Lezersrecensie
Goede blik op psychiatrie, maar niet aldoor boeiend
In het dagelijks leven is Erik Rozing psychiater, maar daarnaast is hij eveneens auteur. Hij debuteerde in 2016 met de roman De psychiater en het meisje, dat in hetzelfde jaar genomineerd werd voor de Hebban Debuutprijs en waarvan inmiddels meer dan 15.000 exemplaren zijn verkocht. Hoewel het boek volledig fictief is, heeft hij allerlei ervaringen uit zijn eigen opleidingstijd in het verhaal verwerkt. Daardoor is een en ander persoonlijker geworden dan hij vooraf voor ogen had.
Edgar Simons werkt als arts-assistent psychiatrie in het Leidse Huygens MC, maar heel gelukkig is hij niet. Zijn vriendin heeft hem niet lang geleden verlaten en omdat hij tijdens de uitoefening van zijn werk een inschattingsfout heeft gemaakt, staat hij onder verscherpt toezicht van de professor. Hierdoor voelt hij zich depressief en vraag hij zich af of hij wel het juiste beroep heeft gekozen. Een van zijn patiƫnten, borderliner Stella, dringt zich steeds meer aan hem op en gaat zijn leven beheersen. Edgar weet dat hij haar op afstand moet houden, maar heeft daar grote problemen mee.
Het verhaal wordt volledig verteld vanuit het perspectief van Edgar Simons en daarom komt de lezer behoorlijk wat over zowel hem als de psychiatrie te weten. Natuurlijk is de achtergrond van de auteur zelf er ook debet aan dat aan dit medisch specialisme uitgebreid aandacht wordt besteed. Voor wie hier niet zo thuis in is, kan de roman in feite wel beschouwd worden als een soort eyeopener, of op zijn minst als een stukje bewustwording van hoe iemand met psychische problemen handelt en reageert. Het is onvermijdelijk dat Rozing een groot aantal medische termen gebruikt, maar waarvan het de ene keer wel en de andere keer niet duidelijk is wat hij hier exact mee bedoelt. Enige uitleg zou soms geen overbodige luxe zijn geweest.
De plot heeft verschillende verhaallijnen waarin eveneens diverse personages hun opwachting mogen maken. Niet alles is echter even interessant of boeiend, dus zo nu en dan is het even doorbijten. Dit komt ook omdat er niet altijd een structuur in het verhaal lijkt te zitten. De vele situaties die geschetst worden, komen over alsof het voorbeelden zijn uit de praktijk van een psychiater, maar dan zonder dat er een tijdlijn in zit. Toch zit er wel degelijk een chronologie in, want de gebeurtenissen schrijden zich gestaag voort. Soms zijn dit bijzondere aangelegenheden, vaak ongewone en af en toe aandoenlijke of trieste. Een goed voorbeeld van de laatste categorie is de subplot met Edgars vijfentachtigjarige oma. Hierin wordt de lezer met een thema geconfronteerd dat voor veel controverse zorgt.
Vanaf de allereerste bladzijde hebben de beeldende beschrijvingen de overhand en ziet de lezer de vele omstandigheden voor zich. Veel van die voorvallen zijn voorstelbaar, maar er zijn er ook die nogal onrealistisch zijn. De auteur heeft dergelijke momenten tamelijk aangedikt. Een gevolg daarvan is wel dat de plot talloze onverwachte wendingen heeft en daarom is er meer dan voldoende afwisseling. Een groot nadeel van de schrijfstijl van Rozing is, dat de personages nogal steriel overkomen, ze leven niet zo, ondanks de problemen en/of eigenaardigheden die ze allemaal hebben. De roman is overigens niet zomaar een verhaaltje, want ethische onderwerpen zoals euthanasie en zelfmoord lopen als een rode draad door het boek heen. Hier wordt zorgvuldig en goed mee omgegaan.
Hoewel De psychiater en het meisje niet volledig kan boeien, laat het boek zonder meer zien hoe het er in de hoofden van psychiatrisch patiƫnten aan toe kan gaan en waar psychiaters en crisisopvang mee te maken krijgen. Rozing heeft dit op een goede en gedegen manier in beeld gebracht, ondanks dat zijn debuut weleens moeizaam leest.
Edgar Simons werkt als arts-assistent psychiatrie in het Leidse Huygens MC, maar heel gelukkig is hij niet. Zijn vriendin heeft hem niet lang geleden verlaten en omdat hij tijdens de uitoefening van zijn werk een inschattingsfout heeft gemaakt, staat hij onder verscherpt toezicht van de professor. Hierdoor voelt hij zich depressief en vraag hij zich af of hij wel het juiste beroep heeft gekozen. Een van zijn patiƫnten, borderliner Stella, dringt zich steeds meer aan hem op en gaat zijn leven beheersen. Edgar weet dat hij haar op afstand moet houden, maar heeft daar grote problemen mee.
Het verhaal wordt volledig verteld vanuit het perspectief van Edgar Simons en daarom komt de lezer behoorlijk wat over zowel hem als de psychiatrie te weten. Natuurlijk is de achtergrond van de auteur zelf er ook debet aan dat aan dit medisch specialisme uitgebreid aandacht wordt besteed. Voor wie hier niet zo thuis in is, kan de roman in feite wel beschouwd worden als een soort eyeopener, of op zijn minst als een stukje bewustwording van hoe iemand met psychische problemen handelt en reageert. Het is onvermijdelijk dat Rozing een groot aantal medische termen gebruikt, maar waarvan het de ene keer wel en de andere keer niet duidelijk is wat hij hier exact mee bedoelt. Enige uitleg zou soms geen overbodige luxe zijn geweest.
De plot heeft verschillende verhaallijnen waarin eveneens diverse personages hun opwachting mogen maken. Niet alles is echter even interessant of boeiend, dus zo nu en dan is het even doorbijten. Dit komt ook omdat er niet altijd een structuur in het verhaal lijkt te zitten. De vele situaties die geschetst worden, komen over alsof het voorbeelden zijn uit de praktijk van een psychiater, maar dan zonder dat er een tijdlijn in zit. Toch zit er wel degelijk een chronologie in, want de gebeurtenissen schrijden zich gestaag voort. Soms zijn dit bijzondere aangelegenheden, vaak ongewone en af en toe aandoenlijke of trieste. Een goed voorbeeld van de laatste categorie is de subplot met Edgars vijfentachtigjarige oma. Hierin wordt de lezer met een thema geconfronteerd dat voor veel controverse zorgt.
Vanaf de allereerste bladzijde hebben de beeldende beschrijvingen de overhand en ziet de lezer de vele omstandigheden voor zich. Veel van die voorvallen zijn voorstelbaar, maar er zijn er ook die nogal onrealistisch zijn. De auteur heeft dergelijke momenten tamelijk aangedikt. Een gevolg daarvan is wel dat de plot talloze onverwachte wendingen heeft en daarom is er meer dan voldoende afwisseling. Een groot nadeel van de schrijfstijl van Rozing is, dat de personages nogal steriel overkomen, ze leven niet zo, ondanks de problemen en/of eigenaardigheden die ze allemaal hebben. De roman is overigens niet zomaar een verhaaltje, want ethische onderwerpen zoals euthanasie en zelfmoord lopen als een rode draad door het boek heen. Hier wordt zorgvuldig en goed mee omgegaan.
Hoewel De psychiater en het meisje niet volledig kan boeien, laat het boek zonder meer zien hoe het er in de hoofden van psychiatrisch patiƫnten aan toe kan gaan en waar psychiaters en crisisopvang mee te maken krijgen. Rozing heeft dit op een goede en gedegen manier in beeld gebracht, ondanks dat zijn debuut weleens moeizaam leest.
1
Reageer op deze recensie
