Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zielen die dolen in de woestijn

Nico van der Sijde 08 september 2019
Een jaar geleden herlas ik jubelend de meesterwerken "Tsjevengoer" en "De bouwput" van mijn held Andrej Platonov. Dit jaar jubelde ik even hard bij zijn verzamelde verhalen. Dus het werd tijd om "Dzjan" te herlezen, dat als een van Platonovs meesterstukken geldt. Deze keer wel in de herziene, uitgebreide druk uit 2013. Dat maakt nogal uit: de vertaling die ik jaren geleden las werd gemaakt toen de ongecensureerde Russische versie nog niet was opgeduikeld, en in die ongecensureerde versie staan diverse aandoenlijk- satirische passages over Stalin en meerdere passages vol toespelingen op treurige, wanhopend eenzame maar onontbeerlijke erotiek. Bovendien is de vertaling die ik vroeger las duidelijk korter, omdat hij eindigt waar de ongecensureerde versie nog een paar hoofdstukken doorgaat. Sommige mensen zullen de kortere versie misschien beter vinden, om plot-technische redenen, maar zelf ben ik blij met deze langere. Want hoe meer Platonov hoe beter. Ook ben ik blij met de informatieve en verhelderende nawoorden, waardoor ik beter begreep wat ik gelezen had .

"Dzjan" speelt in het woestijngebied ten oosten van de Kaspische zee, en ten zuiden van het Aralmeer. Platonov voltooide het in 1936, dus toen de Sowjet- Unie volop ondergedompeld was in Stalinistische omwentelingen. Net als zijn andere boeken gaat "Dzjan" over het door communistische idealen geïnspireerde zoektocht naar geluk, een zoektocht die nijpend urgent is vanwege alle miserie en alle onherbergzaamheid in onze meedogenloze en verschrikkelijke wereld. Communisme en technologie zijn bij Platonov onontbeerlijke, grootse en inspirerende weermiddelen tegen de verschrikkingen van de natuur en de peilloze leegte, verweesdheid en eenzaamheid van de mens. Maar het zijn ook dode weermiddelen, en oerbelachelijk bovendien: alle - door Platonov ongehoord prachtig beschreven- idealisme legt het op vaak spectaculair- groteske wijze af tegen de - door Platonov nog prachtiger beschreven- leegte en verschrikking van de wereld. Terwijl tegelijk Platonovs stijl, voor mij althans, toch een triomf is. Zijn treurige passages werden laatst in "De Volkskracht "een spoedcursus eelt op de ziel" genoemd. Dat is helemaal raak: ze raken uiterst trefzeker alles wat schrijnend is in een mensenleven, ze dwingen de lezer om te kijken naar pijnlijke zaken waar hij anders niet zo diepgaand en doorvoeld naar kijkt, en roepen dus veel compassie op. Platonovs jubelende passages echter, en de ongehoord ongewone stijl en vorm van zowel zijn idealistische als zijn treurende zinnen, maken mij dan weer ongeremd vrolijk. En dat is dan de vrolijkheid die hoort bij het nieuwe perspectief, of de onverdroten passie om ook in de meest treurige omstandigheden te blijven zoeken naar nieuwe perspectieven en onverwachte glimpen van hoop. In stijl en vorm zoekt Platonov naar mijn smaak dus steeds naar geluk, ook als hij schrijnend schrijft over het totaal ontbreken of de volstrekte onmogelijkheid van geluk.

De stijl van "Dzjan" is wel soberder, ingetogener, eenvoudiger, en niet zo exuberant als in "Tsjevengoer" en "De bouwput". Dat vond ik aanvankelijk jammer, want ik hou juist zo van Platonovs exuberantie. Maar de ingetogenheid past wel geweldig goed bij de onherbergzame, bijna mythisch- abstracte leegte van het "dzjan"- volk en van de onherbergzame woestijn waarin dit volk leeft. Het "dzjan"- woestijnvolk is een samenraapsel van verweesde armoedzaaiers, uit alle windstreken, die als een soort nog maar net- levende spoken een soort van tussen de dood en leven zwevend net- niet bestaan hebben in de totale leegte van de woestijn. Het volk - dit samenraapsel- wordt zo genoemd "omdat dzjan ziel betekent, en wegterende armoedzaaiers niets hebben dan een ziel, oftewel het vermogen om te voelen en te lijden". De ziel is "slechts wanhoop", of gesmoorde wanhoop: de "dzjan" slapen dagenlang om de honger en wanhoop maar niet te voelen, en als ze wakker zijn lopen ze rond als zombies, en zijn ze soms blind om de wereld niet te hoeven zien. Hun botten schrapen en knerpen, hun dorst lessen zij alleen met kauwen op nat zand. Platonov beschrijft dat zo doordringend dat je de schrapende botten en het knarsende zand zelf bijna gaat voelen, en als lezer de ontberingen bijna zelf lijfelijk ervaart. Want de beelden waarmee hij die ontberingen voelbaar maakt zijn weliswaar minder exuberant dan die in "Tsjevengoer", maar op een heel andere manier wel net zo ongehoord ongewoon en juist daardoor enorm doeltreffend.

Hoofdpersoon is de verweesde Nazar Tsjagatajev, ooit als kind door zijn moeder uit het djzan- volk verjaagd, maar nu door Moskou teruggestuurd om de dzjan de zegeningen van socialisme en communisme te brengen. Als een soort Mozes die zijn volk uit de woestijn leidt. Vooral treffend zijn echter zijn mijmeringen over ontbering en leegte, zoals de volgende, wanneer hij, zich na een gevecht met woestijnadelaars, half verdoofd blijft liggen midden in de woestijn. Eerder heeft hij al gemijmerd over schapen, die hun leven lang rondlopen in een cirkel, steeds het karige gras afgrazend dat voor hen groeit (en dat achter hun rug weer opnieuw karig groeit). Die cirkelgang is al een enorm pregnant beeld, ook door de beschrijving van die schapen: zo mager dat ze ononderscheidbaar worden van jakhalzen. En die uitgemergelde schapen zijn niet de enigen die dwalen in cirkels, zo beseft Tsjagatajev: het dzjan-volk loopt achter die schapen aan, de aaseters lopen achter het dzjan- volk aan, en deze hele hongerige en nooddruftige kringloop van eten en gegeten worden wordt geregeerd door de wind. Maar dat zegt Platonov zelf veel beter: "Hij bleef lange tijd roerloos liggen en deed alsof hij dood was. Tsjagatajev kende veel aasetende beesten en vogels in de steppe. Hij nam aan dat zijn volk ook op onzichtbare afstand gevolgd werd door een zwijgende groep wilde dieren die iedere gevallene verscheurden. Er liep dus eigenlijk een driedelige optocht door de woestijn: schapen, mensen en wilde dieren. Maar van hun graasweg afgedwaalde schapen volgden soms een rollende roldistel die zelf weer een prooi van de wind was, zodat de wind goedbeschouwd alles bestierde, van plant tot mens".

Met dat soort ongewone en doordringende beelden roept Platonov dus keer op keer de naaktheid van de mens op en de onherbergzaamheid van de wereld. Ook het verlangen naar geluk maakt hij echter mooi voelbaar: "[De vogel] bleef zichtbaar, maar had inmiddels de sferen bereikt waar zelfs overdag nachtelijk duister, ochtend- en avondschemering hing, en Tsjagatajev had het gevoel dat ze daar blijven zou, in het luchtparadijs voor weggevlogen vogels". Het merkwaardig dubbelzinnige einde van "Dzjan", waarover ik verder niets zal verklappen, lijkt bovendien zowel de treurnis als de belofte van geluk te bevestigen. Misschien heeft dit boek dus een dubbele boodschap: dat de treurnis van de mens en de onherbergzame leegte van de wereld nooit overwonnen zullen worden, maar de hoop op geluk evenmin. Misschien is die hoop samengevat in zinnen als: "Tsjagatajev nam Ksenja's hand in de zijne, en voelde het verre, snelle kloppen van haar hart, alsof haar ziel naar buiten wilde breken om hem te hulp te komen". "Dzjan" betekent "ziel", zoals we zagen, en "ziel" betekent voor Platonov het vermogen om te lijden. Volgens het motto van deze roman betekent "dzjan" echter ook: ziel die het geluk zoekt. Misschien zegt de boven geciteerde zin ons dat dit "geluk" niet gezocht moet worden in een socialistische of communistische utopie die alle ellende zou overwinnen, maar in de ene lijdende ziel die naar de andere verlangt en die andere ziel daarmee troost. Het geluk is dan niet het opheffen van de ellende, maar het in gedeelde en gezamenlijke nietigheid doorstaan daarvan.

Hoe dan ook: dit is een van de mooiste boeken die ik ken over zielen die dolen in de woestijn. Ik bewonder de treurnis ervan, ik bewonder de glimpjes van hoop op geluk. Ja, nu ik ook dit boek herlezen heb weet ik het echt helemaal zeker: Platonov is mij voor mij echt een van de allergrootsten.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.