Lezersrecensie
Min of meer stilistisch sterk
Groots leven door kleine omzwervingen. Tijdens mijn studie Literatuurwetenschap had ik een kortstondige fascinatie voor verdoemde dichters en flaneurs. Of de filosofie van indrukken als een doel op zich, deze alledaagse ervaringen vervolgens omzetten in mooie taal en daaruit een diepere betekenis te ontlenen aan het eigen mens-zijn. Elk hoekje van het innerlijk verkennen middels een zelfgekozen leefstijl van verveling, genot en zelfdestructie. Voorbij de saaie monotonie van een slaafs burgermansbestaan in dienst van inkomen verwerven, een gezin stichten of andere verantwoordelijkheden moeten dragen. Vrij in leven en nog vrijer in de kunsten.
Een schitterende titel als 'Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar' (2020) belooft al dat Cindy Hoetmer als een eigentijdse flaneur weinig meer doet dan alledaagse banaliteit te vertalen naar literaire reflecties. En wat dat betreft stelt Hoetmer ook niet teleur. Stilistisch is het werk opgezet als een meanderende verzameling losse anekdotes, met enige psychologische ontwikkeling in hoe ze zich verhoudt tot haar eigen besluiteloosheid en onzekerheden. Ze zet zichzelf neer als een moderne verschoppeling (middelbare leeftijd, freelancer, geen vaste relatie of kinderen) die steeds net geen aansluiting weet te vinden met die anderen. Niet vanuit een dieper liggend trauma of omdat ze psychische problemen heeft, integendeel zelfs: ze is best monter over haar nomadenbestaan. Haar innerlijke beschouwingen leggen meer een zoektocht naar zingeving bloot dan iets wat je zou moeten psychologiseren.
Toch moet ik eerlijk zeggen dat het me tegen begon te staan dat Hoetmers' beschouwingen zo doelbewust aan de oppervlakte blijven. Een stijlkeuze en niet per se een tekort, want de fragmentarische opzet is absoluut niet oppervlakkig. Zo krijgen bijvoorbeeld de vileine gebbetjes naar Mannelijke auteurs als Tommy Wieringa en Herman Koch extra betekenis door Hoetmers' eigen onzekerheden over haar kunnen als schrijfster. Maar voor mij heeft die continue ironische relativering als neveneffect dat er zelden écht iets blijft hangen van haar balorige observaties. Zeker niet als je ze zo kort achter elkaar leest en niet als losstaande column in een krant of magazine. Alles verglijdt in dezelfde hilariteit als vrijwel elke anekdote eindigt met een snedige punchline of een relativerende knipoog. Mijmeringen over sterfelijkheid rond de begrafenis van Menno Wigman roepen weinig meer emotie op dan bingo spelen in Spanje of een cursus Haka.
Een schitterende titel als 'Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar' (2020) belooft al dat Cindy Hoetmer als een eigentijdse flaneur weinig meer doet dan alledaagse banaliteit te vertalen naar literaire reflecties. En wat dat betreft stelt Hoetmer ook niet teleur. Stilistisch is het werk opgezet als een meanderende verzameling losse anekdotes, met enige psychologische ontwikkeling in hoe ze zich verhoudt tot haar eigen besluiteloosheid en onzekerheden. Ze zet zichzelf neer als een moderne verschoppeling (middelbare leeftijd, freelancer, geen vaste relatie of kinderen) die steeds net geen aansluiting weet te vinden met die anderen. Niet vanuit een dieper liggend trauma of omdat ze psychische problemen heeft, integendeel zelfs: ze is best monter over haar nomadenbestaan. Haar innerlijke beschouwingen leggen meer een zoektocht naar zingeving bloot dan iets wat je zou moeten psychologiseren.
Toch moet ik eerlijk zeggen dat het me tegen begon te staan dat Hoetmers' beschouwingen zo doelbewust aan de oppervlakte blijven. Een stijlkeuze en niet per se een tekort, want de fragmentarische opzet is absoluut niet oppervlakkig. Zo krijgen bijvoorbeeld de vileine gebbetjes naar Mannelijke auteurs als Tommy Wieringa en Herman Koch extra betekenis door Hoetmers' eigen onzekerheden over haar kunnen als schrijfster. Maar voor mij heeft die continue ironische relativering als neveneffect dat er zelden écht iets blijft hangen van haar balorige observaties. Zeker niet als je ze zo kort achter elkaar leest en niet als losstaande column in een krant of magazine. Alles verglijdt in dezelfde hilariteit als vrijwel elke anekdote eindigt met een snedige punchline of een relativerende knipoog. Mijmeringen over sterfelijkheid rond de begrafenis van Menno Wigman roepen weinig meer emotie op dan bingo spelen in Spanje of een cursus Haka.
1
Reageer op deze recensie