Lezersrecensie
Hoge verwachtingen niet waargemaakt
Alles wat had kunnen zijn is de tweede roman van de Nigeriaanse auteur Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ (1988). Het stond op de longlist van de Booker Prize 2023 en werd uit het Engels vertaald door Elvira Veenings. In september 2023 werd het uitgeroepen tot het eerste Hebban boek van de maand.
In Alles wat had kunnen zijn staan twee jonge mensen centraal. Tienerjongen Ẹniọlá leeft in armoede sinds zijn vader zijn baan als leraar is verloren. Het gezin heeft nauwelijks geld om te eten, laat staan om het schoolgeld voor de kinderen te betalen. Ẹniọlá doet klusjes voor een kleermaker en bedelt als het niet anders kan. Hij droomt van een mooiere toekomst. Wúràọlá lijkt alles voor elkaar te hebben. Zij is van rijke komaf, werkt als arts in opleiding en ze is verloofd met de zoon van een politicus in spé. Haar vriend Kúnlé is echter een man met twee gezichten. Wanneer een andere politicus Eniọlá ronselt om voor hem te komen werken heeft dit desastreuze gevolgen voor Ẹniọlá en Wúràọlá.
Het boek begint met een briljante opening waarin meteen duidelijk wordt hoe hard het leven is als je in armoede leeft en hoe arme mensen als uitschot worden behandeld. Helaas zakt het boek daarna snel in. De eerste helft sleept zich voort door gedetailleerde uitweidingen en zo nu en dan een herhaling. Deels is het nodig om de lezer voldoende achtergrondinformatie over Nigeria en de Yoruba cultuur te geven. Af en toe gaat Adébáyọ̀ net te lang door met de stortvloed aan informatie met als gevolg langdradige passages. Het had compacter gekund. In de tweede helft gebeurt dit niet meer. De lijntjes worden in een rap tempo afgewerkt en de thrillerachtige ontknoping laat de lezer in verwarring achter. Dat laatste is niet erg, maar er is geen balans tussen deze twee delen.
Het taalgebruik in Alles wat had kunnen zijn is eenvoudig en zonder opsmuk. Het leest gemakkelijk, mits de lezer niet struikelt over de niet-vertaalde Yoruba woorden. Het bevat tamelijk veel dialoog die afgewisseld wordt met lange beschrijvingen. Het perspectief wisselt tussen de twee hoofdpersonages. Echter door de zakelijke en beschrijvende manier van vertellen, is het lastig om mee te leven met de personages. Je bent een toeschouwer en geen onderdeel van het verhaal. Slechts één van de personages roept empathie op. De rest blijft ongrijpbaar en op afstand, ondanks alle ellende die hen overkomt.
Het grote verschil tussen arm en rijk, huiselijk geweld, de toegankelijkheid van onderwijs, corrupte politici, de ondergeschikte positie van vrouwen. Door de vele thema's die worden aangestipt, komt de vraag op wat de auteur eigenlijk wil vertellen. Ze laat zien dat Nigeria een land vol onrecht en ongelijkheid is en dat dit alleen kan verbeteren als je de ogen niet sluit voor de misstanden en de ander echt ziet. Het trekken van een conclusie laat ze aan de lezer zelf over. Als dit haar bedoeling is, dan is ze hierin geslaagd. Armoede is vreselijk, geld maakt niet gelukkig en politici kennen weinig scrupules. Adébáyọ̀ bevestigt dit, maar biedt nergens nieuwe inzichten of hoop. Het voelt enigszins onbevredigend.
Alles wat had kunnen zijn weet de hoge verwachtingen niet waar te maken. Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ toont de lezer een somber beeld van Nigeria met een paar mooie en onvergetelijke scènes, waaronder de opening. Het is echter te weinig om het tot onvergetelijk boek te maken.
In Alles wat had kunnen zijn staan twee jonge mensen centraal. Tienerjongen Ẹniọlá leeft in armoede sinds zijn vader zijn baan als leraar is verloren. Het gezin heeft nauwelijks geld om te eten, laat staan om het schoolgeld voor de kinderen te betalen. Ẹniọlá doet klusjes voor een kleermaker en bedelt als het niet anders kan. Hij droomt van een mooiere toekomst. Wúràọlá lijkt alles voor elkaar te hebben. Zij is van rijke komaf, werkt als arts in opleiding en ze is verloofd met de zoon van een politicus in spé. Haar vriend Kúnlé is echter een man met twee gezichten. Wanneer een andere politicus Eniọlá ronselt om voor hem te komen werken heeft dit desastreuze gevolgen voor Ẹniọlá en Wúràọlá.
Het boek begint met een briljante opening waarin meteen duidelijk wordt hoe hard het leven is als je in armoede leeft en hoe arme mensen als uitschot worden behandeld. Helaas zakt het boek daarna snel in. De eerste helft sleept zich voort door gedetailleerde uitweidingen en zo nu en dan een herhaling. Deels is het nodig om de lezer voldoende achtergrondinformatie over Nigeria en de Yoruba cultuur te geven. Af en toe gaat Adébáyọ̀ net te lang door met de stortvloed aan informatie met als gevolg langdradige passages. Het had compacter gekund. In de tweede helft gebeurt dit niet meer. De lijntjes worden in een rap tempo afgewerkt en de thrillerachtige ontknoping laat de lezer in verwarring achter. Dat laatste is niet erg, maar er is geen balans tussen deze twee delen.
Het taalgebruik in Alles wat had kunnen zijn is eenvoudig en zonder opsmuk. Het leest gemakkelijk, mits de lezer niet struikelt over de niet-vertaalde Yoruba woorden. Het bevat tamelijk veel dialoog die afgewisseld wordt met lange beschrijvingen. Het perspectief wisselt tussen de twee hoofdpersonages. Echter door de zakelijke en beschrijvende manier van vertellen, is het lastig om mee te leven met de personages. Je bent een toeschouwer en geen onderdeel van het verhaal. Slechts één van de personages roept empathie op. De rest blijft ongrijpbaar en op afstand, ondanks alle ellende die hen overkomt.
Het grote verschil tussen arm en rijk, huiselijk geweld, de toegankelijkheid van onderwijs, corrupte politici, de ondergeschikte positie van vrouwen. Door de vele thema's die worden aangestipt, komt de vraag op wat de auteur eigenlijk wil vertellen. Ze laat zien dat Nigeria een land vol onrecht en ongelijkheid is en dat dit alleen kan verbeteren als je de ogen niet sluit voor de misstanden en de ander echt ziet. Het trekken van een conclusie laat ze aan de lezer zelf over. Als dit haar bedoeling is, dan is ze hierin geslaagd. Armoede is vreselijk, geld maakt niet gelukkig en politici kennen weinig scrupules. Adébáyọ̀ bevestigt dit, maar biedt nergens nieuwe inzichten of hoop. Het voelt enigszins onbevredigend.
Alles wat had kunnen zijn weet de hoge verwachtingen niet waar te maken. Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ toont de lezer een somber beeld van Nigeria met een paar mooie en onvergetelijke scènes, waaronder de opening. Het is echter te weinig om het tot onvergetelijk boek te maken.
4
Reageer op deze recensie