Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Over suikerbonen en de pil

Marina 30 oktober 2020

In 1961 bracht de Vlaamse vrouwenarts Nand Peeters een nieuw voorbehoedsmiddel uit: de anticonceptiepil Anovlar. Peeters was diep begaan met het lot van vrouwen die op hoge leeftijd nog zwanger werden, met de bijhorende risico’s op complicaties voor zowel moeder als kind, om maar niet te spreken over de levensbedreigende praktijk van illegale abortussen. Die 'pil' heeft het leven van duizenden vrouwen veranderd: door gezinsplanning konden ze een carrière opbouwen, het kerngezin werd kleiner, er kwam meer comfort en seks werd losgekoppeld van voortplanting. Genieten mocht, de seksuele revolutie was een feit. Peeters, werkzaam in een katholiek ziekenhuis en docerend aan een katholieke universiteit werd ontslagen. Het Vaticaan schreef de encycliek Humanae Vitae.

Zo verhaalt Dirk Musschoot (1961) over een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het gezinsleven in Vlaanderen. Om dan vervolgens niet te weten hoe zijn ouders aan gezinsplanning deden (welk kind wil beseffen dat ze ‘het’ doen? ), maar dat hij nu, jaren later, ervan overtuigd is dat de komst van zijn jongere zus geen ongelukje was, maar gewenst en gepland. Dit is de essentie van het boek: historische feiten worden afgewisseld met schetsen uit Musschoots familiealbum; droge data (meervoud van datum, maar ook het Engelstalig equivalent van ‘facts’), worden opgesierd met weetjes – zoals bijvoorbeeld dat het gebruik om doopsuiker uit te delen bij een geboorte terug te leiden is naar de Romeinen, die in honing gedrenkte amandelnoten schonken.

Musschoot werd na een eerste carrière als hobby-interviewer voor vrije radio’s fulltime krantenjournalist en schrijver. Zeventien jeugdboeken later, bekroond met o.a. een Boekenwelp en buitenlandse vertalingen, ging hij ook voor volwassenen schrijven. Werken met een historische grondlaag, steeds rijk gestoffeerd met foto’s en persoonlijke verhalen. In Wij gaan naar Amerika volgt hij de emigratie van 150.000 landgenoten naar de VS en Canada. Moeder is weg schetst de strijd van zijn moeder tegen Alzheimer.

Deze korte bio leest als de signatuur van Toen geluk nog heel gewoon was: een kader (hier de geschiedenis van het gezin in Vlaanderen, binnen de context van 100 jaar (bege)leiding van de Gezinsbond), opgevuld met een spinnenweb waar de draden met historische gebeurtenissen omweeft zijn door anekdotes en verhalen. Als dikke spin midden in het web zit de verteller die soms badinerend, soms met analytische ernst eigen kennis en foto’s mengt met objectief onderzoeksmateriaal.

Dit format geeft heel wat voordelen: de schrijver kan vrijuit freewheelen en opgaan in zijn jeugdherinneringen om dan op Wikipedia-wijze de lezer terug naar de geschiedenisles te loodsen. Zo krijg je een vlot lezend verhaal, niet verzwaard met de gebruikelijke voetnoten en referenties uit geraadpleegde documentatie. Die lijst van publicaties vindt de lezer achteraan, waar een snelle scanning leert dat grosso modo het merendeel van de geraadpleegde bronnen binnen de laatste tien jaar werden uitgegeven. Recent feitenmateriaal betekent actuele geschiedschrijving.

De aangeraakte onderwerpen zijn indrukwekkend divers in hun schijnbare eenvoud: van verliefd, verloofd, getrouwd naar kindjes kopen en ze opvoeden, van op vakantie gaan tot het legenestsyndroom. Vul dit aan met: Tupperwareparties, nonkel Bob, Bom- en Bam-vrouwen, van deken naar donsdeken, Softenonkinderen en ADHD, vakantiekolonies en Witte Mars… Musschoot zoomt in tot op microniveau. Een rasverteller die weet dat geschiedenis zo pas echt tot leven komt. Soms gaat hij hierin wat irriterend ver. De lezer zit bijvoorbeeld niet te wachten op zijn verhaal hoe hij thuis hoger zakgeld bedong.

Wie 'Vlaams' en '100 jaar' zegt, denkt aan streektaal en ‘nieuwe spellingsregels’. Geen angst: Musschoot hanteert consequent het algemeen Nederlands, een sporadisch dialectwoord wordt uitgelicht. Eén uitzondering: 'kakkernestje*'. Een knipoog van de Gentenaar?

Toen geluk nog heel gewoon was is een vlot geschreven tijdsdocument dat voor de oudere Vlaamse lezer een warme trip down memory lane betekent, en de jongere leert waarom zijn grootouders maar niet over Expo ’58 kunnen zwijgen (het was hun huwelijksreis). Nederlanders vinden er de Dolle Mina’s en Ad Vissers' Toppop terug.

En foto’s uit de oude doos… wie kan dat weerstaan?

*kakkernestje: een nakomertje, Waaslands dialect.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Marina