Lezersrecensie
Waargebeurde roman kadreert de gruwelijkheden van de Hongerwinter
‘Waarom zoek je toch altijd het donkere op?’ krijgt Emmy Andriesse van haar man Dick Elffers te horen als ze gewapend met haar Rollei de deur uitloopt om foto’s te nemen van de plek waar een dag eerder negenentwintig verzetsmannen in koelen bloede zijn geliquideerd. Het is oktober 1944 en ‘het bloed in de goot met rotte herfstbladeren is het eerste wat ik zie’ registreert Emmy binnen haar fotografisch kader. In licht bevroren van Brigitte de Swart staat op dit punt aan de vooravond van de verschrikkelijke Hongerwinter. Emmy, van oorsprong Joodse maar dankzij ‘surrogaatvader’ Pieter Regoort ‘een vrij mens, met (…) een persoonsbewijs zonder J’ heeft zich aangesloten bij verzetsgroep De Ondergedoken Camera. Door haar activiteiten zit ze in de onderduik, waar ze bevalt van zoon Casje en haar niet-Joodse man Dick er alles aan doet om haar de juiste papieren te verschaffen.
Desondanks wordt al snel duidelijk dat voor Emmy maar één echt ding telt: ze wil voelen dat ze leeft. Een levenshouding die ze hanteerde sinds de vroege dood van haar moeder – en die haar nu drijft om in hartje Amsterdam de gruweldaden van de nazi’s tijdens het laatste oorlogsjaar vast te leggen: ‘als bevroren momenten bieden ze ankerpunten in de tijd.’ De Swart debuteerde in 2021 met Omdat de Muze. Voor haar op feiten gebaseerde roman In licht bevroren dook ze in diverse (foto)archieven, voerde gesprekken en deed aanvullende research om het leven van Emmy zo getrouw mogelijk weer te geven. De Swart slaagt er goed in om aan de hand van een invoelende en precieze schrijfstijl de lezer Emmy in verschillende rollen te leren kennen: dochter, echtgenote, moeder, vriendin, minnares, fotografe en verzetsvrouw. Subthema’s als leven met veel mensen op enkele vierkante meters, zwanger zijn in oorlogstijd en gevoelens die onverwachts opbloeien, geven een tekenend beeld van het leven in onderduik.
Het leven van Emmy en dat van haar gezin en vrienden is ongemakkelijk, maar ze hebben tenminste een huis, wat eten en gezelschap. Hun bestaan komt gaandeweg de roman in schril contrast te staan met de gruwelijke beelden die in Emmy’s provisorische fotostudio verschijnen en op haar netvlies staan gebrand:
‘Met zijn blote handen pakt hij een blikje op, ruikt eraan en steekt er een vinger in, de bruine drab stopt hij in zijn mond, verderop plast een hond in het vuilnis.’
De kadrering van de wankele man die op straat valt, een ‘magere slungel met een spits gezicht in slobberjas, haren gekortwiekt’ die bewegingloos in de etalage staart en de broer en zus op de Raamgracht die Emmy door de ‘plotselinge schaduw (…) in steen vastlegt’ belichamen de meedogenloze gevolgen van hongersnood. De onheilspellende liquidaties door de nazi’s, de onstilbare honger, bijtende kou, antisemitisme en het gespannen wachten op de bevrijding door de geallieerden, geven de passages een beklemmende uitzichtloosheid die De Swart treffend op papier weet te zetten.
Emmy en haar dierbaren blijven op de hoogte van de ontwikkelingen via Radio Oranje. Ook in krantenberichten verschijnen zo nu en dan verschrikkelijke berichten over vernietigingskampen en experimenten die gedetailleerd worden beschreven en het gevoel van groeiende onzekerheid benadrukken. Snapshots van Emmy’s angstbeelden maken de leeservaring niet gemakkelijk, maar houden de wrede onderlaag in de roman wel behapbaar. De Swart vertelt Emmy’s verhaal bovendien niet geheel chronologisch. De roman begint rond september 1944 waarna de tussenliggende oorlogsjaren in afzonderlijke hoofdstukken aan bod komen. Het geeft het boek een plotselinge onderbreking die vervolgens gestaag opbouwt naar de Hongerwinter die per maand wordt beschreven en waarbij het beeld van een vrouw die het beslag op haar voordeur poetst Emmy intrigeert: ‘Ik bewonder haar om haar stille verzet tegen de chaos om haar heen, met een doek en koperpoets als wapens.’ In licht bevroren is een aangrijpend eerbetoon aan het dappere verzetswerk van Emmy Andriesse dat niet vergeet te belichten dat onheil te allen tijde kan toeslaan.
Desondanks wordt al snel duidelijk dat voor Emmy maar één echt ding telt: ze wil voelen dat ze leeft. Een levenshouding die ze hanteerde sinds de vroege dood van haar moeder – en die haar nu drijft om in hartje Amsterdam de gruweldaden van de nazi’s tijdens het laatste oorlogsjaar vast te leggen: ‘als bevroren momenten bieden ze ankerpunten in de tijd.’ De Swart debuteerde in 2021 met Omdat de Muze. Voor haar op feiten gebaseerde roman In licht bevroren dook ze in diverse (foto)archieven, voerde gesprekken en deed aanvullende research om het leven van Emmy zo getrouw mogelijk weer te geven. De Swart slaagt er goed in om aan de hand van een invoelende en precieze schrijfstijl de lezer Emmy in verschillende rollen te leren kennen: dochter, echtgenote, moeder, vriendin, minnares, fotografe en verzetsvrouw. Subthema’s als leven met veel mensen op enkele vierkante meters, zwanger zijn in oorlogstijd en gevoelens die onverwachts opbloeien, geven een tekenend beeld van het leven in onderduik.
Het leven van Emmy en dat van haar gezin en vrienden is ongemakkelijk, maar ze hebben tenminste een huis, wat eten en gezelschap. Hun bestaan komt gaandeweg de roman in schril contrast te staan met de gruwelijke beelden die in Emmy’s provisorische fotostudio verschijnen en op haar netvlies staan gebrand:
‘Met zijn blote handen pakt hij een blikje op, ruikt eraan en steekt er een vinger in, de bruine drab stopt hij in zijn mond, verderop plast een hond in het vuilnis.’
De kadrering van de wankele man die op straat valt, een ‘magere slungel met een spits gezicht in slobberjas, haren gekortwiekt’ die bewegingloos in de etalage staart en de broer en zus op de Raamgracht die Emmy door de ‘plotselinge schaduw (…) in steen vastlegt’ belichamen de meedogenloze gevolgen van hongersnood. De onheilspellende liquidaties door de nazi’s, de onstilbare honger, bijtende kou, antisemitisme en het gespannen wachten op de bevrijding door de geallieerden, geven de passages een beklemmende uitzichtloosheid die De Swart treffend op papier weet te zetten.
Emmy en haar dierbaren blijven op de hoogte van de ontwikkelingen via Radio Oranje. Ook in krantenberichten verschijnen zo nu en dan verschrikkelijke berichten over vernietigingskampen en experimenten die gedetailleerd worden beschreven en het gevoel van groeiende onzekerheid benadrukken. Snapshots van Emmy’s angstbeelden maken de leeservaring niet gemakkelijk, maar houden de wrede onderlaag in de roman wel behapbaar. De Swart vertelt Emmy’s verhaal bovendien niet geheel chronologisch. De roman begint rond september 1944 waarna de tussenliggende oorlogsjaren in afzonderlijke hoofdstukken aan bod komen. Het geeft het boek een plotselinge onderbreking die vervolgens gestaag opbouwt naar de Hongerwinter die per maand wordt beschreven en waarbij het beeld van een vrouw die het beslag op haar voordeur poetst Emmy intrigeert: ‘Ik bewonder haar om haar stille verzet tegen de chaos om haar heen, met een doek en koperpoets als wapens.’ In licht bevroren is een aangrijpend eerbetoon aan het dappere verzetswerk van Emmy Andriesse dat niet vergeet te belichten dat onheil te allen tijde kan toeslaan.
1
Reageer op deze recensie
