magiër? De magiër wordt hier eerder gezien als een wijze (uit het Oosten), terwijl de magician in het Engels een goochelaar is. In fantasy wordt veelal de naam 'mage' gebruikt voor de meer formele magie-gebruiker, waar wizard en sourcerer meer de mysterieuze, alleenwerkende tovenaarskant opgaan. Wat dat betreft is Magycker wel goed bedacht, het woord bestond voorheen niet, dus kan Stone er zelf alles bij invullen.

Volgens de kaft is Adrian Stone de grootste Nederlandse fantasy-auteur, maar dat is niet waar. Hij is 1,84 volgens hemzelf, terwijl Jaap Boekestein 1,86 m is. Dus wie een handtekening wil hebben van Adrian Stone moet niet op zoek gaan naar een lange kerel. Alle gekheid op een stokje: het is een beetje koning Eenoog in het land der blinden. Ik hoop dat succes voor Magycker ook de aandacht op de collega's van Stone richt, om te beginnen op de roman van Jurgen Snoeren die half augustus wordt gepubliceerd, ook bij LS.

Wat ik erg jammer vond aan de aankondiging was de vermelding dat de hoofdpersoon een autistische jongen is. Dat leek mij nu mooi een puntje van "show, don't tell", laat die jongen maar zijn ding doen, dan komen de lezers er vanzelf wel achter of het om autisme gaat, of om iets anders. In een van de aankondigingen van het boek staat zelfs dat een autistisch personage uniek is in het fantasy-genre, maar dat klopt niet helemaal. Het is eerder zo dat het nooit werd benoemd als autisme, wat ook weer niet zo vreemd is, want autisme is nog niet zo heel lang geleden echt bekend geworden bij het grotere publiek. Een van de bekendste genre-verhalen dat over autisme gaat is vermoedelijk Do Androids Dream Of Electric Sheep? van Philip K. Dick (meer bekend als de verfilming ervan, Blade Runner).
Daarnaast: autisme bestaat uit een aantal kenmerken waarop iemand kan scoren, het is pas een stoornis als de persoon zelf of zijn omgeving daar last van hebben en het kan pas na een uitvoerig onderzoek vastgesteld worden. Het is een maatschappelijk probleem geworden, omdat in de moderne tijd men veel minder geduld heeft met mensen die "anders" zijn. Als een fantasyverhaal in een middeleeuwsachtige wereld speelt, zal er dus heel anders worden gekeken naar het "storende" gehalte van autisme (en andere stoornissen). Een simpel voorbeeld: de paranoïde persoonlijkheidsstoornis kenmerkt zich door extreem alert zijn op gevaar, wat in deze tijd van vrede enorm storend kan zijn, maar in tijden van oorlog je leven kan redden. Samenvattend: in veel andere fantasy zijn personages aanwezig die kenmerken van autisme hebben, alleen wordt dat niet benoemd en maakt niemand er een probleem van. Denk aan de tovenaar in zijn eenzame toren waar hij zich op nieuwe spreuken concentreert.

Afijn. Het boek zelf opent met een traditionele kroegscène die iedere rollenspeler wel kent. De kroeg heet De Kloof, blijkbaar naar de kloof door het gebergte die de vitale handelsroute naar Kantaros de hoofdstad van het eiland Semaris is. De kroeg bevind zich in de plaats Oftenooi, een Nederlands aandoende naam die mij erg aan "of te nooit niet" doet denken, hoewel de andere plaatsen eerder iets Latijns/Romeins hebben. Kantharos bijvoorbeeld is een bepaald soort beker bij de Romeinen.
Die kloof is versperd en zo belangrijk, dat de dure magyckers van Aimerey per luchtschip moeten komen om de handelsweg weer vrij te maken. Daarmee wordt al een groot deel van de economische kant van de archipel beschreven, die belangrijk is voor de rest van de gebeurtenissen. De magyckers hebben het monopolie op toverspreuken en draken, wat ze ook zo willen houden. Die monopoliepositie komt in gevaar als blijkt dat hun spreuken niet zo schaars zijn als ze dachten.
Op dat moment gaan de magyckers achter de illegale spreukenzanger aan.
Ondertussen blijkt dat niet iedereen blij is met het monopolie van de magyckers. Ten eerste zijn er verschillende maffia-achtige piratenbendes actief in de archipel, ten tweede heeft een van deze piratenbendes, De Klauw, die wars is van magie, een soort religieuze orde in het leven geroepen om de magyckers dwars te zitten. Daarbij denken ze van de illegale spreukenzanger gebruik te kunnen maken.
De rest van het boek zet alle poppetjes op hun plaats: de verschillende partijen en belangen zijn aan het einde duidelijk geworden, het is bekend wie de good guys zijn en wie de booswichten, hoewel er veel grijze gebieden zijn.

Wat wereldbouw betreft komt Magycker er slecht vanaf. Voorin staat wel een schitterende kaart (door Peter Schravendeel), maar in het verhaal zelf wordt weinig gezegd over de verschillende eilanden, geen woord over klimaat of begroeiïng en dat soort dingen. Van Vugol wordt gezegd dat er kannibalen leven, op Luvendar wonen blijkbaar een soort Spanjaarden. Zelfs Semaris blijft grotendeels een blanco eiland. Alleen het eiland van de magyckers, Aimerey, wordt duidelijker beschreven, hoewel aan het eind van dit boek niet bepaald duidelijk is wat er waar is van de verhalen die erover worden verteld. En met een zin als dat de gebouwen met magie gestut zouden moeten worden omdat ze anders onder hun eigen gewicht zouden instorten krijg ik toch de indruk dat de architectuur er òf heel primitief is, òf er onvoldoende grondstoffen zijn voor een normaal gebouw van enig formaat dat met middeleeuwse technieken is gebouwd.
Ook blijken de namen niet consequent te zijn. Het is niet zo, dat je aan de naam van iets of iemand iets te weten komt over de cultuur. Marit, Auric, Orvil, Eamon, Kylian, Valdana, Holm, Rolly - ze lijken allemaal uit een andere cultuur te komen (en toen Orvil eraan kwam met zijn luchtschip, dacht ik onmiddellijk aan Orville Wright).
Een van de bijzonderheden in de wereldbouw is de diersoort roekil, die als huisdier kan worden gehouden. Het dier is een omnivoor met een voorliefde voor (draken)vlees. Het heeft een vacht en een gezicht dat blijkbaar gezichtsuitdrukkingen kan weergeven (zoals bij katten, mensen interpreteren veel). De vraag hierbij is: waar blijft de pluchen roekil als merchandise voor de fans?

Hoewel het tempo van het verhaal bijna moordend is, is al snel duidelijk dat de intriges te uitgebreid en complex zijn voor één boek. Dat is heel vervelend, want hoewel het verhaal potentie heeft tot een bijzonder spannend, intelligent verhaal, moet dat in de volgende verhalen nog maar blijken. De personages zijn bekend, ze hebben elkaar afgetast, het is ongeveer duidelijk wat hun sterke en zwakke punten zijn. Ze zijn nu klaar voor de strijd die in deel 2 ongetwijfeld zal beginnen.
Ik twijfelde tussen drie en vier sterren. Omdat potentie nog geen uitwerking is, ben ik tot drie sterren gekomen.

Meer beschrijving van dit boek vind je op mijn Facebookpagina en in de leesclub van De Klauw.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jack Schlimazlnik

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.