Meer dan 6,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Maniakaal maffe detectiveroman van een 88- jarige maestro

Nico van der Sijde 01 november 2025
Thomas Pynchon (New York, 1937) is een fenomeen. Veel literatuurliefhebbers kunnen totaal geen chocola maken van zijn bizarre boeken. Rabiate Pynchon- fans als ik vinden echter dat hij de Nobelprijs verdient, en roepen dat "V.", "Gravity’s Rainbow" én "Mason & Dixon" behoren tot de ultieme meesterwerken van de 20e eeuw. Die fans nu krijgen met "Shadow Ticket" een verrassend cadeautje. Want wie had gedacht dat Pynchon, als 88-jarige en twaalf jaar na "Bleeding Edge", nog een nieuwe roman zou schrijven?

Toegegeven, "Shadow Ticket" is lang niet zo onnavolgbaar, grillig en enerverend als zijn vroegere werk. Niettemin genoot ik weer van Pynchons verontrustende en uitzinnige verbeeldingskracht, van zijn unieke stijl en vorm, van zijn bizarre en aanstekelijk melige humor, en van zijn anarchistische vrijheidsdrang. Bovendien werpt Pynchon een intrigerend duister licht op de grimmige en chaotische jaren ’30.

Het in tientallen ongrijpbare subplots en honderden terzijdes vertakkende verhaal speelt in de jaren ’30, en start in Milwaukee. Het zijn de tijden van de drooglegging, van de wereldwijde economische depressie, van gangsters als Al Capone, en van Fascisme en Nazisme. Hoofdpersoon is Hicks McTaggart, een ongewone detective bij de al even ongewone Unamalgamated Ops Agency. Hicks is "long flagged by the police at all levels as Uncooperative", en heeft connecties in even excentrieke als duistere Maffia- kringen. Op de gekste momenten barst hij los met – vaak zelfbedachte- maffe songs, net als andere personages. Alsof dit boek niet alleen een ontsporende hard- boiled detectiveroman is, maar ook een maffe musical. Voorts produceert Hicks honderden onnavolgbare wise cracks. Net als de anonieme verteller. En net als de vele andere personages, vooral in dialogen met Hicks.

Die grapdichtheid is vooral voor Pynchon- fans heel aanstekelijk. Temeer omdat Pynchon een groot talent heeft voor smakelijke spreektaal, idiote woordspelingen, gevatte dialogen en kruidig bargoens. De personages hebben soms de mafste namen, zoals Zbig Dubinski (klinkt als: The big Dubinski), Zoltan von Kiss, of T. P. O’Grizbee. Ook is er een militaristische groep die SMEGMA heet: afkorting van Semi- Military Entity Greater Milwaukee Area. Voor puberale grappen schrikt Pynchon dus nog steeds niet terug. Ook verzint hij Bruno Airmont, bijgenaamd ‘the Al Capone of Cheese’, een criminele magnaat van een mondiaal kaasimperium. Uiteraard ontmoet deze magnaat de echte Al Capone. Wat leidt tot een opmerkelijke dialoog tussen beide Al Capones: “ ‘Yeah I’m the Al Capone of Cheese, see? Il Al Capone di Formaggio.’ ‘Pleasure to meet you – in fact I happen to be Al Capone’ ‘Hep to that, my paisan! And what is it you’re the Al Capone of again?’ ”

Ja, dat is lachen. Door zijn macht en kwaadaardigheid, zijn “ill deserved wealth” en zijn “stubbornness of a child” wekt Bruno echter verontrustende associaties met Trump. Bovendien initieert hij wereldwijde complotten om de mondiale kaasmarkt met geweld te monopoliseren. Die complotten zijn één langgerekte inktzwarte grap. Toch zijn Bruno’s complotten beklemmend sinister: door hun totalitaire karakter, door de connecties met onduidelijke Nazistische groeperingen, maar vooral door de ongrijpbare duisterheid. Want die complotten worden aangedreven door duistere krachten die totaal ontsnappen aan elk begrip. Zelfs de alles manipulerende ‘Al Capone of Cheese’ verliest elk overzicht.

De roman wordt dan ook geregeerd door chaos. Waarin ook Hicks de weg kwijt is. Zijn “ticket” (opdracht) is onnavolgbaar en verandert voortdurend. Wat hij als detective onderzoeken moet is dus in schaduwen gehuld. In Milwaukee wordt hij op honderden verkeerde benen gezet door tientallen schimmige informatiebronnen. Later komt hij, via idiote plotwendingen, terecht in Midden- Europa, waar hallucinante verwarring al helemaal hoogtij viert. Elke verwikkeling stuit daar op tientallen contra- verwikkelingen. De ontelbaar vele excentrieke dubbel- dubbel- dubbelagenten weten nauwelijks voor wie en wat zij werken. De nakende verschrikkingen van WO II en de holocaust maken iedereen panisch voor “the near future, along the edges of which we are all blindly groping our way”. Alles wordt kortom in totale irrationaliteit versmoord. En precies dat maakt deze roman voelbaar, door als detectiveroman helemaal te ontsporen.

Dat wordt nog versterkt door vele unheimliche passages. Zoals bijvoorbeeld: “A deep rumbling felt more than heard passes through the invisible world and around the edges of this one. From beyond any zone of civic safety something has begun to pulsate, soul- strumming and growing louder, finishing with a great thump citywide”. Een passage vol ongrijpbare dreiging. Ook al wordt hij omringd met aanstekelijk idiote grappen over een hyperbolisch smakeloze lamp, “so stupefyingly tasteless” dat camera’s ervan breken en ogen ervan uitpuilen.

Pregnant is ook: “On days of low winter light the federal courthouse can take on a sinister look, a setting for a story best not told at bedtime, the jagged profile of an evil castle against pale light reflected off the Lake, bell tower, archways, gargoyles, haunted shadows, Halloween all year long […] Heavy icicles all along the overhangs, waiting to let loose and pierce your skull, with no safety hat on the market known to be of any help”. Juist een Amerikaans gerechtsgebouw biedt dus een unheimliche aanblik. Alsof precies daar het irrationele kwaad huist dat bij dit soort ‘gothic’ past. Bovendien verandert de USA in de jaren ’30 op een unheimliche wijze: alsof de USA niet langer meer de USA is. “There’s something weirdly off” denkt Hicks soms, als mensen acteurs lijken en gebouwen kunstmatig. Ook het vrijheidsbeeld lijkt een ander gezicht te hebben: “Keeping a direct gaze at the viewer, as if she’s just about to speak. Like somebody we knew once a long time ago”. Alsof hét ultieme symbool van vrijheid ons aankijkt met een gezicht uit een achterhaald verleden. Alsof dit icoon, en alles waar het voor staat, onherkenbaar is veranderd. Net als alle instituties die de democratie schragen. Een irreële droom, misschien. Iets wat in de jaren ’30 gelukkig niet is gebeurd. Maar ook een verontrustend schrikbeeld. Want het had wel KUNNEN gebeuren....

En dat schrikbeeld is niet het laatste. Over een paramilitaire groep in Transsylvanië schrijft Pynchon: “Their hatred of Jews is pure, free of remorse, they aren’t in it for the ideology, they just want to damage as many Jews as they can”. Deze groep heet: “the Vladboys”. Een zinspeling op de Transsylvanische Vlad Tepes, oftewel graaf Dracula. En een typische Pynchon- grap. Maar ik vind de Dracula- verwijzing ook heel treffend, vanwege de horror. Alsof alleen horror recht kan doen aan de diepte van dit schrikbeeld. Net als in andere horrorpassages, die indringend en beklemmend zijn. Maar vaak ook hilarisch of aanstekelijk melig. Zodat je huivert en schaterlacht over de gierende irrationaliteit in de chaotische jaren ’30. Ongelofelijk, maar waar.

Pynchon werpt kortom een intrigerend grillig licht op de chaos van toen. En op de duisternis van repressieve krachten. Maar inspirerend vind ik vooral zijn ongeremde en bevrijdende verbeeldingskracht: zijn dolzinnige terzijdes, zijn verbluffend bizarre scènes, zijn unieke satires, zijn onnavolgbare mix van horror en humor, zijn adembenemende originaliteit. En ook zijn ellenlange beschrijvingen van concerten die in de werkelijke wereld niet kunnen bestaan. Zoals een samenspel van zes theremin- solisten, in onbeschrijflijke jurken, die een virtuoze en nooit eerder gehoorde samenklank bereiken. Wat je niet gelooft, zeker niet als je ‘theremin’ googelt en tegelijk aan de jaren ’30 denkt, maar wat bij Pynchon gewoon kan.

In Pynchons alternatieve universum bestaan er zelfs Golems, die veel weerbaarder zijn dat die van Rabbi Loew, en vooral veel wendbaarder en veranderlijker van vorm. “Idea is to always keep moving, keep hitting, never have both hands doing the same thing in the same time”. Een wendbaarheid die woordspelig “Jew- jitsu” wordt genoemd. Zodat deze Golems kunnen ontsnappen aan elk definiërend label. Dus ook aan labels die Nazi’s plakken op Joden. Die Golems worden bovendien geassocieerd met een van alle overheersers onthechte vrijstaat, die niet bestaat maar als “unrequited political desire” blijft voortleven. Deze Golems lijken imaginaire burgers van die imaginaire vrijstaat. En Pynchons van alle conventies bevrijde boek lijkt een poging om een imaginaire vrijstaat te bouwen in taal. Of om het onblusbare verlangen ernaar te exploreren in de vrije verbeelding.

Ook is er een clandestien omgebouwde en magische U- boot, die een “pre- fascist space time” belichaamt. Want deze van alles vrije onderzeeër doorbreekt alle wetten, ook die van het mogelijke. Hij vaart zelfs in de meest ontoegankelijke diepten van Amerikaanse meren en oceanen. En zorgt als smokkelschip voor vrijhandel die door Nazi’s en Fascisten – en sommige monopoliserende kapitalisten- wordt verfoeid. Trots noemen de bemanningsleden zich “the outlaws of the Deep”. Nog steeds lukt het hen om hun onderdrukkers te ontvluchten, “forever on the move”. En alleen zo lang je nog vluchten kunt ben je vrij.

En tenslotte is er een gigantische groep motorrijders. Een oneindig kleurrijk veelvoud van gemotoriseerde excentrieke randfiguren. Zij mijden de gebaande Hongaarse wegen, en exploreren de “city beneath the city”, met “mineral springs everywhere, saline, radioactive, violently boiling, laminar as sleep”. In onmogelijke en onbekende onderaardse gangen vinden zij “a silent patch in the undercity clamoring with youthfullness”. En “surfaces whose acoustics promise to be kind to those who can’t sing but must anyway”. Wie weet ook “escape routes” voor een “sudden exodus”. Ook hier geldt dus: “forever on the move”, als een vrijstaat op wielen. En ook hier proeven we vol genot hoe Pynchons verbeeldingskracht vliegt.

"Shadow Ticket" is lang niet Pynchons beste boek. Maar ik bewonder hoe hij de nakende chaos voelbaar maakt, in een unieke combi van ongrijpbare horror en idiote humor. En ik bewonder zijn uitzinnige verbeeldingskracht, waarmee hij bevrijdende perspectieven creëert die alle onderdrukking ondermijnen. Ongelofelijk dat die man al 88 is. En ik hoop vurig dat hij op zijn honderdste weer zo’n boek schrijft.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Is Liften naar de hemel van Lex Paleaux jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Is De nomade van Anya Niewierra jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Is Beladen huis van Christien Brinkgreve jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Is Het huis met de palm van Esther Verhoef jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Is De verwarde cavia terug op kantoor van Paulien Cornelisse jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Is Meneer Putmans ziet het licht van Hendrik Groen jouw favoriete boek van het jaar? Stem nu!

Verpletterende liefdesroman met spannende plotwendingen, tegen de achtergrond van ruige, bedreigde natuur. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.