Lezersrecensie
De lange schaduw van ‘thuis’
Een fijne, geborgen jeugd draag je een leven lang met je mee. Een angstige en onveilige in een ronduit bedreigend thuis evenzo. In Mijn naam is Edino laat Edino van Dorsten zien welke schaduwen zijn jeugd in ‘het gezin van Ruinerwold’ werpt. Zijn getuigenis vol geestelijke en fysieke mishandeling en misbruik roept ongemak en verbijstering op en doet je tegelijk zijn veerkracht bewonderen.
Edino van Dorsten (1993, Hasselt) is het derde van de in totaal negen kinderen, die van de buitenwereld geïsoleerd opgroeiden in het Drentse Ruinerwold. Samen met zijn oudere broer en zus behoort hij tot de kinderen van dat gezin, die wél naar school gingen en voor de wet bestonden. (De andere zes dus niet). Dat beperkte leven buitenshuis betekent niet dat hij als kind beter af was. In tegendeel misschien wel. Want wanneer die buitenwereld volgens je tirannieke vader één grote bron van verderf en kwaad is, is rein en goed blijven eigenlijk onmogelijk.
Op een indrukwekkende en invoelbare manier beschrijft Van Dorsten hoe het is om als kind continu in dat spanningsveld te leven. Vanuit de ik-vorm kruipt zijn getuigenis onder je huid. En laat zo zijn angsten, weifelende gedachten en verlangen naar goedkeuring als tien-jarige en opgroeiende tiener intens meevoelen. “Toen bekend werd dat zij mijn lerares zou worden, wist ik dat alles was verpest”, zegt hij over zijn juf in groep7.
Zijn beschrijvingen van geestelijke manipulatie en fysieke en emotionele straffen van Prime Father zijn zoals een kind dat zou vertellen: open, eerlijk, levendig. De opgeroepen beelden doen je maag ineenkrimpen en raken je tijdens het lezen in je hart. Het thuiselijk geweld waar hij als kind mee te maken had, is onmenselijk, wreed en eigenlijk onvoorstelbaar. Ook wanneer hij als oudere tiener meer op afstand van het kerngezin wordt gehouden en buiten in de werkplaats moet wonen, ontsnapt hij niet aan het brute karakter en de denkbeelden vol waanzin van zijn vader: “Hij doodt onze geesten, maar onze lichamen vangen de klappen op. Waarom maakt hij mijn lichaam altijd kapot, als het mijn geest is die slecht is?”
De lange schaduw van zijn ’thuis’ - of wat dan zijn thuis had moeten zijn - blijkt wanneer hij probeert los te komen. Net als zijn oudere broer Geert Jan en zus Mar Jan verlaat hij als 16-jarige zijn familie. Maar helemaal lukt dat niet: hij blijft contact maken. Daarbij houdt hij de leefwijze van het gezin geheim en voor zichzelf. Uit schaamte, uit bescherming van zijn broertjes en zusjes en uit angst: want wat als zijn vader toch die Messias blijkt te zijn die hij beweert te zijn? Pas wanneer de politie voor de deur staat maakt hij schoon schip.
Eerder schreef zijn jongere broertje Israel van Dorsten Wij waren. Ik ben. Weg uit Ruinerwold. Hij was de twintiger die op 13 oktober 2019 het café in Ruinerwold binnenstapte en zo het afgezonderde gezin onthulde en ontmantelde. Los van het feit dat ieder recht heeft op zijn eigen verhaal, zijn de beide getuigenissen relevant, boeiend, leerzaam. Ze vullen elkaar aan door het eigen, verschillende perspectief en de afzonderlijke spiegels die de twee broers ons voorhouden.
Edino van Dorsten gebruikt zijn eigen achtergrond nu ter inspiratie en support. Als ambassadeur voor Stichting Het Vergeten Kind wil hij kinderen met een onveilig thuis vooruithelpen. Daarnaast geeft hij lezingen over veerkracht, keuzevrijheid en overleven. Het voelt hoopvol dat hij zijn duistere jeugd heeft weten om te buigen tot iets positiefs. Tegelijk neemt zijn verleden nooit keer: “De deuren gaan open en dicht. Pas als hij weg is, word ik weer mezelf.”
Edino van Dorsten (1993, Hasselt) is het derde van de in totaal negen kinderen, die van de buitenwereld geïsoleerd opgroeiden in het Drentse Ruinerwold. Samen met zijn oudere broer en zus behoort hij tot de kinderen van dat gezin, die wél naar school gingen en voor de wet bestonden. (De andere zes dus niet). Dat beperkte leven buitenshuis betekent niet dat hij als kind beter af was. In tegendeel misschien wel. Want wanneer die buitenwereld volgens je tirannieke vader één grote bron van verderf en kwaad is, is rein en goed blijven eigenlijk onmogelijk.
Op een indrukwekkende en invoelbare manier beschrijft Van Dorsten hoe het is om als kind continu in dat spanningsveld te leven. Vanuit de ik-vorm kruipt zijn getuigenis onder je huid. En laat zo zijn angsten, weifelende gedachten en verlangen naar goedkeuring als tien-jarige en opgroeiende tiener intens meevoelen. “Toen bekend werd dat zij mijn lerares zou worden, wist ik dat alles was verpest”, zegt hij over zijn juf in groep7.
Zijn beschrijvingen van geestelijke manipulatie en fysieke en emotionele straffen van Prime Father zijn zoals een kind dat zou vertellen: open, eerlijk, levendig. De opgeroepen beelden doen je maag ineenkrimpen en raken je tijdens het lezen in je hart. Het thuiselijk geweld waar hij als kind mee te maken had, is onmenselijk, wreed en eigenlijk onvoorstelbaar. Ook wanneer hij als oudere tiener meer op afstand van het kerngezin wordt gehouden en buiten in de werkplaats moet wonen, ontsnapt hij niet aan het brute karakter en de denkbeelden vol waanzin van zijn vader: “Hij doodt onze geesten, maar onze lichamen vangen de klappen op. Waarom maakt hij mijn lichaam altijd kapot, als het mijn geest is die slecht is?”
De lange schaduw van zijn ’thuis’ - of wat dan zijn thuis had moeten zijn - blijkt wanneer hij probeert los te komen. Net als zijn oudere broer Geert Jan en zus Mar Jan verlaat hij als 16-jarige zijn familie. Maar helemaal lukt dat niet: hij blijft contact maken. Daarbij houdt hij de leefwijze van het gezin geheim en voor zichzelf. Uit schaamte, uit bescherming van zijn broertjes en zusjes en uit angst: want wat als zijn vader toch die Messias blijkt te zijn die hij beweert te zijn? Pas wanneer de politie voor de deur staat maakt hij schoon schip.
Eerder schreef zijn jongere broertje Israel van Dorsten Wij waren. Ik ben. Weg uit Ruinerwold. Hij was de twintiger die op 13 oktober 2019 het café in Ruinerwold binnenstapte en zo het afgezonderde gezin onthulde en ontmantelde. Los van het feit dat ieder recht heeft op zijn eigen verhaal, zijn de beide getuigenissen relevant, boeiend, leerzaam. Ze vullen elkaar aan door het eigen, verschillende perspectief en de afzonderlijke spiegels die de twee broers ons voorhouden.
Edino van Dorsten gebruikt zijn eigen achtergrond nu ter inspiratie en support. Als ambassadeur voor Stichting Het Vergeten Kind wil hij kinderen met een onveilig thuis vooruithelpen. Daarnaast geeft hij lezingen over veerkracht, keuzevrijheid en overleven. Het voelt hoopvol dat hij zijn duistere jeugd heeft weten om te buigen tot iets positiefs. Tegelijk neemt zijn verleden nooit keer: “De deuren gaan open en dicht. Pas als hij weg is, word ik weer mezelf.”
1
Reageer op deze recensie
