Lezersrecensie
(Rond)Zingende Geesten
Het Lied van de Geesten is een vertaling van Jesmyn Ward’s Sing, Unburied, Sing, National Book Award winnaar van 2017 en shortlisted voor de Women’s Prize for Fiction 2018.
”Ik denk wel dat ik weet wat de dood is. Ik denk wel dat de dood iets is wat ik onder ogen kan zien. Wanneer granpa tegen me zegt dat ik hem moet helpen en ik het zwarte mes zie dat hij achter zijn broekriem heeft gestoken, loop ik achter hem aan […] Ik probeer te kijken alsof het niks bijzonders is, een doodsaai klusje, meer niet, […] Ik wil dat granpa weet dat ik best tegen bloed kan. Vandaag ben ik jarig.”
Een bijzonder begin, waardoor je er direct bij bent. Wat volgt is de beschrijving van het slachten van een geit. En zo volgen meer levensechte beschrijvingen van racisme, geweld, dood, armoede, drugsafhankelijkheid, verdriet, liefde en het ontbreken daarvan.
Ward weet de sfeer van het Diepe Zuiden heel knap neer te zetten en gebruikt de road trip om de lezers vanuit drie wisselende perspectieven (Jojo, Leonie en geest Richie) mee te nemen in een virtuele reis in de levens van Jojo, Leonie, granpa en granma.
Jojo, een dertienjarige jongen van gemengde afkomst, groeit samen met zijn driejarige zusje Kayla op in Mississippi bij zijn zwarte grootouders, granpa en granma. Zijn blanke vader, Michael, zit in de Parchman gevangenis zijn straf uit. Zijn zwarte moeder, Leonie, is drugsafhankelijk en vaker niet thuis dan wel. Samen met haar kinderen en vriendin Misty – ook drugsverslaafd en werkend in dezelfde kroeg als Leonie- stapt Leonie in de auto om Michael op te halen als hij vrijkomt. Voor de kinderen een allesbehalve fijne trip.
Onderweg voegt Richie, de geest van een twaalfjarige jongen met wie granpa in het verleden in Parchman heeft gezeten en daar een gruwelijke dood heeft gevonden, zich bij hen. Jojo ziet Richie als geest in het heden. Richie wil terug naar grandpa om te weten hoe hij gestorven is, zodat hij “naar huis” kan.
“Aan de overzijde van de wateren ligt land. Dat is groen en sterk glooiend, dichtbegroeid met bomen, en wordt door rivieren doorsneden. […] Erboven hangt een hemel van goud […] Er zijn mensen […] Ze zijn nooit stil. Want altijd is er hun gezang. […] Zachtjes zingend in het gele licht. […] Het is het mooiste gezang dat ik ooit heb gehoord, al versta ik er geen woord van.”
Maar niet alleen Jojo kan geesten zien; ook Leonie en Kayla. Leonie ziet – als ze high is - haar broer Given, die jaren geleden vermoord werd door een neef van Michael omdat hij als zwarte een jachtwedstrijd had gewonnen.
Ward geeft met haar geesten een stem aan degenen die geen stem meer hebben en wiens zielen nog steeds geen vrede hebben gevonden.
Een ontroerend boek.
”Ik denk wel dat ik weet wat de dood is. Ik denk wel dat de dood iets is wat ik onder ogen kan zien. Wanneer granpa tegen me zegt dat ik hem moet helpen en ik het zwarte mes zie dat hij achter zijn broekriem heeft gestoken, loop ik achter hem aan […] Ik probeer te kijken alsof het niks bijzonders is, een doodsaai klusje, meer niet, […] Ik wil dat granpa weet dat ik best tegen bloed kan. Vandaag ben ik jarig.”
Een bijzonder begin, waardoor je er direct bij bent. Wat volgt is de beschrijving van het slachten van een geit. En zo volgen meer levensechte beschrijvingen van racisme, geweld, dood, armoede, drugsafhankelijkheid, verdriet, liefde en het ontbreken daarvan.
Ward weet de sfeer van het Diepe Zuiden heel knap neer te zetten en gebruikt de road trip om de lezers vanuit drie wisselende perspectieven (Jojo, Leonie en geest Richie) mee te nemen in een virtuele reis in de levens van Jojo, Leonie, granpa en granma.
Jojo, een dertienjarige jongen van gemengde afkomst, groeit samen met zijn driejarige zusje Kayla op in Mississippi bij zijn zwarte grootouders, granpa en granma. Zijn blanke vader, Michael, zit in de Parchman gevangenis zijn straf uit. Zijn zwarte moeder, Leonie, is drugsafhankelijk en vaker niet thuis dan wel. Samen met haar kinderen en vriendin Misty – ook drugsverslaafd en werkend in dezelfde kroeg als Leonie- stapt Leonie in de auto om Michael op te halen als hij vrijkomt. Voor de kinderen een allesbehalve fijne trip.
Onderweg voegt Richie, de geest van een twaalfjarige jongen met wie granpa in het verleden in Parchman heeft gezeten en daar een gruwelijke dood heeft gevonden, zich bij hen. Jojo ziet Richie als geest in het heden. Richie wil terug naar grandpa om te weten hoe hij gestorven is, zodat hij “naar huis” kan.
“Aan de overzijde van de wateren ligt land. Dat is groen en sterk glooiend, dichtbegroeid met bomen, en wordt door rivieren doorsneden. […] Erboven hangt een hemel van goud […] Er zijn mensen […] Ze zijn nooit stil. Want altijd is er hun gezang. […] Zachtjes zingend in het gele licht. […] Het is het mooiste gezang dat ik ooit heb gehoord, al versta ik er geen woord van.”
Maar niet alleen Jojo kan geesten zien; ook Leonie en Kayla. Leonie ziet – als ze high is - haar broer Given, die jaren geleden vermoord werd door een neef van Michael omdat hij als zwarte een jachtwedstrijd had gewonnen.
Ward geeft met haar geesten een stem aan degenen die geen stem meer hebben en wiens zielen nog steeds geen vrede hebben gevonden.
Een ontroerend boek.
1
Reageer op deze recensie