Lezersrecensie
Een levensverhaal van pijn, liefde en ontworteling
“Mijn moeder opende de kamerdeur en ik zag een man zitten. Een donkere Hindoestaanse man, beetje gezet, gitzwarte krullen. Hij keek mij vriendelijk aan. In de verte hoorde ik mijn moeders stem: ‘Je vader…’ Hoe kan in een spanne van enkele seconden je nieuwe wereld in elkaar storten?”
Met deze herinnering zet Robert Swami Persaud (1956) de toon voor zijn meeslepende en genuanceerde autobiografische boek Bloedlijnen. Ontheemd in Suriname. Het is verhaal van een kind dat opgroeit tussen twee werelden – een Nederlandse moeder en een Hindoestaanse vader uit Suriname. Swami Persaud vertelt vanuit het ik-perspectief en laat de lezer diep in zijn herinneringen en emoties duiken. Hij stelt zich kwetsbaar op in dit boek en daar is durf voor nodig.
Een jeugd die nooit landde
Geboren in 1956 als Robert Ruivenkamp, pendelt hij met zijn familie vijf keer heen en weer tussen Nederland en Suriname. Deze voortdurende migratie zorgt voor een jeugd vol ontheemding, ontworteling en het voortdurend zoeken naar een plek om ergens te aarden: “Suriname is als een wond voor mij, maar ook liefde. Wie uit twee culturen geboren wordt, kan lijden onder een wortelloos zijn of juist groeien dóór het wortelloos zijn.” Zijn ervaringen laten zien hoe migratie en culturele botsingen een kind kunnen vormen, maar ook hoe ze spanning en verwarring kunnen achterlaten.
De herinneringen aan Suriname zijn intens en zintuiglijk. Swami Persaud beschrijft de hitte, de overvloed aan vruchten, de geluiden van straattaal en de supermarkt Ma Retraite, waar zijn moeder als ‘directrice’ fungeert. Het land roept zowel pijn als heimwee op. In dit voortdurend heen en weer reizen ligt een bron van zowel trauma als groei, een paradox die je door het hele boek voelt..
Vader: bron van angst én verbondenheid
Centraal staat de complexe en verscheurende relatie met zijn vader, Lakhi Hardin. Charmant, politiek ambitieus en ondernemend, maar ook onbetrouwbaar, drankzuchtig en gewelddadig, roept hij bij Robert zowel angst als een onontkoombaar gevoel van verbondenheid op. Vader noemt zijn zoon nooit bij naam, maar altijd bèta – het Hindi-woord voor ‘zoon’. Het is hartverscheurend om te lezen wat hij denkt als zijn moeder door een dronken vader voor de zoveelste keer afgeranseld wordt: “Ik vond dat de man dood moest, ik moest hem afmaken. Ik krijg steeds meer problemen met hem.”
Lakhi Hardin is een man van uitersten: hij maakt carrière in de Surinaamse politiek, maar zijn idealen vallen stuk bij de verkiezingen van 1973. Zijn vertrek naar Nederland met het gezin voelt voor Robert als een breuk en markeert een keerpunt in zijn leven. Ondanks zijn fouten is vader ook een bron van fascinatie: zijn charme, zijn verhalen over spirituele filosofieën en zijn poging om een betere wereld te creëren. Robert worstelt met de liefde en haat die hij voor deze man voelt.
Moederliefde als anker
Tegenover zijn vader staat Corrie, Roberts moeder, als een baken van liefde en veerkracht. Samen met grootouders Bert en Clara vormt zij een warme wereld waarin Robert even onbezorgd kind kan zijn.
Corries eenzaamheid en moed weerspiegelen de uitdagingen van migratie en interculturele relaties. Ze vecht tegen maatschappelijke verwachtingen en persoonlijke teleurstellingen en slaagt er desondanks in een thuis te creëren waar haar zoon veiligheid kan vinden. Dit contrast maakt het verhaal niet alleen persoonlijk, maar ook universeel herkenbaar: hoe liefde kan overleven in omstandigheden van ontworteling.
Suriname: pijn, heimwee en culturele resonantie
Swami Persaud weet Suriname tot leven te brengen door een combinatie van zintuiglijke details en emotionele reflecties. De kleuren, geuren en geluiden van Paramaribo worden bijna tastbaar, maar altijd met een ondertoon van nostalgie en pijn. De voortdurende remigratie, vijf keer heen en weer tussen Nederland en Suriname, versterkt dit gevoel van ontworteling.
Het verhaal toont ook de politieke en sociale context van Suriname in de jaren vijftig tot zeventig: de moeizame onafhankelijkheid en de dromen en teleurstellingen van een jong land. Swami Persaud verweeft persoonlijke en collectieve geschiedenis op een manier die het verhaal van zijn familie plaatst in een bredere migratie-ervaring.
Muziek, boeken en spiritualiteit als houvast
Wat Bloedlijnen bijzonder maakt, is de culturele gelaagdheid. De auteur verweeft muziek, film, literatuur en spiritualiteit in zijn autobiografie. Van The Cats en George Baker tot Bruce Lee en de Surinaamse dichter Shrinivasi, van yoga en theosofie tot Indiase filosofieën, hij laat zien hoe culturele invloeden houvast bieden in een leven vol onzekerheid: “Ik kan mij niet herinneren dat ik níet stoned luisterde naar songs als Helpless en Almost cut my hair.”
Spirituele oefening en filosofische reflectie geven Robert handvatten om de wereld te begrijpen en zijn eigen plek te vinden. Tegelijkertijd is hij kritisch over hoe oosterse tradities in het westen worden geconsumeerd: “De yoga die in het westen wordt gedoceerd is vrijwel het omgekeerde van wat de eeuwenoude yogatraditie voor ogen stond. Het is big business geworden en versteend.” Deze balans tussen bewondering en kritische afstand maakt zijn zoektocht naar betekenis authentiek en herkenbaar.
Schrijven tussen rauwheid en poëzie
De schrijfstijl van Swami Persaud beweegt moeiteloos tussen fel en poëtisch, confronterend en zintuiglijk. Passages over de vader zijn rauw en direct, terwijl herinneringen aan Suriname weelderig en beeldend zijn. Cursieve fragmenten verweven persoonlijke herinneringen met bredere maatschappelijke observaties, zoals onafhankelijkheid, racisme en culturele verdeeldheid. Ook hedendaagse commentaren, bijvoorbeeld over uitspraken van Stef Blok in 2018 over multicultureel falen (“Suriname is een is een mislukte staat door etnische opdeling”), verbinden verleden en heden.
Deze stijl zorgt ervoor dat de autobiografie niet alleen een familiegeschiedenis is, maar ook een reflectie op cultuur, migratie en identiteit. Het verhaal nodigt uit om na te denken over wat thuis betekent, hoe herinneringen vormen en hoe persoonlijke geschiedenis samenvalt met collectieve verhalen.
Pijn én kracht
Bloedlijnen. Ontheemd in Suriname is een verhaal over veerkracht, liefde en de zoektocht naar een plek in de wereld. Swami Persaud laat zien hoe verplaatsing, culturele botsingen en geweld een leven tekenen, maar ook hoe muziek, literatuur en spiritualiteit een bron van kracht kunnen zijn. “Met dit boek hoop ik te bereiken dat we allemaal beseffen dat niets vanzelfsprekend is; het is een dunne lijn tussen verwondering en verwonding,” schrijft hij in het nawoord.
—
Voor het eerst gepubliceerd op de Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Stel je voor dat je steeds heen en weer moet verhuizen tussen Nederland en Suriname. Nooit echt weten waar je thuishoort. In Bloedlijnen vertelt Robert Swami Persaud rauw en eerlijk over familie, roots en jezelf vinden in twee werelden. Een verhaal dat blijft hangen.
Met deze herinnering zet Robert Swami Persaud (1956) de toon voor zijn meeslepende en genuanceerde autobiografische boek Bloedlijnen. Ontheemd in Suriname. Het is verhaal van een kind dat opgroeit tussen twee werelden – een Nederlandse moeder en een Hindoestaanse vader uit Suriname. Swami Persaud vertelt vanuit het ik-perspectief en laat de lezer diep in zijn herinneringen en emoties duiken. Hij stelt zich kwetsbaar op in dit boek en daar is durf voor nodig.
Een jeugd die nooit landde
Geboren in 1956 als Robert Ruivenkamp, pendelt hij met zijn familie vijf keer heen en weer tussen Nederland en Suriname. Deze voortdurende migratie zorgt voor een jeugd vol ontheemding, ontworteling en het voortdurend zoeken naar een plek om ergens te aarden: “Suriname is als een wond voor mij, maar ook liefde. Wie uit twee culturen geboren wordt, kan lijden onder een wortelloos zijn of juist groeien dóór het wortelloos zijn.” Zijn ervaringen laten zien hoe migratie en culturele botsingen een kind kunnen vormen, maar ook hoe ze spanning en verwarring kunnen achterlaten.
De herinneringen aan Suriname zijn intens en zintuiglijk. Swami Persaud beschrijft de hitte, de overvloed aan vruchten, de geluiden van straattaal en de supermarkt Ma Retraite, waar zijn moeder als ‘directrice’ fungeert. Het land roept zowel pijn als heimwee op. In dit voortdurend heen en weer reizen ligt een bron van zowel trauma als groei, een paradox die je door het hele boek voelt..
Vader: bron van angst én verbondenheid
Centraal staat de complexe en verscheurende relatie met zijn vader, Lakhi Hardin. Charmant, politiek ambitieus en ondernemend, maar ook onbetrouwbaar, drankzuchtig en gewelddadig, roept hij bij Robert zowel angst als een onontkoombaar gevoel van verbondenheid op. Vader noemt zijn zoon nooit bij naam, maar altijd bèta – het Hindi-woord voor ‘zoon’. Het is hartverscheurend om te lezen wat hij denkt als zijn moeder door een dronken vader voor de zoveelste keer afgeranseld wordt: “Ik vond dat de man dood moest, ik moest hem afmaken. Ik krijg steeds meer problemen met hem.”
Lakhi Hardin is een man van uitersten: hij maakt carrière in de Surinaamse politiek, maar zijn idealen vallen stuk bij de verkiezingen van 1973. Zijn vertrek naar Nederland met het gezin voelt voor Robert als een breuk en markeert een keerpunt in zijn leven. Ondanks zijn fouten is vader ook een bron van fascinatie: zijn charme, zijn verhalen over spirituele filosofieën en zijn poging om een betere wereld te creëren. Robert worstelt met de liefde en haat die hij voor deze man voelt.
Moederliefde als anker
Tegenover zijn vader staat Corrie, Roberts moeder, als een baken van liefde en veerkracht. Samen met grootouders Bert en Clara vormt zij een warme wereld waarin Robert even onbezorgd kind kan zijn.
Corries eenzaamheid en moed weerspiegelen de uitdagingen van migratie en interculturele relaties. Ze vecht tegen maatschappelijke verwachtingen en persoonlijke teleurstellingen en slaagt er desondanks in een thuis te creëren waar haar zoon veiligheid kan vinden. Dit contrast maakt het verhaal niet alleen persoonlijk, maar ook universeel herkenbaar: hoe liefde kan overleven in omstandigheden van ontworteling.
Suriname: pijn, heimwee en culturele resonantie
Swami Persaud weet Suriname tot leven te brengen door een combinatie van zintuiglijke details en emotionele reflecties. De kleuren, geuren en geluiden van Paramaribo worden bijna tastbaar, maar altijd met een ondertoon van nostalgie en pijn. De voortdurende remigratie, vijf keer heen en weer tussen Nederland en Suriname, versterkt dit gevoel van ontworteling.
Het verhaal toont ook de politieke en sociale context van Suriname in de jaren vijftig tot zeventig: de moeizame onafhankelijkheid en de dromen en teleurstellingen van een jong land. Swami Persaud verweeft persoonlijke en collectieve geschiedenis op een manier die het verhaal van zijn familie plaatst in een bredere migratie-ervaring.
Muziek, boeken en spiritualiteit als houvast
Wat Bloedlijnen bijzonder maakt, is de culturele gelaagdheid. De auteur verweeft muziek, film, literatuur en spiritualiteit in zijn autobiografie. Van The Cats en George Baker tot Bruce Lee en de Surinaamse dichter Shrinivasi, van yoga en theosofie tot Indiase filosofieën, hij laat zien hoe culturele invloeden houvast bieden in een leven vol onzekerheid: “Ik kan mij niet herinneren dat ik níet stoned luisterde naar songs als Helpless en Almost cut my hair.”
Spirituele oefening en filosofische reflectie geven Robert handvatten om de wereld te begrijpen en zijn eigen plek te vinden. Tegelijkertijd is hij kritisch over hoe oosterse tradities in het westen worden geconsumeerd: “De yoga die in het westen wordt gedoceerd is vrijwel het omgekeerde van wat de eeuwenoude yogatraditie voor ogen stond. Het is big business geworden en versteend.” Deze balans tussen bewondering en kritische afstand maakt zijn zoektocht naar betekenis authentiek en herkenbaar.
Schrijven tussen rauwheid en poëzie
De schrijfstijl van Swami Persaud beweegt moeiteloos tussen fel en poëtisch, confronterend en zintuiglijk. Passages over de vader zijn rauw en direct, terwijl herinneringen aan Suriname weelderig en beeldend zijn. Cursieve fragmenten verweven persoonlijke herinneringen met bredere maatschappelijke observaties, zoals onafhankelijkheid, racisme en culturele verdeeldheid. Ook hedendaagse commentaren, bijvoorbeeld over uitspraken van Stef Blok in 2018 over multicultureel falen (“Suriname is een is een mislukte staat door etnische opdeling”), verbinden verleden en heden.
Deze stijl zorgt ervoor dat de autobiografie niet alleen een familiegeschiedenis is, maar ook een reflectie op cultuur, migratie en identiteit. Het verhaal nodigt uit om na te denken over wat thuis betekent, hoe herinneringen vormen en hoe persoonlijke geschiedenis samenvalt met collectieve verhalen.
Pijn én kracht
Bloedlijnen. Ontheemd in Suriname is een verhaal over veerkracht, liefde en de zoektocht naar een plek in de wereld. Swami Persaud laat zien hoe verplaatsing, culturele botsingen en geweld een leven tekenen, maar ook hoe muziek, literatuur en spiritualiteit een bron van kracht kunnen zijn. “Met dit boek hoop ik te bereiken dat we allemaal beseffen dat niets vanzelfsprekend is; het is een dunne lijn tussen verwondering en verwonding,” schrijft hij in het nawoord.
—
Voor het eerst gepubliceerd op de Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Stel je voor dat je steeds heen en weer moet verhuizen tussen Nederland en Suriname. Nooit echt weten waar je thuishoort. In Bloedlijnen vertelt Robert Swami Persaud rauw en eerlijk over familie, roots en jezelf vinden in twee werelden. Een verhaal dat blijft hangen.
1
Reageer op deze recensie