Lezersrecensie
Een honingzoet pianoconcours
In Honingbijen en donder in de verte vertelt de Japanse auteur Riku Onda het verhaal van 4 muzikanten die aan een prestigieus pianoconcours deelnemen in Japan.
Het Leidmotief, het allereerste hoofdstuk van het boek, verraadt alvast waar die honingbijen in de titel vandaan komen. En vertelt ons ook dat muziek overal in zit, en dan zeker in de natuur.
Het boek heeft eerst een prelude, waarbij een voorronde in Parijs wordt beschreven en we Jin leren kennen, een echt pianogenie, die heel veel controverse oproept door zijn heel persoonlijke pianospel. In dit hoofdstuk leren we ook meer over de achtergrond van de andere drie hoofdpersonages: Aya, het wonderkind, dat stopte met optreden nadat haar moeder gestorven is en nu een come-back maakt, Masaru, de zelfzekere student van de Julliard School of Music, en Akashi, de oudste deelnemer die zich al had neergelegd bij een gewoon leven en nu toch zijn droom van toppianist probeert waar te maken.
Het boek volgt dan de twee weken van het concours: er volgen nog 4 grote delen die ronde een, twee, drie en finale heten. Onda bouwt deze rondes op volgens een vast stramien: we weten dat een kandidaat gaat optreden, horen welke stukken hij/zij zal spelen, lezen over wat er zich rond het optreden afspeelt (de pianostemmer, de toneelmeester, steun van familie of vrienden) en maken dan het optreden mee. Bij het optreden komt er een prachtige beschrijving van de muziek die gespeeld wordt, heel vaak omgezet in natuurbeelden, en deze beschrijvingen zijn vaak echt pareltjes. Daarnaast volgen we de gedachten van de muzikant, maar ook van een aantal toehoorders in de zaal.
Dit patroon wordt dan elke keer weer herhaald, en gaat in een boek van meer dan 400 pagina’s na een tijdje wel wat vervelen. Hoe mooi de beschrijvingen ook zijn, het voorspelbare van wat er komt, doet afbreuk aan de beschrijving. Daarnaast is muziek natuurlijk op vele manieren te beschrijven, en muziek altijd in het keurslijf van een natuurbeschrijving duwen kwam wat benauwend over.
Waar de beschrijvingen van de muziek lyrisch, detaillistisch, en fonkelend zijn, is het verhaaltje over de muzikanten maar een dunne spoeling. Plots komen we op het niveau van een feelgood boek. De personages worden eendimensionaal en simplistisch beschreven, het verhaal wordt wat ongeloofwaardig en honingzoet. Het dondert inderdaad enkel in de verte, van het verhaal krijg je het echt niet warm of koud. Onda laat de kans liggen om ook een andere zijde van een concours te laten zien: moordende concurrentie, de eenzaamheid van aan de top te zitten, de hardheid van de muziekwereld.
Deze grote tweespalt tussen de enerzijds heel plastische uitdrukking van muziek en het heel gewone van het verhaal, maakt dat het boek moeilijk te klasseren valt.
In het genre literatuur haalt het voor mij daarom ook maar een magere drie.
Het Leidmotief, het allereerste hoofdstuk van het boek, verraadt alvast waar die honingbijen in de titel vandaan komen. En vertelt ons ook dat muziek overal in zit, en dan zeker in de natuur.
Het boek heeft eerst een prelude, waarbij een voorronde in Parijs wordt beschreven en we Jin leren kennen, een echt pianogenie, die heel veel controverse oproept door zijn heel persoonlijke pianospel. In dit hoofdstuk leren we ook meer over de achtergrond van de andere drie hoofdpersonages: Aya, het wonderkind, dat stopte met optreden nadat haar moeder gestorven is en nu een come-back maakt, Masaru, de zelfzekere student van de Julliard School of Music, en Akashi, de oudste deelnemer die zich al had neergelegd bij een gewoon leven en nu toch zijn droom van toppianist probeert waar te maken.
Het boek volgt dan de twee weken van het concours: er volgen nog 4 grote delen die ronde een, twee, drie en finale heten. Onda bouwt deze rondes op volgens een vast stramien: we weten dat een kandidaat gaat optreden, horen welke stukken hij/zij zal spelen, lezen over wat er zich rond het optreden afspeelt (de pianostemmer, de toneelmeester, steun van familie of vrienden) en maken dan het optreden mee. Bij het optreden komt er een prachtige beschrijving van de muziek die gespeeld wordt, heel vaak omgezet in natuurbeelden, en deze beschrijvingen zijn vaak echt pareltjes. Daarnaast volgen we de gedachten van de muzikant, maar ook van een aantal toehoorders in de zaal.
Dit patroon wordt dan elke keer weer herhaald, en gaat in een boek van meer dan 400 pagina’s na een tijdje wel wat vervelen. Hoe mooi de beschrijvingen ook zijn, het voorspelbare van wat er komt, doet afbreuk aan de beschrijving. Daarnaast is muziek natuurlijk op vele manieren te beschrijven, en muziek altijd in het keurslijf van een natuurbeschrijving duwen kwam wat benauwend over.
Waar de beschrijvingen van de muziek lyrisch, detaillistisch, en fonkelend zijn, is het verhaaltje over de muzikanten maar een dunne spoeling. Plots komen we op het niveau van een feelgood boek. De personages worden eendimensionaal en simplistisch beschreven, het verhaal wordt wat ongeloofwaardig en honingzoet. Het dondert inderdaad enkel in de verte, van het verhaal krijg je het echt niet warm of koud. Onda laat de kans liggen om ook een andere zijde van een concours te laten zien: moordende concurrentie, de eenzaamheid van aan de top te zitten, de hardheid van de muziekwereld.
Deze grote tweespalt tussen de enerzijds heel plastische uitdrukking van muziek en het heel gewone van het verhaal, maakt dat het boek moeilijk te klasseren valt.
In het genre literatuur haalt het voor mij daarom ook maar een magere drie.
5
1
Reageer op deze recensie