Lezersrecensie
Een van de betere Browns
Bestsellerauteur Dan Brown heeft er maar liefst acht jaar over gedaan om een opvolger voor Oorsprong (2017), zijn vijfde thriller met hoogleraar symboliek en kunstgeschiedenis Robert Langdon, te schrijven. Op 9 september 2025 was het raak en werd Het ultieme geheim wereldwijd gelanceerd, waarna het boek vanaf een vastgesteld tijdstip in achttien landen verkrijgbaar was. De reden van het langdurige schrijfproces is het onderwerp dat in het boek naar voren wordt gebracht: het menselijk bewustzijn, een thema waarvoor de auteur zich al geruime tijd interesseert.
Deze keer reis Robert Langdon af naar de Tsjechische hoofdstad Praag, waar Katherine Solomon, met wie de professor sinds kort een relatie heeft, een lezing houdt. Een dag later heeft Katherine een afspraak met een vooraanstaand wetenschapper, maar voordat ze die kan nakomen blijkt ze te zijn verdwenen. Het heeft er alle schijn van dat dit te maken heeft met een nog te publiceren boek, waarin ze een onthulling doet die de wetenschappelijke wereld op zijn kop zal zetten. Langdon doet er alles aan haar terug te vinden en stuit daarbij op een aantal schokkende geheimen.
Hoewel het verhaal, en dus ook de gebeurtenissen, zich in ‘maar’ twee dagen afspeelt, voelt dit absoluut niet zo. Door de vele gebeurtenissen heeft de lezer de indruk dat alles zich in een veel langer tijdsbestek voordoet en het overwegend hoge tempo versterkt dit gevoel in hoge mate. Bovendien – en dit is vanzelfsprekend uitermate belangrijk in een thriller – is er volop spanning en actie. Dit begint in feite al in de proloog die enigszins nieuwsgierig maakt, voor een aantal vragen zorgt en waarin een tweetal personages voorkomt waarvan je vermoed dat ze weleens voor problemen kunnen zorgen. Dit intrigeert, maar zorgt tevens voor een lichte antipathie jegens beiden. Of dit op dat moment wel of niet terecht is, wordt in de loop van de plot onmiskenbaar duidelijk.
Net als in de voorgaande vijf delen – dit boek kan overigens uitstekend afzonderlijk van de andere gelezen worden – is professor Robert Langdon de protagonist, maar er is eveneens een niet onbelangrijke rol weggelegd voor zijn partner Katherine Solomon en het manuscript dat ze geschreven heeft, is daarbij van groot belang. Het aandeel dat de hoogleraar deze keer heeft, is echter anders, want zijn vermogen om de meest complexe puzzels op te lossen, hoeft hij amper te gebruiken. Inherent daaraan is dat de symboliek, het vakgebied van Langdon, zo goed als niet aangesproken hoeft te worden. Enerzijds is dit jammer, want de lezer denkt graag met hem mee als hij weer eens een ingewikkelde code of ogenschijnlijk onverklaarbaar symbool moet ontcijferen, maar anderzijds is deze insteek niet oninteressant, want zo kom je ook een iets van de andere kant van hem te weten.
Een van de kritiekpunten die Brown regelmatig over zich heen heeft gekregen, is dat zijn boeken als het ware kopieën van elkaar zijn. Daar valt op zich weinig tegen in te brengen, want iemand die meer van zijn werk gelezen heeft, herkent enkele elementen die in de eerdere delen ook voorkomen. Bezwaarlijk is dit geenszins, want oude wijn in nieuwe zakken hoeft per definitie niet slecht te zijn. De auteur bewijst dit andermaal. Het uitgangspunt van het verhaal – het menselijke bewustzijn en de hieraan gerelateerde hersenen – is immers heel anders en derhalve origineel en soms zelfs intrigerend. De Praagse setting is goed gekozen en biedt talloze boeiende scènes waardoor je een globale indruk krijgt van de geheimen die deze stad blijkt te herbergen.
De verschillende verhaallijnen die het boek heeft, komen na allerlei ontwikkelingen, onverwachte wendingen en een enkele verrassing, uiteindelijk mooi samen, waarna het avontuur dat Langdon en Solomon deze keer hebben beleefd goed afgerond wordt. De lezer kan dan niets anders dan concluderen dat Het ultieme geheim een van de betere boeken is die Brown geschreven heeft.
Deze keer reis Robert Langdon af naar de Tsjechische hoofdstad Praag, waar Katherine Solomon, met wie de professor sinds kort een relatie heeft, een lezing houdt. Een dag later heeft Katherine een afspraak met een vooraanstaand wetenschapper, maar voordat ze die kan nakomen blijkt ze te zijn verdwenen. Het heeft er alle schijn van dat dit te maken heeft met een nog te publiceren boek, waarin ze een onthulling doet die de wetenschappelijke wereld op zijn kop zal zetten. Langdon doet er alles aan haar terug te vinden en stuit daarbij op een aantal schokkende geheimen.
Hoewel het verhaal, en dus ook de gebeurtenissen, zich in ‘maar’ twee dagen afspeelt, voelt dit absoluut niet zo. Door de vele gebeurtenissen heeft de lezer de indruk dat alles zich in een veel langer tijdsbestek voordoet en het overwegend hoge tempo versterkt dit gevoel in hoge mate. Bovendien – en dit is vanzelfsprekend uitermate belangrijk in een thriller – is er volop spanning en actie. Dit begint in feite al in de proloog die enigszins nieuwsgierig maakt, voor een aantal vragen zorgt en waarin een tweetal personages voorkomt waarvan je vermoed dat ze weleens voor problemen kunnen zorgen. Dit intrigeert, maar zorgt tevens voor een lichte antipathie jegens beiden. Of dit op dat moment wel of niet terecht is, wordt in de loop van de plot onmiskenbaar duidelijk.
Net als in de voorgaande vijf delen – dit boek kan overigens uitstekend afzonderlijk van de andere gelezen worden – is professor Robert Langdon de protagonist, maar er is eveneens een niet onbelangrijke rol weggelegd voor zijn partner Katherine Solomon en het manuscript dat ze geschreven heeft, is daarbij van groot belang. Het aandeel dat de hoogleraar deze keer heeft, is echter anders, want zijn vermogen om de meest complexe puzzels op te lossen, hoeft hij amper te gebruiken. Inherent daaraan is dat de symboliek, het vakgebied van Langdon, zo goed als niet aangesproken hoeft te worden. Enerzijds is dit jammer, want de lezer denkt graag met hem mee als hij weer eens een ingewikkelde code of ogenschijnlijk onverklaarbaar symbool moet ontcijferen, maar anderzijds is deze insteek niet oninteressant, want zo kom je ook een iets van de andere kant van hem te weten.
Een van de kritiekpunten die Brown regelmatig over zich heen heeft gekregen, is dat zijn boeken als het ware kopieën van elkaar zijn. Daar valt op zich weinig tegen in te brengen, want iemand die meer van zijn werk gelezen heeft, herkent enkele elementen die in de eerdere delen ook voorkomen. Bezwaarlijk is dit geenszins, want oude wijn in nieuwe zakken hoeft per definitie niet slecht te zijn. De auteur bewijst dit andermaal. Het uitgangspunt van het verhaal – het menselijke bewustzijn en de hieraan gerelateerde hersenen – is immers heel anders en derhalve origineel en soms zelfs intrigerend. De Praagse setting is goed gekozen en biedt talloze boeiende scènes waardoor je een globale indruk krijgt van de geheimen die deze stad blijkt te herbergen.
De verschillende verhaallijnen die het boek heeft, komen na allerlei ontwikkelingen, onverwachte wendingen en een enkele verrassing, uiteindelijk mooi samen, waarna het avontuur dat Langdon en Solomon deze keer hebben beleefd goed afgerond wordt. De lezer kan dan niets anders dan concluderen dat Het ultieme geheim een van de betere boeken is die Brown geschreven heeft.
2
Reageer op deze recensie