Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Lezer reist als het ware met auteur mee

Kees van Duyn 22 juni 2024 Hebban Team
Enkele papiersnippers, waaronder één met een getekende kaart van een deel van Tibet, uit de overlevering van de achttiende-eeuwse Zeeuwse ontdekkingsreiziger Samuel van der Putte waren voor Carolijn Visser de drijfveer om diens onderneming naar dat gebied te herbeleven. Hierdoor hoopte ze meer informatie te kunnen achterhalen over het doel van die reis, maar ook over de man zelf, die vlak voor zijn overlijden opdracht gaf alle documentatie die hij tijdens zijn vele tochten had opgeschreven en verzameld te vernietigen. In haar in 2003 verschenen boek Tibetaanse perziken doet de auteur verslag van de drie reizen die ze voor dit doel naar Tibet, India en China maakte.

Op een vlotte, levendige en – voor een reisverslag kenmerkende – beeldende schrijfwijze vertelt Visser onder andere over het doel van haar naspeuringen naar de expedities die haar voormalige provinciegenoot eeuwen geleden heeft gemaakt. Natuurlijk ontkomt ze, als ze in Tibet is, niet aan de politieke situatie van dit Himalayaland, dat velen tot de verbeelding spreekt en eveneens een grote hoeveelheid sympathie oproept. Zo nu en dan valt tussen de regels door wel op te maken wat haar eigen opvattingen hierover zijn, maar een concreet en helder standpunt neemt ze echter niet in. Misschien is dit ook wel het verstandigst.

Vanzelfsprekend ontkomt de auteur er niet aan om veel aandacht aan het boeddhisme te besteden, dit is immers de religie die het grootste deel van de Tibetaanse bevolking belijdt. Interessant zijn de gesprekken die ze met een aantal Tibetanen, maar ook met een Chinese boeddhistische vrouw heeft, en met sommigen raakt ze min of meer bevriend. Een van de meest opmerkelijke ontmoetingen is die met de uit Nederland afkomstige en tot boeddhist bekeerde monnik Eugène. Ze trekt een tijdje met hem op en door wat Visser hierover opgeschreven heeft, krijgt de lezer de indruk dat deze man zijn religie intenser beleeft dan de meeste monniken; hij lijkt – in spreekwoordelijke zin – roomser te zijn dan de paus.

De buitenwereld, maar ook veel Tibetanen zelf, zijn vaak de mening toegedaan dat de Chinese overheersing het land ten nadele heeft veranderd. Tijdens haar reizen heeft Visser dit diverse keren gehoord, maar, zo blijkt uit het verslag, er zijn voldoende inwoners die er anders over denken of die er hun voordeel mee hebben gedaan. En ook zonder de inval had modernisering plaatsgevonden of zou zich prostitutie hebben voorgedaan. De auteur schroomt niet dit te vermelden, wat ook goed is, want alles heeft immers twee kanten en beide zijden horen belicht te worden.

Hoewel de naam van Van der Putte een aantal keren genoemd wordt, en hierbij zijn reis dus ook, heeft de lezer niet continu de indruk dat Visser zich in zijn voetsporen begeeft. Het lijkt vooral een reis van en voor haarzelf, maar desalniettemin wel over het traject dat haar voorganger volgde. Het is namelijk de vraag of de ontdekkingsreiziger toentertijd met veel lokale bewoners gesproken heeft. Dit neemt echter niet weg dat de onderneming van de auteur niet uitdagend is geweest. Integendeel, en daarom is Tibetaanse perziken een boeiend en interessant relaas dat ervoor zorgt dat de lezer als het ware met haar meereist.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kees van Duyn