Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zinderend verlangen naar de onbereikbaar vreemde, alternatieve werelden van de fictie

Bijna niemand kent de zeer merkwaardige Australische schrijver Gerald Murnane, maar hij heeft een aantal beroemde bewonderaars - Ben Lerner, Coetzee, Teju Cole- , en verdient volgens sommigen de Nobelprijs. Zelf was ik een paar jaar geleden ook erg onder de indruk van het verpletterend vreemde "The plains". Daarna vermaakte ik mij best met "Landscape within landscape" en met "A history of books". En nu heb ik net "Barley Patch" gelezen, dat ik net zo verbluffend vreemd vond als "The plains" en ook net zo verbluffend goed.

De ik- figuur in het boek is een schrijver die al jaren niet meer geschreven heeft, net als Murnane, en die zichzelf existentiële vragen stelt van het type "Moet ik schrijven?" en "Waarom stopte ik met schrijven?". Het boek heeft daardoor iets weg van een min of meer autobiografische, en essayistische, reflectie op de aard en waarde van het schrijverschap. Tegelijk is het ook iets wezenlijk anders dan dat, want de ik- figuur herhaalt tot in het obsessieve dat zijn tekst "fiction" is. Bovendien vertakt die tekst zich al snel in allerlei verhalen, en verhalen in verhalen in verhalen in verhalen, met steeds andere anonieme ik- figuren en andere personages. Een zo'n personage bijvoorbeeld wordt aangeduid als een "chief character" in een fictieve tekst die door de schrijver ervan (een van de ik- figuren) nooit is afgemaakt. Wat vrij duizelingwekkend is: een hoofdpersoon in een nooit voltooid verhaal doet uitspraken die glimpen van een antwoord bevatten op de vragen "Moet ik schrijven?" en "Waarom stopte ik met schrijven?". De raadselen van dat op zich al raadselachtige verhaal worden bovendien nog aanmerkelijk vergroot omdat het in een veelheid van raadselachtige verhalen is ingebed, en omdat al die verhalen subtiel met elkaar contrasteren, of elkaars motieven hernemen op een manier die deze motieven alleen maar pluriformer en meerduidiger maakt. Temeer omdat al die ik- figuren in al die verhalen (en ook alle hij- figuren en zij-figuren) zeker wel kenmerken gemeen hebben met de ik- figuur die "Barley Patch" begon te vertellen, maar tegelijk ook nogal van die ik- figuur verschillen. Een verteller, die op vrij vreemde wijze wel lijkt op Murnane maar niet zonder meer Murnane is, splitst zich af in vele verschillende raadselachtige vertellers van ongrijpbare verhalen en in een resem van mistige mannelijke en vrouwelijke personages. Als antwoord op "Moet ik schrijven" krijgen we dus een veelvoud van ongrijpbare raadselen. Wat veel intrigerender is maar ook veel weerbarstiger dan 'gewoon' een beschouwing van Gerald Murnane over het schrijverschap.

Is dit nou een postmoderne stijloefening die ons ervan doordringen moet dat er in de hele wereld alleen fictie en niets dan fictie bestaat? Nee, volgens mij niet. Volgens mij gaat het om een onblusbaar verlangen naar het onmogelijke, het ongrijpbaar- zinnebeeldige, naar glimpen van een niet in woorden te vatten alternatieve wereld. Zo zegt een van de ik- figuren: "During the rest of my life I would concern myself only with those mental entities that had come to me almost stealthily while I read or while I wrote but had never afterwards detached themselves from me: I would contemplate those images and yield to those feelings that comprised the lasting essence of all my reading and my writing. During the rest of my life I would go on reading from a vast book with no pages, or I would write intricate sentences made up from items other than words". Een groot boek willen lezen zonder bladzijden, kunstige zinnen willen schrijven die van iets anders zijn gemaakt dan woorden..... Alsof de schrijver voorbij het schrijven en de taal wil tasten, alsof wat hij schrijven wil geen boek meer is en dus niet "geschreven" is in de normale zin des woords. Alsof hij droomt van een soort Platoons archetypisch boek voorbij alle boeken, zoals Borges soms deed. Alsof hij net als Symbolisten verlangt naar een taal voorbij de taal, een boek voorbij het boek, naar het Ultieme Boek dat alle boeken overstijgt en dus geen boek meer is.

Bovendien, geen enkel verhaal in "Barley Patch" is echt een verhaal met plot, middenstuk en staart. Elk verhaal lost namelijk als het ware op in ketens van associatieve beelden, stemmingen, flarden en grijstinten. Vaak worden die beelden ook nog eens van alle kanten bekeken, vol verwondering over de raadselachtigheid van die beelden en de ongrijpbaarheid van hun herkomst. Pagina's lang mijmert de ik- figuur bijvoorbeeld over een vrouwelijke bijfiguur met een dubbele identiteit uit een boek dat hij ooit las, en waar hij zich heel weinig meer van herinnert. Vele alinea's lang weidt hij dromerig uit over het beeld dat deze bijfiguur bij hem oproept, en alle associaties waarmee dat beeld is gevoed en verrijkt. En met evenveel verbazing als verrukking mijmert hij over de vele in nevelen gehulde raadselen die dat beeld oproept, de vele cryptische betekenissen en verhulde kleurtinten die het lijkt te hebben. Alsof dat beeld van alles zegt over de grillige geheime binnenwereld en de heimelijke verlangens van de ik- figuur, maar alleen via ongrijpbare suggesties tussen de regels door. En "Barley Patch" is helemaal doordrenkt van dat soort beelden: ook een poppenhuis of de herinnering aan een vroeger gretig gelezen stripverhaal mondt uit in lange droomsequenties vol van geheim. Vooral dat poppenhuis wordt bovendien een beeld van verboden erotisch verlangen, een ondoorgrondelijk erotisch mysterie dat de ik-figuur met zijn vinger en blik ontwijdt terwijl hij het door zijn angst en respect en omzichtigheid tegelijk bewaart en respecteert. Wat hij -of een andere ik- figuur- even later ook doet met het ondoorgrondelijke mysterie van het Goddelijke, dat hij vermoedt in het binnenste van een tabernakel. En elke verhaallijn in "Barley Patch" wordt helemaal overwoekerd door de meerduidigheid van deze ongrijpbare beelden. Alles lost op in ambiguïteit, zodat je als lezer soms echt het voel hebt "a vast book with no pages" te lezen, vol met "intricate sentences made up from items other than words". Wat voor mij trouwens puur een leesfeest is, want ik hou wel van geheimzinnigheid die de grenzen van mijn voorstellingsvermogen zo beproeft.

Niet de begrijpelijke taal van het conventionele verhaal staat dus in "Barley Patch" centraal, maar de voor taal onbevattelijke vreemdheid van het meerduidige beeld. Het boek is daardoor doordesemd van ongrijpbare beelden en soms ongelofelijk associatieve visioenen, die vaak ook opmerkelijk droomachtig en vloeibaar zijn. Soms zo vloeibaar dat ze regelrecht uit het onbewuste lijken voort te komen. Of uit regionen die zelfs nog onbekender en vreemder zijn dan het onbewuste. Zodat die beelden en visioenen sommige van de personages overweldigen door hun vreemdheid, "as though he had stood in front of a source of light so powerful that it caused to be projected on to some or another surface near by much- enlarged images of his brain or of his nerves". Die bron van licht heeft zeker ook mystieke en religieuze connotaties. En die keren terug, want over een ander personage wordt gezegd: "He did not understand until a few years afterwards that his notion of prayer and meditation was hardly different from his notion of writing. The writer struggled to discover, in some far part of his mind, subject- matter fit for poetry; the mystic struggled to glimpse God or heaven". En die glimp moet nadrukkelijk een glimp blijven, althans volgens een van de ik- figuren: "Now, I might try to glimpse in my own mind some of what might be glimpsed in the mind or remembered or dreamed of but never written about. Now, I was justified in believing in the existence of places beyond the places that I had read about or had written about: on a country on the far side of fiction". Fictie die tentatieve glimpen bevat op een wereld ver voorbij de fictie, maar ook ver voorbij de wereld die we kennen. Even onmogelijk als het eerder aangehaalde "vast book with no pages", gevuld met "intricate sentences made up from items other than words". En nog onvoorstelbaarder dan de God waar een mysticus of een monnik van droomt tijdens zijn gebed of zijn meditatie.

Kennelijk ziet Murnane fictie als hét middel bij uitstek om ons in verwondering te brengen over de vele raadselachtigheden in onze binnenwereld en buitenwereld, en over alles wat wij in die werelden alleen kunnen vermoeden en nooit kunnen kennen. Of als hét middel om te speculeren over alternatieve werkelijkheden, die zich als een soort raadselachtig potentieel ophouden in of naast de onze. In elk geval laat Murnane ons meditatief mijmeren over de vreemdheid van fictie, door in heel ongrijpbaar- vreemde fictie te schrijven over de vreemdheid van fictie, en door in heel ongrijbare beelden te mijmeren over de ongrijpbaarheid van het beeld. Veel van zijn zinnen zijn daardoor prozagedichten die bol staan van verlangen naar het onmogelijke. Nee, veel mensen zullen niet houden van Murnane. Maar ik vind hem prachtig.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.