Lezersrecensie
Mooi geschreven relaas over het 'maagdelijk moederschap'
Hoewel de korte roman Tante Tula al bijna honderd jaar oud is - het verscheen in 1921 - is de hoofdpersoon tante Tula, of eigenlijk Gertrudis, in zeker opzicht een moderne vrouw. Zij kiest voor het ongehuwd moederschap en kent afkeer en medelijden jegens de mannen (“Jullie doen de dingen zonder er bij na te denken”). Je zou haar op een bepaalde manier feminist kunnen noemen.
Zij keert zich daarnaast nog tegen de kerk:
- “Laten we het er maar niet meer over hebben, vader, want wij kunnen elkaar niet begrijpen, ik zie dat we verschillende talen spreken. Ik ken die van u niet u kent de mijne niet”.
- “Het christendom is, per slot van rekening en afgezien van Maria Magdalena, een religie van mannen”.
Passend bij de tijd waarin het boek verscheen is dat zij het ongehuwde moederschap bereikt door zich te ontfermen over de kinderen van haar zus Rosa, en na haar overlijden, ook over de kinderen uit het tweede huwelijk van haar zwager. Zij bereikt zo het ‘maagdelijk moederschap’. Beide huwelijken zijn overigens door Gertrudis gearrangeerd. Als haar zwager en zijn tweede vrouw ook overlijden heeft Tula de kinderen geheel voor zichzelf en voedt zij hen op in de drang naar zuiverheid en waarheid die zij zelf heeft.
Hoewel Tula geportretteerd wordt als een krachtige vrouw, overkomt ook haar twijfel. Zij is minder zeker van haar keuzes dan anderen denken. Er wordt een mooie vergelijking met de maan gemaakt, die ook een niet belichte zijde heeft. En er zijn meer mooie vergelijkingen. Zo worden bijen als metafoor gepresenteerd: de mannen zijn de darren, die geen ander nut hebben dan te bevruchten en zo voor nageslacht te zorgen. De koninginnen zijn als Rosa, die de schone taak hebben dat nageslacht op de wereld te zetten. Maar waar het werkelijk om draait zijn de werkbijen, de vrouwen, die de zorgtaak hebben en daarnaast zorgen voor het doorgeven van de belangrijke zaken des levens.
De Unamuno heeft met Tante Tula een mooie geschreven roman afgeleverd, met hier en daar prachtige zinnen: “…ze had iets weg van een plant, met die verhulde en tegelijkertijd machtige kracht waarmee ze voortdurend, ogenblik na ogenblik, sappen opzoog uit de kern van het gewone gemeenschappelijke leven, en met de zoete eenvoud waarmee ze haar geurende bloemkroon opende”. Het boek is geenszins eendimensionaal. Ook Tula kent naast haar bijna frigide houding toch warme gevoelens voor haar zwager maar onderdrukt die bijna volledig. Maar uiteindelijk is ze volhardend in haar streven naar een zuivere invulling van het leven. Dat dat ten koste is gegaan van haar eigen levensgeluk wordt nog eens onderstreept in enkele van Tula’s laatste woorden voor haar sterven: “Ik ben altijd dood noch levend geweest’.
Zij keert zich daarnaast nog tegen de kerk:
- “Laten we het er maar niet meer over hebben, vader, want wij kunnen elkaar niet begrijpen, ik zie dat we verschillende talen spreken. Ik ken die van u niet u kent de mijne niet”.
- “Het christendom is, per slot van rekening en afgezien van Maria Magdalena, een religie van mannen”.
Passend bij de tijd waarin het boek verscheen is dat zij het ongehuwde moederschap bereikt door zich te ontfermen over de kinderen van haar zus Rosa, en na haar overlijden, ook over de kinderen uit het tweede huwelijk van haar zwager. Zij bereikt zo het ‘maagdelijk moederschap’. Beide huwelijken zijn overigens door Gertrudis gearrangeerd. Als haar zwager en zijn tweede vrouw ook overlijden heeft Tula de kinderen geheel voor zichzelf en voedt zij hen op in de drang naar zuiverheid en waarheid die zij zelf heeft.
Hoewel Tula geportretteerd wordt als een krachtige vrouw, overkomt ook haar twijfel. Zij is minder zeker van haar keuzes dan anderen denken. Er wordt een mooie vergelijking met de maan gemaakt, die ook een niet belichte zijde heeft. En er zijn meer mooie vergelijkingen. Zo worden bijen als metafoor gepresenteerd: de mannen zijn de darren, die geen ander nut hebben dan te bevruchten en zo voor nageslacht te zorgen. De koninginnen zijn als Rosa, die de schone taak hebben dat nageslacht op de wereld te zetten. Maar waar het werkelijk om draait zijn de werkbijen, de vrouwen, die de zorgtaak hebben en daarnaast zorgen voor het doorgeven van de belangrijke zaken des levens.
De Unamuno heeft met Tante Tula een mooie geschreven roman afgeleverd, met hier en daar prachtige zinnen: “…ze had iets weg van een plant, met die verhulde en tegelijkertijd machtige kracht waarmee ze voortdurend, ogenblik na ogenblik, sappen opzoog uit de kern van het gewone gemeenschappelijke leven, en met de zoete eenvoud waarmee ze haar geurende bloemkroon opende”. Het boek is geenszins eendimensionaal. Ook Tula kent naast haar bijna frigide houding toch warme gevoelens voor haar zwager maar onderdrukt die bijna volledig. Maar uiteindelijk is ze volhardend in haar streven naar een zuivere invulling van het leven. Dat dat ten koste is gegaan van haar eigen levensgeluk wordt nog eens onderstreept in enkele van Tula’s laatste woorden voor haar sterven: “Ik ben altijd dood noch levend geweest’.
1
2
Reageer op deze recensie