Lezersrecensie
Roman vergt veel van de lezer
De in Frankrijk geboren auteur Elif Shafak is de best verkopende vrouwelijke schrijfster van Turkije. Dit blijkt uit het feit dat haar boeken in vijfenvijftig talen zijn vertaald. Een opvallend gegeven in haar romans is dat Istanbul, een stad waarvan ze zegt dat hij niet vriendelijk is, daarin vaak centraal staat. Zo ook in het in 2006 verschenen Het luizenpaleis, dat haar tweede in het Nederlands vertaalde werk is. Voor dit boek heeft ze zich laten inspireren door de – kosmopolitische – straat waar ze lang geleden gewoond heeft.
Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw liet de Russische emigrant Pavel Antopov een indrukwekkende villa bouwen, in de hoop dat ze er haar geluk terug zou vinden. Nu, tientallen jaren later, verkeert het gebouw in vervallen staat, maar biedt nog wel onderdak aan tien huishoudens. Het stinkt er echter enorm en het ongedierte kan er ongestoord hun gang gaan. De bewoners van het pand zijn van divers pluimage, hebben hun eigen eigenaardigheden, maar hebben eveneens hun eigen verhaal.
Lezen, of misschien zelfs wel het een en ander te weten komen over het doen en laten van een uiteenlopende groep mensen kan interessant zijn. Met name omdat ieder van hen haar of zijn eigen verhaal heeft, of iets heeft meegemaakt of doet wat voor een ander niet geldt. Voor een groot deel gaat dit ook op voor de bewoners van Het Zuurtjespaleis, de villa in een niet (meer) vooraanstaande wijk van Istanbul. Stuk voor stuk zijn ze bijzonder en zonder meer kleurrijk en markant, hetgeen over het algemeen goed tot uiting komt. Desondanks is lang niet alles wat sommigen te vertellen hebben interessant en daarom bevat de roman een ruime hoeveelheid fragmenten waar amper door te komen is. Die gedeelten zijn ronduit saai, niet te doorgronden en oervervelend. Gelukkig vergoeden de boeiende verhalen, die overigens de overhand hebben, wel heel veel.
De vertelling – de gebeurtenissen en belevenissen worden door één persoon, waarvan later helder wordt wie dit is – begint uitermate stroef en vaag en de lezer heeft dan werkelijk geen idee waartoe een en ander moet leiden. Na geruime tijd komt hier verandering in en ontstaat er een structuur die zo goed als de rest van het boek gehandhaafd blijft. Vanaf dat moment maak je kennis met de Zuurtjespaleisbewoners, die afwisselend van elkaar hun zegje mogen doen. Zo krijg je onder andere te maken met een kapperstweeling die ogenschijnlijk behoorlijk van elkaar verschilt, een vrouw met enorme smetvrees en een student die nogal verzot is op allerlei geestverruimende middelen. Vanzelfsprekend staat daarbij hun residentie centraal, maar Istanbul, de stad waarin ze wonen, heeft eveneens een niet onaanzienlijke rol.
Een van de factoren waardoor dit verhaal erg lastig te bevatten is en vaak moeizaam leest, is de bij vlagen gecompliceerde en op het oog wisselvallige schrijfstijl van Shafak. Flinke lappen tekst waar geen touw aan vast te knopen valt, worden afgewisseld met interessante lotgevallen van de diverse personages, hoewel met name de verteller niet voortdurend iets zinnigs te zeggen heeft. Wat hij zegt zijn soms filosofische overpeinzingen die gezien zijn achtergrond begrijpelijk zijn, maar niet aansprekend. De auteur springt daarnaast regelmatig van de hak op de tak. Als het bijvoorbeeld over onderwerp a gaat, springt ze zonder haperen over naar onderwerp b, vervolgens naar c en af en toe zelfs naar d. Op die momenten komt alles over als een onsamenhangend geheel.
Dankzij de buitengewone wederwaardigheden van de meeste villabewoners – deze zijn toch in de meerderheid – behaalt Het luizenpaleis een krappe voldoende, wat niet wegneemt dat het lezen ervan een onderneming is die tamelijk veel van de lezer vergt.
Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw liet de Russische emigrant Pavel Antopov een indrukwekkende villa bouwen, in de hoop dat ze er haar geluk terug zou vinden. Nu, tientallen jaren later, verkeert het gebouw in vervallen staat, maar biedt nog wel onderdak aan tien huishoudens. Het stinkt er echter enorm en het ongedierte kan er ongestoord hun gang gaan. De bewoners van het pand zijn van divers pluimage, hebben hun eigen eigenaardigheden, maar hebben eveneens hun eigen verhaal.
Lezen, of misschien zelfs wel het een en ander te weten komen over het doen en laten van een uiteenlopende groep mensen kan interessant zijn. Met name omdat ieder van hen haar of zijn eigen verhaal heeft, of iets heeft meegemaakt of doet wat voor een ander niet geldt. Voor een groot deel gaat dit ook op voor de bewoners van Het Zuurtjespaleis, de villa in een niet (meer) vooraanstaande wijk van Istanbul. Stuk voor stuk zijn ze bijzonder en zonder meer kleurrijk en markant, hetgeen over het algemeen goed tot uiting komt. Desondanks is lang niet alles wat sommigen te vertellen hebben interessant en daarom bevat de roman een ruime hoeveelheid fragmenten waar amper door te komen is. Die gedeelten zijn ronduit saai, niet te doorgronden en oervervelend. Gelukkig vergoeden de boeiende verhalen, die overigens de overhand hebben, wel heel veel.
De vertelling – de gebeurtenissen en belevenissen worden door één persoon, waarvan later helder wordt wie dit is – begint uitermate stroef en vaag en de lezer heeft dan werkelijk geen idee waartoe een en ander moet leiden. Na geruime tijd komt hier verandering in en ontstaat er een structuur die zo goed als de rest van het boek gehandhaafd blijft. Vanaf dat moment maak je kennis met de Zuurtjespaleisbewoners, die afwisselend van elkaar hun zegje mogen doen. Zo krijg je onder andere te maken met een kapperstweeling die ogenschijnlijk behoorlijk van elkaar verschilt, een vrouw met enorme smetvrees en een student die nogal verzot is op allerlei geestverruimende middelen. Vanzelfsprekend staat daarbij hun residentie centraal, maar Istanbul, de stad waarin ze wonen, heeft eveneens een niet onaanzienlijke rol.
Een van de factoren waardoor dit verhaal erg lastig te bevatten is en vaak moeizaam leest, is de bij vlagen gecompliceerde en op het oog wisselvallige schrijfstijl van Shafak. Flinke lappen tekst waar geen touw aan vast te knopen valt, worden afgewisseld met interessante lotgevallen van de diverse personages, hoewel met name de verteller niet voortdurend iets zinnigs te zeggen heeft. Wat hij zegt zijn soms filosofische overpeinzingen die gezien zijn achtergrond begrijpelijk zijn, maar niet aansprekend. De auteur springt daarnaast regelmatig van de hak op de tak. Als het bijvoorbeeld over onderwerp a gaat, springt ze zonder haperen over naar onderwerp b, vervolgens naar c en af en toe zelfs naar d. Op die momenten komt alles over als een onsamenhangend geheel.
Dankzij de buitengewone wederwaardigheden van de meeste villabewoners – deze zijn toch in de meerderheid – behaalt Het luizenpaleis een krappe voldoende, wat niet wegneemt dat het lezen ervan een onderneming is die tamelijk veel van de lezer vergt.
1
Reageer op deze recensie
