Lezersrecensie
Verwerpelijke, pamflettistische roman die terrorisme verheerlijkt
‘De instructies’ beschrijft in detail een aanslag op ‘het grootste slachthuis van Nederland’, die onbedoeld (?) nogal uit de hand loopt. De aanslag wordt gepleegd door een groep die opereert onder de paraplu van het Animal Liberation Front. De groep staat onder leiding van Nora. Zij is een jeugdvriendin van ‘Mol’, de ik-persoon die het verhaal vertelt. Mol is hopeloos verliefd op Nora, maar zij trouwde iemand anders, een man die nu vanwege gewelddadige dierenbevrijdingsacties een lange gevangenisstraf uitzit. Nora probeert Mol - die een wat sullig bestaan leidt als leraar en geen partner heeft - bij de activistengroep te betrekken, vooral omdat hij een rijbewijs heeft. Aanvankelijk staat Mol wat aarzelend tegenover de acties, maar door zijn blinde liefde voor Nora wordt hij langzaam toch de groep ingetrokken, en gaat hij meedoen.
Behalve een gedetailleerde beschrijving van de aanslag op het slachthuis worden in flashbacks ook de voorbereidingen daarop en andere (eraan voorafgaande én een erop volgende) acties beschreven, zoals stalbezettingen, het vrijlaten van vee uit veetransporten of punaises prikken in voorverpakt supermarktvlees. Gaandeweg blijkt dat Mol van Nora de taak heeft gekregen om alles wat er gebeurd is op te schrijven als een handleiding (de ‘instructies’) van hoe je dergelijke acties opzet, ter lering voor andere activisten. Nora vindt dat Mol - die al eens een geflopte roman geschreven heeft - dit veel te uitgebreid en te beschouwelijk doet, en krabbelt in de marge opmerkingen dat het korter moet, puntsgewijs bijvoorbeeld. Ook andere, meer persoonlijke beschrijvingen worden door haar van commentaar voorzien. Na enige tijd wordt duidelijk dat Mol haar commentaar via hun advocaat krijgt, en dan - SPOILER - bedenk je als lezer dat Nora in de gevangenis zit. Nog wat later dringt het tot je door dat dat voor Mol ook geldt.
Dat commentaar, dat Mol in de lopende tekst opneemt, is een van de weinige aardige vondsten van Trujillo. Want verder is de roman ondanks de vele spannende acties verrassend genoeg nogal saai. Die acties worden nogal uitgebreid en gedetailleerd beschreven, zodanig dat het slaapverwekkend wordt. Dat geldt vooral voor de ‘big bang’ waarmee het boek opent. Als de activisten na de brandstichting wegvluchten, komt Mol in het duister in een sloot terecht en raakt hij wat gedesoriënteerd. Die scène wordt zó lang uitgesponnen dat ik het boek bijna had weggelegd. Stomvervelend.
Ook de personages kunnen niet echt boeien. De meeste leden van de groep worden karig gekenschetst en zelfs aan het eind van de roman heb je als lezer nauwelijks een beeld van wie nu wie is, en waarin die zich van andere personages onderscheidt. Chip of Mayo, Doris of Abby, ze zijn min of meer inwisselbaar. Alleen Dimitri valt op, omdat hij een ziekelijke liefde voor explosieven heeft. Ook de relatie tussen Mol en Nora komt nauwelijks uit de verf: waarom hij zo verliefd op haar is, en zij niet op hem - het wordt niet uitgewerkt.
Stilistisch valt er bij Trujillo ook al weinig te genieten. Het proza is vlak, nogal dor, en vaak lomp. “Ik kom niet uit een jeugd waarin je vaak op campings verbleef…” bijvoorbeeld, en een paar pagina’s verder: “Ik kom van een achtergrond van intellectuelen…” Brrr. Soms is het ronduit ongrammaticaal (“Saleem fouilleerde de man en trok een wapen tevoorschijn, die schopte hij ver onder de vrachtwagen.”), soms gewoon stuitend lelijk: “Aan dat de brand aangestoken was, twijfelde niemand.” Interpunctie gebruikt de auteur tamelijk willekeurig: soms wél een komma tussen twee werkwoorden, soms niet. Vaak een komma waar een punt had moeten staan tussen twee zinnen, of op z’n minst een puntkomma.
Irritant worden al snel de prekerige teksten over dierenleed, de manier waarop we in deze samenleving met dieren omgaan, over vlees eten, over hoe abject abattoirs werken, dat de dieren die geslacht worden eigenlijk weeskinderen zijn, et cetera, et cetera. Het gáát maar door in deze pamflettistische roman, met een welhaast religieus fanatisme.
Kwalijker is dat Trujillo met dit boek gewelddadige acties van dierenbevrijdingsorganisaties verheerlijkt, of toch tenminste vergoelijkt. “Als je ingenieur bent en je gaat apparaten ontwikkelen om compleet weerloze dieren dood te maken, mag je in de hel branden.” Natuurlijk, de uitspraken in het boek zijn van romanpersonages, maar als er consequent argumenten worden gegeven om terreur te rechtvaardigen, en als de auteur ook in de echte wereld extreme standpunten aangaande dierenwelzijn en vleesproductie ten toon spreidt, dan kan je je niet meer achter ‘fictie’ verschuilen.
‘De instructies’ is een matig geschreven roman, die verwerpelijke standpunten propageert. Na lezing heb ik daarom eerst een hele leverworst genuttigd en daarna het boek ritueel verbrand.
Behalve een gedetailleerde beschrijving van de aanslag op het slachthuis worden in flashbacks ook de voorbereidingen daarop en andere (eraan voorafgaande én een erop volgende) acties beschreven, zoals stalbezettingen, het vrijlaten van vee uit veetransporten of punaises prikken in voorverpakt supermarktvlees. Gaandeweg blijkt dat Mol van Nora de taak heeft gekregen om alles wat er gebeurd is op te schrijven als een handleiding (de ‘instructies’) van hoe je dergelijke acties opzet, ter lering voor andere activisten. Nora vindt dat Mol - die al eens een geflopte roman geschreven heeft - dit veel te uitgebreid en te beschouwelijk doet, en krabbelt in de marge opmerkingen dat het korter moet, puntsgewijs bijvoorbeeld. Ook andere, meer persoonlijke beschrijvingen worden door haar van commentaar voorzien. Na enige tijd wordt duidelijk dat Mol haar commentaar via hun advocaat krijgt, en dan - SPOILER - bedenk je als lezer dat Nora in de gevangenis zit. Nog wat later dringt het tot je door dat dat voor Mol ook geldt.
Dat commentaar, dat Mol in de lopende tekst opneemt, is een van de weinige aardige vondsten van Trujillo. Want verder is de roman ondanks de vele spannende acties verrassend genoeg nogal saai. Die acties worden nogal uitgebreid en gedetailleerd beschreven, zodanig dat het slaapverwekkend wordt. Dat geldt vooral voor de ‘big bang’ waarmee het boek opent. Als de activisten na de brandstichting wegvluchten, komt Mol in het duister in een sloot terecht en raakt hij wat gedesoriënteerd. Die scène wordt zó lang uitgesponnen dat ik het boek bijna had weggelegd. Stomvervelend.
Ook de personages kunnen niet echt boeien. De meeste leden van de groep worden karig gekenschetst en zelfs aan het eind van de roman heb je als lezer nauwelijks een beeld van wie nu wie is, en waarin die zich van andere personages onderscheidt. Chip of Mayo, Doris of Abby, ze zijn min of meer inwisselbaar. Alleen Dimitri valt op, omdat hij een ziekelijke liefde voor explosieven heeft. Ook de relatie tussen Mol en Nora komt nauwelijks uit de verf: waarom hij zo verliefd op haar is, en zij niet op hem - het wordt niet uitgewerkt.
Stilistisch valt er bij Trujillo ook al weinig te genieten. Het proza is vlak, nogal dor, en vaak lomp. “Ik kom niet uit een jeugd waarin je vaak op campings verbleef…” bijvoorbeeld, en een paar pagina’s verder: “Ik kom van een achtergrond van intellectuelen…” Brrr. Soms is het ronduit ongrammaticaal (“Saleem fouilleerde de man en trok een wapen tevoorschijn, die schopte hij ver onder de vrachtwagen.”), soms gewoon stuitend lelijk: “Aan dat de brand aangestoken was, twijfelde niemand.” Interpunctie gebruikt de auteur tamelijk willekeurig: soms wél een komma tussen twee werkwoorden, soms niet. Vaak een komma waar een punt had moeten staan tussen twee zinnen, of op z’n minst een puntkomma.
Irritant worden al snel de prekerige teksten over dierenleed, de manier waarop we in deze samenleving met dieren omgaan, over vlees eten, over hoe abject abattoirs werken, dat de dieren die geslacht worden eigenlijk weeskinderen zijn, et cetera, et cetera. Het gáát maar door in deze pamflettistische roman, met een welhaast religieus fanatisme.
Kwalijker is dat Trujillo met dit boek gewelddadige acties van dierenbevrijdingsorganisaties verheerlijkt, of toch tenminste vergoelijkt. “Als je ingenieur bent en je gaat apparaten ontwikkelen om compleet weerloze dieren dood te maken, mag je in de hel branden.” Natuurlijk, de uitspraken in het boek zijn van romanpersonages, maar als er consequent argumenten worden gegeven om terreur te rechtvaardigen, en als de auteur ook in de echte wereld extreme standpunten aangaande dierenwelzijn en vleesproductie ten toon spreidt, dan kan je je niet meer achter ‘fictie’ verschuilen.
‘De instructies’ is een matig geschreven roman, die verwerpelijke standpunten propageert. Na lezing heb ik daarom eerst een hele leverworst genuttigd en daarna het boek ritueel verbrand.
1
Reageer op deze recensie