Meer dan 6,7 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een ondoorgrondelijke ontdekkingsreis in irrationele droomwerelden

Nico van der Sijde 24 augustus 2025
De Chinese schrijfster Can Xue (1953) staat al jaren hoog in de goklijsten voor de Nobelprijs. Haar werk wordt door gerespecteerde recensenten zeer geprezen. Ook trekt zij wereldwijd steeds nieuwe enthousiaste lezers. Vooral in Amerika. Toch zijn Can Xues verhalen en romans heel eigenzinnig, weerbarstig en ondoorgrondelijk. Dus niet lekker leesbaar geschreven voor een breed publiek. Velen vinden haar boeken zelfs volkomen onbegrijpelijk.

Aan plotlijnen of psychologische verklaringen doet Can Xue namelijk niet. Aan kop en staart al evenmin. In haar verhaalwerelden heerst de grillige en veelvormige logica van nachtmerrie en droom. Haar personages zijn enigmatische schimmen, die voortdurend van gedaante veranderen. Wat zij zeggen, denken, horen en zien is bovendien volkomen onbevattelijk. Hoe helder en simpel Can Xues taal vaak ook lijkt. Want veel van haar zinnen lijken niet samen te hangen met de zinnen ervoor. En vaak lijken ook haar simpelste woorden geen band meer te hebben met de fenomenen die wij menen te kennen.

Veel recensenten zeggen dan ook dat Can Xue met niemand te vergelijken is. Wel is haar plotloosheid en haar ongrijpbare psychologie duidelijk Chinees. Denk maar aan de romans van Shi Tiesheng en Han Shaogong. Ook is zij beïnvloed door experimentele auteurs als Borges, Calvino en – vooral- Kafka. Auteurs die de raadsels niet ontraadselen, maar ons juist in raadsels onderdompelen. In interviews en essays bewondert Can Xue bovendien Kafka’s “exuberant creativity”. Veel lezers denken bij Kafka aan Unheimlichkeit en aan schuld en boete. Maar Can Xue laat zich juist inspireren door Kafka’s talent om absurde werelden te scheppen die je in geen enkel conventioneel boek ziet. Daarom roemt ze Kafka’s enorme vitaliteit, zijn bevrijdende rebellie tegen alle conventies, en zijn vermogen om de irrationele absurditeit van het bestaan met indringende beelden te vatten.

Zelf lees ik Kafka’s werk ook graag als een ontdekkingsreis in het absurde. En in dimensies van vreemdheid en onwerkelijkheid die ook ons eigen bestaan kenmerken. Al was het maar in ons onbewuste, onze dromen, onze nachtmerries, onze angsten, onze mythen. En dat alles herken ik in het werk van Can Xue. Haar visie op Kafka was voor mij dus verhelderend én inspirerend bij het lezen van The last lover. Al ben ik ben benieuwd wat haar essayboek Kafka & I, dat binnenkort uitkomt, mij nog meer zal leren over Kafka. En over Can Xue.

Cruciaal is bovendien dat Can Xue niet planmatig of analytisch schrijft, maar intuïtief. Schrijven ziet zij vooral als iets loswoelen in haar onbegrepen, onbewuste en pre- rationele regionen. Ze noemt dat een ‘performance’, of een dans, waarbij ze haar hele lichaam en geest inzet zonder dat haar verstand domineert. Wat ze schrijft redigeert ze niet. En ze begrijpt het evenmin. Haar teksten dienen bovendien ook door hun lezers niet begrepen te worden, zo vindt ze. De lezers moeten dus niet te veel zoeken naar thema’s, allegorische sleutels of symbolen die de raadsels verklaren. Integendeel, die raadsels moeten door de lezers bijna lichamelijk worden ondergaan. In al hun ambigue raadselachtigheid.

Can Xues ondoorgrondelijkheid is dus bewust, en is bedoeld om veel los te woelen bij de lezer. Bij mij lukte haar dat. Dat ondoorgrondelijke en intuïtieve past bovendien goed bij de Kafkaëske ontdekkingsreis in het irrationele, die in The last lover voorop staat. Beter dan een goed doordacht realistisch verhaal met kop en staart. Beter dan een magisch- realistisch verhaal met een duidbare allegorische symboliek.

De performance van "The last lover" begint in “City B”, gelegen in “Country A”. “City B” is een anonieme, contourloze locatie, die voortdurend metamorfoseert en verder vervaagt. Net als de vele andere locaties in dit boek. De verwarrend vele personages zijn al net zo ongrijpbaar. We kennen ze alleen bij voornaam, en via hun grillige confrontaties met zichzelf en de continu transformerende wereld. In zestien hoofdstukken ontmoet je bovendien steeds nieuwe raadselachtige personages, en krijg je steeds verrassend nieuwe invalshoeken op de vele toch al zo raadselachtige personages die je eerder tegenkwam. Ook versmelten de personages soms, door elkaars dromen te bewonen of door elkaars kenmerken voor even over te nemen. Zo onvast is dus hun identiteit. Bovendien leveren die versmeltingen alleen maar nieuwe contradicties op, en geen éénheid of hoger inzicht.

"The last lover" is kortom ongrijpbaar en pluriform. Temeer omdat droom en realiteit voortdurend versmelten, in een continu uitdijende onwerkelijkheid. Ook is "The last lover" doordesemd van fysieke en mentale afgronden. De personages hebben vaak een hallucinatoir gevoel van “dropping into an abyss”. Ook dalen ze om de haverklap af in al dan niet gedroomde ondergrondse gangen en ruimten. Alsof elke vaste grond onder hun voeten per definitie onvast is. Alsof het afdalen in peilloze mentale en fysieke diepten het enige is wat voor hen telt. De personages dompelen zich bovendien onder in grillige, schrijnende en schroeiende verlangens. Ook daarom dalen ze vaak af in peilloze diepten, vol twijfels en innerlijke tegenstellingen. Niet voor niets oppert iemand: “The most frightening thing is the thing we most want to experience”. Ook wordt gezegd: “Before, Ida had never known there was a kind of longing like this: longing for the thing or person one absolutely needed to escape”. Verlangen is soms een verscheurend verdriet dat alles aantast. Maar tegelijk zweren de personages bij precies dat verscheurende verdriet: “The strange thing was that this soul- corroding grief in the night did not wear down her body. It was even nourishing: she looked excessively healthy”.

Bovendien zijn er veel erotische, surrealistische en groteske droomervaringen. Bijvoorbeeld: “There was a deep riverbed, with a crowd of snakes dancing madly. The snakes entered into their bodies without friction and came out again from another side. In a state near to unconsciousness, Joe saw the woman, indistinct, above him. She put a dagger, flickering in the cold light, into his hand, and with infinite tenderness pressed it down on her wild breasts. Joe subconsciously took the dagger and cut into her lef breast. His last thought was: how could there be waves in the deep, dry riverbed?”

Intrigerend grotesk zijn ook de scènes waarin seksueel verlangen ontstaat uit slangenbeten. Opmerkelijk zijn de alinea’s over “unfamiliar and intense desire”, dat bij sommige personages opgewekt wordt door heftig copulerende, elektrisch geladen zwarte katten. Tevens zijn er meeslepende passages waarin erotiek geassocieerd wordt met “dark ravines” vol van amorf golvend water. ‘Ontlading’ in de gebruikelijke zin is er vaak niet, want “Desire is a valley that is impossible to fill”. Maar er zijn juist wel allerlei huiveringwekkend intense extases van een onbekende en nieuwe soort. Waarin de climax tegelijk een “inferno” is, en het “delight” samengaat met “elimination of the body”. Verlangens zijn voor Can Xue dus afdalingen in het volstrekt onbekende. En ontdekkingsreizen in buiten- conventionele terreinen waar de ratio niet meer meetelt.

Intrigerend zijn bovendien de ontdekkingsreizen van het echtpaar Joe en Maria. Joe leeft in een parallelle onwerkelijke werkelijkheid van in elkaar overlopende, voortdurend metamorfoserende boeken. Maria weeft “tapestries” met afbeeldingen van onbegrijpelijke droomfenomenen die niemand ooit heeft gezien. Deze weefsels en Joe’s boeken vormen samen een hallucinatoire “snare of mental journeys”, vol van “deeper levels of communication” waar de taal geen vat op heeft.

Vooral in de wandkleden van Maria is dan ook nauwelijks een patroon te herkennen. “Maria’s hands wove a fluctuating design. It was impossible to name its shape: it could be called a whirlpool, or a snowy mountain, or even a square without edges”. Maar terwijl ze weeft, en haar onbewuste loswoelt, denkt ze voortdurend: “Joe, Joe, Joe”. Alsof haar fluctuerende en onbegrijpelijke gedachten aan Joe alleen vorm kunnen krijgen in een weefsel, dat ‘iets’ afbeeldt wat net zo min benoemd kan worden als Joe. En alsof juist het niet- begrijpen de drijfveer is onder Maria’s weefsels.

In Maria’s weefsels wordt Joe wel vaker in onbegrijpelijke beelden gevat. Maria’s vriendin verbaast zich daarover: “Lisa watched this woman who in weaving transformed her husband into a scorpion in the grass”. Maar precies die transformatie ervaart Lisa ook als geestverruimend: “Abruptly, she felt unexpected passageways appear in her mind”. Maria tast, al wevend, naar beelden die juist de ongrijpbare en onbekende kanten van Joe zichtbaar maken. Zoals het beeld van een schorpioen in het gras. Of het ongerijmde beeld van een vierkant zonder randen, dat tegelijk een turbulente stroom is én een besneeuwde berg. Weven is voor Maria dus een intuïtieve performance, waarmee ze onverwachte dingen losmaakt in haar onbewuste. Daarmee zoekt ze “unexpected passageways” in haar waarneming en geest. Misschien is zij dus een alter ego van Can Xue, die in haar schrijven ook zulke “passageways” zoekt.

Het raadselachtige beeld van de besneeuwde berg keert bovendien in andere verhaallijnen terug. Met name in passages waarin het verblindend witte licht van de sneeuw sommige personages in “pale shadows” verandert, en alle kleuren en vormen wegwist. Joe heeft zelfs de sensatie dat hijzelf door het licht en de kou in het onkenbare verdwijnt: “He was crushed. His body disappeared. He wanted to touch his face with his hand, but he had no hand, and he had no face”. Maar juist dat opent een nieuwe toegang tot een onmogelijke, onvoorstelbare, intens- orgiastische ervaring: “Now Joe’s face was pressed tot he surface of the ice. Perhaps the snow- covered mountain was kissing him? How unusual, he felt the bone – piercing frozen wind cut through his whole body – his body shook without stopping- but his desire was as before. The snowy mountain leaned towards him, as if pressing against his body, but it wasn’t heavy. Joe squinted. He saw butterflies flying in the ice and snow, masses of colorful butterflies mixed in with the snowflakes. Joe’s organ was frozen by the ice and snow. Moaning, his spirit lost in rapture, he came”.

Joe geeft zich dus extatisch over aan de massa van vlinders en sneeuwvlokken, aan de ijzige wind, aan de besneeuwde berg. Daardoor verliest hij al zijn vertrouwde contouren en kenmerken. En dat alles brengt hem op even onbegrijpelijke als intense wijze in totale vervoering.

"The last lover" is volkomen doordrenkt van ongerijmde droomscènes en beelden, die van alles losmaken in mijn hoofd. Juist omdat ik ze niet begrijp. Ik vind dit boek dan ook een geweldige ontdekkingsreis in het onbekende. Natuurlijk zullen veel mensen er helemaal niets mee kunnen. Maar ik vond het schitterend. En ik ben nog lang niet klaar met Can Xue.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde