Meer dan 6,5 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zoethout - Marita de Sterck

1974: een volksbuurt gevuld met kansarmen; een arbeidershuisje met muren van papier; Sonja, 7 jaar, enigst kind van Nadine, een alcoholistische alleenstaande moeder; Cecile, een beetje gekke eigenzinnige buurvrouw; een kwartet ‘roddelmachines in hart en nieren’; Louis, een morsige oude gluurder en Flor, een wijkagent.
2024: een volksbuurt die langzaam transformeert tot een hippe buurt; een muf klein huisje dat al enige tijd niet meer bewoond is; Amber, 23 jaar, een jonge museummedewerker; Cecile, die na 50 jaar nog steeds niet in de buurt wil passen; een kwartet babbelwijven (onkruid vergaat niet); de nagedachtenis aan een mogelijke pedofiel en de betrokkenheid van een gepensioneerde agent.

Twee verhaallijnen
Marita de Sterck houdt in deze Young Adult haar compositie overzichtelijk voor de wat jongere lezer. Alle 37 hoofdstukken beginnen met een motto, een verteller en een tijdsaanduiding. Al snel is duidelijk dat ze twee verhaallijnen hanteert, 50 jaar in tijd gescheiden, om een boeiende zoektocht te beschrijven op één plaats. Amber gaat wonen in het kleine huisje, de plek waar 50 jaar geleden Sonja verdween. De verbindende factor is Cecile die Sonja kende, die het kind snoepjes en stokjes zoethout toestak en probeerde vriendschap met haar te sluiten. De handeling ligt vooral bij Amber en Cecile die elkaar langzaam leren kennen en een relatie opbouwen, mede op basis van de kindertekeningen van Sonja die Amber op allerlei verborgen plekken aantreft.

Een verdwijning
“Soms is een wijk een pak miserie” Dit is een mijmering van de oude agent Flor aan het eind van het boek. Maar de lezer merkt meteen al aan het begin dat zo’n wijk borrelt, trilt en walmt. Roddel en achterklap worden onmiddellijk geprojecteerd op de nieuwe bewoners van het scheve huisje in een smalle steeg in Antwerpen. Nog vóór de alleenstaande Nadine en haar dochtertje Sonja over de drempel kunnen stappen wordt er al een stempel, een “brutaal kermiswijf en haar bleke spriet”, op hen gedrukt door de roddelaarsters van de straat. Maar Cecile is uit ander hout gesneden en zoekt toenadering tot haar nieuwe buren. Ondanks dat Nadine afstand probeert te houden groeit er een vriendschap tussen Cecile en Sonja. De communicatie verloopt vooral via de tekeningen van Sonja. De tekeningen blijken betekenisvolle boodschappen te zijn die Sonja op allerlei plekken in het kleine huisje verbergt, bijvoorbeeld over het drankmisbruik van haar moeder. Ook probeert het meisje te voorkomen dat Nadine merkt dat Cecile en zij contact hebben via de ‘papieren muren’ van het huis. Waar in huis kun je met de buurvrouw praten zonder dat mama dat in de gaten heeft? Kun je jezelf ook ergens verstoppen? En dan verdwijnt Sonja. Louis, de ouwe gluurder, wordt er op aangekeken, maar hij heeft een sluitend alibi. En hoezeer Flor, de wijkagent, probeert informatie te vinden Sonja blijkt zoek en het onderzoek loopt vast.

Cold case?
Wanneer Amber een aantal tekeningen van Sonja vindt gaat ze op onderzoek uit en haar eerste gesprekspartner is Cecile de buurvrouw die daar al meer dan vijfig jaar woont. Het merendeel van de hoofdstukken heeft dan ook het perspectief van Amber. Ze verdiept zich, vijftig jaar na dato, in de verdwijning van het meisje en spreekt o.a. met Cecile, met Flor en andere buurtbewoners die echter geen van allen iets constructiefs kunnen bijdragen. De zoektocht van Amber, de gesprekken die ze voert, de tekeningen die langzaam betekenis krijgen vormen alles bij elkaar een geloofwaardig verhaal. De duistere, wellicht zelfs dreigende sfeer die bij een thriller of cold case story hoort lezen we niet in de zestien Amber-hoofdstukken, maar wel in de zes passages waarin Sonja zelf aan het woord is. Sonja is bang dat haar moeder ontdekt dat ze met Cecile praat en dat ze misschien aan de buurvrouw duidelijk maakt hoezeer ze verwaarloosd wordt. En dus tekent ze haar eigen leven en verbergt die boodschappen op allerlei plekken in het kleine huisje. Net als de zoektocht van Amber is de angst van Sonja zeer geloofwaardig beschreven. Kort door de bocht zou je dit het licht en het donker van dit boek kunnen noemen. En dan, na vijftig jaar, wordt Sonja bijna bij toeval toch gevonden.

Twee extra personages
Er is één zeer vocaal extra personage in ‘Zoethout’. Dat is het groepje roddelaarsters in de straat, de babbelwijven zoals ze zich noemen. Ze weten heel goed wat ze met hun geroddel doen, maar ze zien niet dat ze Nadine en haar dochter, die beiden hulp nodig hebben, des te meer in een hoek drijven. In plaats van de open armen van de wijk te zijn hebben ze Nadine verder in haar alcoholisme en Sonja in het huis opgesloten. In de hoofdtukken waarin zij spreken gedragen ze zich als een Grieks koor zoals we dat in theater of opera wel herkennen. Met hun smeuïge, sappig Vlaamse commentaar creëren ze een dreigende sfeer en negatieve emotie die we zo vaak in de boeken van de Sterck tegenkomen. Onheilspellend en onafwendbaar, je vóelt dat Sonja’s verhaal niet goed kán aflopen.
En dan is er nóg een personage, nauwelijks hoorbaar maar altijd aanwezig: Het Huis. Het spreekt alleen hardop in het voorlaatste hoofdstuk. In geen enkele andere passage hoor je dat de plek des onheils zelf ook aanwezig is. Toch weet je dat alles terug te vinden is in die smalle steeg, in dat kleine scheve huisje. Mysterieus en onontkoombaar.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van JohnSchrijnemakers