Lezersrecensie
Er gebeurde bijna niets - Meg Rosoff
Met het derde deel van wat Meg Rosoff haar ‘zomertrilogie’ noemde is de cirkel rond. In ‘De Godden broers’ (2021) ging het vooral om het zoeken naar je (seksuele) identiteit. Dat Rosoff hier een Naamloze Verteller gebruikte (wat een briljante ingreep!) voerde de spanning alleen maar meer op. Deel twee, ‘Dat soort vrienden’ (2022), illustreerde het vinden van je bestemming. Niet een wereldstad als New York, niet je vriendengroep, maar welk talent je hebt, wat voor soort schrijver je bent. Dát uit te vinden is richtinggevend voor het leven van Beth. En dan verschijnt in het najaar van 2024 het laatste deel, ‘Er gebeurde bijna niets’. Wéér is het podium een verschroeiend hete zomer met smeltend asfalt en verontrustende klimaatberichten. Rosoff laat ons kennismaken met de zeventienjarige Callum, een personage vol puberale onzekerheden en een negatief zelfbeeld. Binnen achtenveertig uur gebeurt er zó onwaarschijnlijk veel met deze jongen dat wij het plot misschien ongeloofwaardig vinden, maar wél helemaal meegenomen worden in de ontwikkeling en de groei van dit personage. En daar gaat dit derde deel van de trilogie vooral over: het voltooien van de ‘werdegang’ en het accepteren wie je bent.
Screwball comedy
Na een volkomen mislukte uitwisselingsvakantie is Callum behoorlijk depri: geen Frans geleerd, geen feestgevierd, geen seks gehad. De vakantie bleek meer een bevestiging van zijn negatieve zelfbeeld. Hij besluit impulsief om niet naar huis te gaan, zijn mobiel uit te schakelen en in Parijs te blijven. Binnen achtenveertig uur ontrolt zich een avontuur vol klifhangers waardoor de lezer het boek bijna niet kan wegleggen. Op jacht naar de gestolen hobo van zijn neef Harrison stapt Callum achter op de motor bij de knappe Lilou. Ze proberen de vermoedelijke dief, de louche stiefbroer van Lilou, Arnaud, te traceren die onderweg ook nog een dure Matisse blijkt te hebben gestolen. Langs allerlei vage kennissen scheuren ze door nachtelijk Parijs en komt Callum op plekken die hij vooraf nooit had kunnen bedenken, inclusief achter de schermen in een bordeel. Harrison beschrijft aan het eind van het boek de achtenveertig uur die de handeling duurt als een screwball comedy. Dit genre in de filmkomedie kun je inderdaad gemakkelijk herkennen in deze relatief lichte roman van Rosoff. Om te beginnen een vrouwelijk hoofdpersonage, Lilou, dat dominant is over een mannelijk hoofdpersonage, Callum. Snelle dialogen, ook al verlopen die in gebroken Frans, hilarische vaak onwaarschijnlijke verwikkelingen en een goede afloop horen ook thuis in dit filmgenre, dat ook wel tegen ‘comedy caper’ aanhangt, vol met chaos, humor en avontuur.
Kunst en klimaat
Een van de centrale thema’s in het werk van Meg Rosoff is diversiteit. De Naamloze Verteller in ‘De Godden broers’ is daarvan misschien het meest duidelijke voorbeeld. Daarnaast is kunst in allerlei verschijningsvormen een ander terugkerend thema. Toneelkunst, beeldende kunst, muziek en natuurlijk literatuur en schrijven, krijgen in vrijwel elk boek van Rosoff een prominente plaats. De gestolen hobo in ‘Er gebeurde bijna niets’ lijkt een toevallige keuze (“Ok. An oboe player. Why not?”), maar het schilderij, de Matisse, is dat zeker niet (“I chose a Matisse painting because even someone who knows nothing at all about art can look at one of his colourful, energetic paintings and feel pure joy”). Hoewel de zomer Rosoff’s meest geliefde jaargetijde is krijgt de warmte in haar laatste twee boeken onaangename proporties. Haar waarschuwing voor klimaatverandering is in dit boek duidelijk leesbaar, zeker in het explosieve einde van Callum’s avontuur. Toch houdt zij het verhaal voor haar protagonisten leefbaar. Ondanks de verzengende, verlammende hitte in ‘Dat soort vrienden’ en in ‘Er gebeurde bijna niets’, blijft er plaats voor genegenheid en vriendschap. Zelfs ook weer voor verliefdheid, ook al wordt die lang niet altijd beantwoord. Nóg zo’n thema van Rosoff!
Taal in vertaling
Hoewel Callum’s avontuur in Parijs slechts achtenveertig uur telt zitten die uren volgepropt met gebeurtenissen. Dat is een heleboel handeling voor wat nader beschouwd maar een beperkt plot blijkt te zijn. Wat dat plot betreft geldt dat ook voor veel andere romans van Rosoff. Als je een beetje van rijke taal en een intelligente verzorgde stijl houdt is dat ook niet erg. ‘Almost nothing happend’ werd in vertaling ‘Er gebeurde bijna niets’. ‘Almost’ of ‘bijna’ is in deze roman een sleutelbegrip. Het is maar één woord. Maar dat ene woord geeft de lezer zo veel dramatiek mee dat hij/zij dat wel achtenveertig uur kan vasthouden. Tot en met het explosieve einde. Nee, hier geen spoilers! Over het gebruik van de taal schreef ik ook al op andere plekken: het talent van Meg Rosoff lees je vooral in hoe zij haar personages in taal tot leven brengt, niet zozeer in wat ze haar personages laat beleven. Dat stelt hoge eisen aan de vertaler van haar werk. En daarom hier een speciale vermelding voor Jenny de Jonge, haar vertaler sinds jaar en dag. In 2011 schreef Rosoff al over haar: “Jenny de Jonge is no meek servant of publishing”! Het lezen van een roman van Meg Rosoff in vertaling is dus zeker geen verarming. Ik pleit dan ook voor ‘Meg Rosoff Op De Eindlijst!’
Screwball comedy
Na een volkomen mislukte uitwisselingsvakantie is Callum behoorlijk depri: geen Frans geleerd, geen feestgevierd, geen seks gehad. De vakantie bleek meer een bevestiging van zijn negatieve zelfbeeld. Hij besluit impulsief om niet naar huis te gaan, zijn mobiel uit te schakelen en in Parijs te blijven. Binnen achtenveertig uur ontrolt zich een avontuur vol klifhangers waardoor de lezer het boek bijna niet kan wegleggen. Op jacht naar de gestolen hobo van zijn neef Harrison stapt Callum achter op de motor bij de knappe Lilou. Ze proberen de vermoedelijke dief, de louche stiefbroer van Lilou, Arnaud, te traceren die onderweg ook nog een dure Matisse blijkt te hebben gestolen. Langs allerlei vage kennissen scheuren ze door nachtelijk Parijs en komt Callum op plekken die hij vooraf nooit had kunnen bedenken, inclusief achter de schermen in een bordeel. Harrison beschrijft aan het eind van het boek de achtenveertig uur die de handeling duurt als een screwball comedy. Dit genre in de filmkomedie kun je inderdaad gemakkelijk herkennen in deze relatief lichte roman van Rosoff. Om te beginnen een vrouwelijk hoofdpersonage, Lilou, dat dominant is over een mannelijk hoofdpersonage, Callum. Snelle dialogen, ook al verlopen die in gebroken Frans, hilarische vaak onwaarschijnlijke verwikkelingen en een goede afloop horen ook thuis in dit filmgenre, dat ook wel tegen ‘comedy caper’ aanhangt, vol met chaos, humor en avontuur.
Kunst en klimaat
Een van de centrale thema’s in het werk van Meg Rosoff is diversiteit. De Naamloze Verteller in ‘De Godden broers’ is daarvan misschien het meest duidelijke voorbeeld. Daarnaast is kunst in allerlei verschijningsvormen een ander terugkerend thema. Toneelkunst, beeldende kunst, muziek en natuurlijk literatuur en schrijven, krijgen in vrijwel elk boek van Rosoff een prominente plaats. De gestolen hobo in ‘Er gebeurde bijna niets’ lijkt een toevallige keuze (“Ok. An oboe player. Why not?”), maar het schilderij, de Matisse, is dat zeker niet (“I chose a Matisse painting because even someone who knows nothing at all about art can look at one of his colourful, energetic paintings and feel pure joy”). Hoewel de zomer Rosoff’s meest geliefde jaargetijde is krijgt de warmte in haar laatste twee boeken onaangename proporties. Haar waarschuwing voor klimaatverandering is in dit boek duidelijk leesbaar, zeker in het explosieve einde van Callum’s avontuur. Toch houdt zij het verhaal voor haar protagonisten leefbaar. Ondanks de verzengende, verlammende hitte in ‘Dat soort vrienden’ en in ‘Er gebeurde bijna niets’, blijft er plaats voor genegenheid en vriendschap. Zelfs ook weer voor verliefdheid, ook al wordt die lang niet altijd beantwoord. Nóg zo’n thema van Rosoff!
Taal in vertaling
Hoewel Callum’s avontuur in Parijs slechts achtenveertig uur telt zitten die uren volgepropt met gebeurtenissen. Dat is een heleboel handeling voor wat nader beschouwd maar een beperkt plot blijkt te zijn. Wat dat plot betreft geldt dat ook voor veel andere romans van Rosoff. Als je een beetje van rijke taal en een intelligente verzorgde stijl houdt is dat ook niet erg. ‘Almost nothing happend’ werd in vertaling ‘Er gebeurde bijna niets’. ‘Almost’ of ‘bijna’ is in deze roman een sleutelbegrip. Het is maar één woord. Maar dat ene woord geeft de lezer zo veel dramatiek mee dat hij/zij dat wel achtenveertig uur kan vasthouden. Tot en met het explosieve einde. Nee, hier geen spoilers! Over het gebruik van de taal schreef ik ook al op andere plekken: het talent van Meg Rosoff lees je vooral in hoe zij haar personages in taal tot leven brengt, niet zozeer in wat ze haar personages laat beleven. Dat stelt hoge eisen aan de vertaler van haar werk. En daarom hier een speciale vermelding voor Jenny de Jonge, haar vertaler sinds jaar en dag. In 2011 schreef Rosoff al over haar: “Jenny de Jonge is no meek servant of publishing”! Het lezen van een roman van Meg Rosoff in vertaling is dus zeker geen verarming. Ik pleit dan ook voor ‘Meg Rosoff Op De Eindlijst!’
1
Reageer op deze recensie