Lezersrecensie
Geamputeerde trots
In 'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) vraagt de ik-verteller zich af of hij zijn eigen lijf en leden in de waagschaal wil stellen voor het Palestijnse verzet. Nog voor de gebeurtenissen rond 7 oktober was er de zogenaamde 'Mars van de Terugkeer', waarbij Israëlische soldaten op scherp schoten om demonstranten de mond te snoeren. Wat voor hoopvolle Gazanen aanvankelijk begon als een sprankje verzet tegen het schrijnende machtsoverwicht, liep uit op een vernederende realiteitscheck. Het protest zou 200 Palestijnen het leven kosten en rond de 8000 mensen raakten gewond. De Gazaanse auteur Mahmoud Jouda tekent de getuigenissen op van achterblijvers wiens ledematen werden weggeschoten met dumdumkogels. Of van de mensen die plotseling moesten zorgen voor gehandicapte familieleden en vrienden. Welk extra leed droegen deze Gazanen op een plek zonder specialistische zorg of enige vorm van psychische hulp!?
'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) is alleszins een gruwelijke en macabere roman. Jouda laat geen passage onbenut om te focussen op amputaties, rottende wonden, operaties met weinig verdoving en mensen die hun geslachtsdelen verliezen. Het schetst een immens grimmig beeld van Gaza als een plek waar zelfs de ik-verteller naarstig weg probeert te komen van menselijk lijden. Het is teveel. Te hopeloos. Te onmogelijk om er iets aan te veranderen. De jonge professor wil zijn intellectuele vermogens inzetten om schoonheid te creëren en kennis te vergaren. Niet steeds geconfronteerd worden met de eigen gevangenschap van lichaam en geest. Het defaitistische wereldbeeld van de ik-verteller vormt een contrast met z'n jeugdvriend Hassan, die nog steeds gelooft dat de 'Mars van de Terugkeer' betekenis heeft. Het ultieme verlies is wanneer je je menselijkheid verliest, zeker richting de gehandicapte Gazanen die verder moeten na hun opoffering.
In Gaza liggen de gedeelde trauma's op straat. Zo vertelt een medepassagier tijdens een taxiritje of een toevallige notenverkoper zomaar een triest verhaal over iets of iemand wat ze hebben verloren. Ik waardeer de journalistieke insteek waarmee Jouda anekdotes van gewone Gazanen heeft verwerkt in het narratief. Zulke wrange en pijnlijke verhalen geven 'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) absoluut een bepaalde authenticiteit. Al moet ik eerlijk zeggen dat Jouda zijn eigen literaire stijl nog niet heeft geperfectioneerd. De existentiële twijfels van de ik-verteller over zijn eigen rol in het verzet zijn interessant, maar door diens afstandelijke positie als toeschouwer voelen de gruwelijkheden tegelijkertijd een tikkeltje droog en repetitief. Het levert weinig psychologische diepgang op als dierbaren van de ik-verteller hun ledematen verliezen tijdens de demonstraties.
Toch is het duidelijk waarom Mahmoud Jouda een schrijver is om in de gaten te houden. Hij bouwt met 'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) op naar een genadeloze climax waarin werkelijkheid en fictie bij elkaar komen. Waar verzet, hoop en verlangen botsen met de bikkelharde realiteit. Het is voor de ik-verteller misschien onmogelijk om te ontsnappen aan de trauma's uit Gaza, maar hij weet schoonheid te vinden om het menselijke lijden over te brengen aan anderen. Voor even proeven we als lezer aan een Gazaanse stem die nog steeds ongehoord blijft. En ondertussen blijven de Israëlische gruwelijkheden zich maar opstapelen en is hun vrijheidsstrijd hopelozer dan ooit.
(Ik reageer niet op mensen die het boek niet hebben gelezen. Literatuur deel je met medelezers, maar niet met mensen die eigen meningen belangrijker vinden dan literaire werken.)
'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) is alleszins een gruwelijke en macabere roman. Jouda laat geen passage onbenut om te focussen op amputaties, rottende wonden, operaties met weinig verdoving en mensen die hun geslachtsdelen verliezen. Het schetst een immens grimmig beeld van Gaza als een plek waar zelfs de ik-verteller naarstig weg probeert te komen van menselijk lijden. Het is teveel. Te hopeloos. Te onmogelijk om er iets aan te veranderen. De jonge professor wil zijn intellectuele vermogens inzetten om schoonheid te creëren en kennis te vergaren. Niet steeds geconfronteerd worden met de eigen gevangenschap van lichaam en geest. Het defaitistische wereldbeeld van de ik-verteller vormt een contrast met z'n jeugdvriend Hassan, die nog steeds gelooft dat de 'Mars van de Terugkeer' betekenis heeft. Het ultieme verlies is wanneer je je menselijkheid verliest, zeker richting de gehandicapte Gazanen die verder moeten na hun opoffering.
In Gaza liggen de gedeelde trauma's op straat. Zo vertelt een medepassagier tijdens een taxiritje of een toevallige notenverkoper zomaar een triest verhaal over iets of iemand wat ze hebben verloren. Ik waardeer de journalistieke insteek waarmee Jouda anekdotes van gewone Gazanen heeft verwerkt in het narratief. Zulke wrange en pijnlijke verhalen geven 'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) absoluut een bepaalde authenticiteit. Al moet ik eerlijk zeggen dat Jouda zijn eigen literaire stijl nog niet heeft geperfectioneerd. De existentiële twijfels van de ik-verteller over zijn eigen rol in het verzet zijn interessant, maar door diens afstandelijke positie als toeschouwer voelen de gruwelijkheden tegelijkertijd een tikkeltje droog en repetitief. Het levert weinig psychologische diepgang op als dierbaren van de ik-verteller hun ledematen verliezen tijdens de demonstraties.
Toch is het duidelijk waarom Mahmoud Jouda een schrijver is om in de gaten te houden. Hij bouwt met 'Een Tuin Voor Verloren Benen' (2020) op naar een genadeloze climax waarin werkelijkheid en fictie bij elkaar komen. Waar verzet, hoop en verlangen botsen met de bikkelharde realiteit. Het is voor de ik-verteller misschien onmogelijk om te ontsnappen aan de trauma's uit Gaza, maar hij weet schoonheid te vinden om het menselijke lijden over te brengen aan anderen. Voor even proeven we als lezer aan een Gazaanse stem die nog steeds ongehoord blijft. En ondertussen blijven de Israëlische gruwelijkheden zich maar opstapelen en is hun vrijheidsstrijd hopelozer dan ooit.
(Ik reageer niet op mensen die het boek niet hebben gelezen. Literatuur deel je met medelezers, maar niet met mensen die eigen meningen belangrijker vinden dan literaire werken.)
1
Reageer op deze recensie