Meer dan 6,7 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een page turner!

Nico van der Sijde 13 februari 2016
Dit is een reactie op boek twee van de trilogie van Haruki Murakami. Over boek één was ik al best tevreden (zie reactie aldaar), maar over boek twee nog meer: zonder meer een 'page turner', naar mijn gevoel. Het tempo ligt aanmerkelijk hoger in boek twee, de emoties zijn heftiger, de vervreemdende sfeer is intenser en surrealistischer, en de spanning is stevig gestegen, mede door de cliff hangers aan het eind. Bovendien vind ik dit deel ook ontroerender.

Boek één was al tamelijk vervreemdend: met name Aomame merkt diverse bevreemdende details op die haar doen beseffen dat deze wereld niet meer haar wereld is. Dat alles wordt in boek twee explicieter en nadrukkelijker: door het optreden van een secteleider die daadwerkelijk over bovennatuurlijke gaven beschikt, door de bovennatuurlijke 'Little People' die nu echt zichtbaar beginnen te worden, en boven alles door de bovennatuurlijke krachten die Aomame en Tengo meeslepen in tamelijk ondoorgrondelijke wendingen van het lot. Bij die bovennatuurlijke krachten is het voor de personages en de lezer ook nog eens volledig onduidelijk of het gaat om Het Goede of Het Kwaad, om Licht of Schaduw. De eerder genoemde secteleider citeert ergens een passage van Carl Jung, waarin staat dat de onbewuste krachten van licht en duisternis (dus goed en kwaad) altijd met elkaar zijn verbonden in een even wankel als duister evenwicht. Die ambivalentie voelt Aomame aan den lijve, bijvoorbeeld omdat zij misdadigers vermoordt die door justitie niet worden bestraft, en dus gerechtigheid tracht te bereiken via misdaad. Bovendien hebben zowel Tengo als Aomame sterk het gevoel dat ze in een wereld verzeild raken waar oorzaak en gevolg volkomen door elkaar lopen, waar al het natuurlijke bovennatuurlijk is, waar fictie en surrealistische droom de feiten overwoekeren, en waarin alles dus fundamenteel onzeker is. En ook een wereld waar overal gevaar dreigt.

Precies in dat decor krijgt ook de liefde tussen Tengo en Aomame extra contouren. Net als in boek één bestaat ook boek twee uit 24 hoofdstukken: Aomame is de hoofdpersoon in de oneven hoofdstukken, en Tengo in de even hoofdstukken. In boek één was al duidelijk geworden dat ze elkaar twintig jaar geleden, als tieners, hebben gekend: Aomame heeft toen woordloos de hand van Tengo gepakt, waarbij ze elkaar een tijd lang woordloos aankeken, en nadien verloren ze elkaar uit het oog. Die vluchtige en mysterieuze herinnering nu wordt in boek twee voor beide personages steeds pregnanter: voor beiden wordt het een obsessie, een steeds kwellender raadsel, maar ook voedsel voor een steeds groeiend verlangen. Hun gevoel van eenzaamheid, in boek één nog vrij sereen en weemoedig, wordt in boek twee steeds smartelijker, waardoor ook het verlangen elkaar weer te zien groeit. Hetgeen dan in de vorm van het boek mooi wordt verbeeld: de verhalen van Aomame en Tengo worden om en om verteld, de verhaallijnen bewegen meer en meer naar elkaar toe. Maar ze raken elkaar in boek twee NET niet.....

Ik zei het al in mijn reactie op boek één: je moet Murakami niet willen begrijpen of analyseren, je moet hem ondergaan. Zijn surrealistische en bovennatuurlijke taferelen bijvoorbeeld kun je niet zonder meer 'begrijpen'. Zelf vind ik ze niettemin om de een of andere reden volkomen overtuigend, fascinerend zelfs, ook al begrijp ik ze niet. Ik ben een volkomen agnostische westerling, en vrij rationalistisch ingesteld, maar tegelijk ben ik er zwaar van overtuigd dat we met onze ratio nog geen tiende van de werkelijkheid kunnen doorgronden. En ik vind dat Murakami met zijn bovennatuurlijke taferelen een intrigerende vorm heeft gevonden om na te denken en te dromen over die niet-rationele en dus ook niet-begrijpelijke kanten van de werkelijkheid. Ook de emoties die Murakami schetst moet je m.i. niet willen analyseren: het lijkt bijvoorbeeld weinig geloofwaardig dat twee mensen als tienjarigen woordloos elkaars hand beetpakken, elkaar twintig jaar niet zien, de weg in hun leven in die twintig jaar nogal kwijtraken, en DAN allebei tegelijk ineens zo sterk naar elkaar gaan verlangen. Tengo en Aomame hebben a.h.w. twintig jaar lang een gevoel gekoesterd dat te subtiel was om te verwoorden (ze zeiden immers niks tegen elkaar), en te subtiel was voor hun bewustzijn (ze hebben het niet kunnen onthouden). En juist op het moment dat hun beider wereld zijn vertrouwde gedaante verliest, en alles wat vertrouwd was volkomen onzeker wordt, juist DAN komt die liefde weer boven.

Dat lijkt allemaal weinig realistisch en weinig geloofwaardig. Maar ik vind dat juist wel een mooi beeld, juist DOOR het onrealistische en onwaarschijnlijke karakter van deze liefde. Want juist die onwaarschijnlijkheid maakt deze liefde wel tot een gevoel dat alle grenzen overwint: zowel de grenzen van tijd (twintig jaar lang 'vergeten' maar toch intact) als die van de ruimte (de wereld verandert in zijn surrealistische evenbeeld, en toch blijft die liefde bestaan). Een meer conventioneel 'boy meets girl' verhaal zou naar mijn smaak in dit zo ongewone verhaal namelijk helemaal niet hebben gewerkt. Dat zou te gewoon zijn geweest, te gemakkelijk. Bovendien, ook liefde is deels een behoorlijk niet-rationele aangelegenheid die in elk geval MIJN bevattingsvermogen overstijgt, en dat aspect komt dan naar mijn smaak mooi naar voren in de zo vreemde zoektocht van Aomame en Tengo. En tenslotte heeft die liefde ook een bepaalde bijna bovenwereldse puurheid en zuiverheid, juist omdat hij zonder woorden is gebleven, niet is geconsumeerd en geen praktische consequenties heeft gehad in de vaak zo ontnuchterende 'realiteit van alledag'.

Natuurlijk is mijn smaak niet zaligmakend: anderen zullen goede redenen hebben om af te haken vanwege het surrealisme en de ongeloofwaardigheid, en nog weer anderen zullen de liefde tussen Tengo en Aomame opvatten als vaag gezwijmel of als totale kitsch. Maar ik amuseer mij met dit alles enorm. Dus ik ga meteen door naar boek drie, en ben nu al blij dat dit deel bijna 500 bladzijden dik is!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde