Veel meer dan een boek alleen over voetbal
De situatie van vrouwen in Afghanistan was sowieso al niet florissant en rooskleurig, maar sinds de Taliban in augustus 2021 de macht van het land opnieuw in handen kregen, verslechterde hun positie zienderogen. Voor de dames van het nationale voetbalteam hield dit in dat ze vanaf dat moment groot gevaar liepen en dat ze hun leven niet meer zeker waren. Alleen maar omdat ze een sport beoefenden waar ze zo van hielden, waar ze zich vrij in voelden en waar ze plezier in hadden. Khalida Popal, oprichter en aanvoerder van het team en tevens voorvechter van vrouwenrechten, kreeg al eerder met de Taliban te maken en vluchtte vele jaren eerder met haar familie naar Pakistan, waar ze in een vluchtelingenkamp opgroeide. In De Afghaanse leeuwinnen (2025) vertelt ze onder andere over de omstandigheden in haar moederland, haar inzet voor het vrouwenvoetbal en haar definitieve vlucht.
Khalida begin haar levensverhaal in 1996 – ze is dan negen jaar oud – en uit wat ze vertelt, maakt de lezer op dat ze tot dan niet eens een onprettige jeugd heeft gehad. Zij en haar jongere broers waren gelukkig, kregen van hun ouders veel vrijheid en beslissingen werden democratisch genomen. Dit veranderde toen de Taliban de macht overnamen en alles in het land anders werd. Angst en wantrouwen regeerden en het gevoel dat vervolgens bij de mensen heerste, wordt door de auteur erg goed overgebracht. Dit geldt in feite ook voor de buitengewoon beperkte leefwereld van met name de Afghaanse vrouwen. Deze wordt op een indringende wijze in beeld gebracht waardoor je met de neus op de feiten wordt gedrukt en je je realiseert dat het leven in vrijheid leven toch wel ontzettend waardevol is.
Van jongs af aan heeft de auteur een eigen wil gehad, destijds misschien wel meer dan nu, maar het tekent wel haar standvastigheid en doorzettingsvermogen. Uit het werk dat ze verricht, het feit dat ze geen blad voor de mond neemt en haar strijd voor de rechten van de vrouw valt op te maken dat ze een sterke persoonlijkheid heeft en, zeker in een land als Afghanistan, dingen heeft gedaan waarvoor veel lef en moed nodig is. Ze is, zo valt regelmatig uit haar verhaal op te maken, een wereld binnengedrongen die door mannen wordt gedomineerd en daarin heeft ze zich zo goed mogelijk staande gehouden. Ondanks het gevaar dat ze daardoor voor zichzelf, haar familie en de meisjes en jonge vrouwen van het voetbalteam liep, zette ze door. Dan kun je eigenlijk niets anders doen dan daar enorme bewondering voor hebben.
Popal is bijzonder openhartig in haar memoires, want ze geeft ruiterlijk toe dat ze het diverse keren erg moeilijk heeft gehad en een keer dermate wanhopig was dat ze een eind aan haar leven probeerde te maken. Ze geeft eveneens een groot aantal voorbeelden van nare en traumatische ervaringen van enkele jonge vrouwen uit het voetbalteam. Wat hen overkomen is, is dermate heftig, aangrijpend, schrijnend en emotioneel dat je er stil van wordt. Tegelijkertijd realiseert de lezer zich dat het volstrekt onbegrijpelijk is dat er anno 2025 nog steeds talloze mannen zijn die de vrouw als minderwaardig beschouwen, als hun eigendom en gebruiksvoorwerp.
Hoewel het voetbal de rode draad – aan de ontsnapping van het vrouwenteam aan de Taliban wordt overigens relatief weinig aandacht besteed – in De Afghaanse leeuwinnen (vertaald door Margreet de Boer en Martine Both) is, behelst het verhaal veel meer dan deze sport alleen. De auteur wil met haar boek duidelijk maken dat de positie van vrouwen gelijkwaardig moet zijn aan die van de man en dat er nog behoorlijk wat mis is op dat gebied. In haar nawoord, dat een goede en nuttige toevoeging is, komt Popal hierop terug en geeft aan dat vrouwen niet moeten stoppen hun stem te laten horen. Alleen dan is het mogelijk dat er iets verandert.
Reageer op deze recensie