Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Verdediging van de onaangepastheid

Nico van der Sijde 26 november 2017
Ik heb een zwak voor het volkomen eigenzinnige proza van Charlotte Mutsaers, vooral voor haar essaybundels (m.n. "Kersenbloed"). Ook "Harnas van hansaplast" beviel mij: omdat het een mooi in memoriam is voor Charlotte Mutsaers jaren geleden in treurige omstandigheden overleden broer, maar vooral omdat het een volkomen eigenzinnig in memoriam is. Het is namelijk in mijn ogen vooral een onaangepast boek van een onaangepast persoon over een onaangepast persoon, waarin het gemankeerde leven en einde van de broer op ontroerende wijze worden betreurd, maar waarin elk voor de hand liggend moreel oordeel wordt vermeden en zelfs bestreden, en waarin het volstrekt nergens in willen passen en bij willen of kunnen horen van de broer op even hartstochtelijke als onconventionele wijze wordt verdedigd.

Vroeg in het boek wordt de begrafenis beschreven, op even trieste als Mustaersiaans eigenzinnige wijze: "Er waren maar vier mensen en een hond aanwezig: mijn man, mijn zus, een neef, onze hond Koert en ikzelf. Voor een dode van eenenvijftig jaar is dat schrikbarend weinig. Wegens plaatsgebrek werd hij ter aarde besteld boven op de eikenhouten kisten van onze ouders. Na twintig jaar bleken die nog steeds intact. 'Tok, tok' deed de ene kist tegen de andere, alsof daarbeneden een kipje smachtte naar een langverwachte haan. 'Te laat, te laat', zei Winnetou. Waarop Koert op zijn Mexicaans begon te huilen, wat hij anders enkel deed bij volle maan. Tok tok, whoehoe, dat was de uitvaartmuziek". Dat is wel een heel erg associatieve wijze om te schrijven over een nochtans heel treurige begrafenis. Sommige lezers zullen misschien vinden dat Mutsaers hier associatieve grappen maakt in een situatie waarin dat helemaal niet hoort. Wat zeker niet onbegrijpelijk of onverdedigbaar is. Maar deze ongewoonheid is volgens mij wel een bewuste keuze: ook in haar rouw blijft Mutsaers haar associatieve en onaangepaste zelf, ook in de beschrijving van het afscheid van haar zo onaangepaste broer houdt ze vast aan haar eigen onaangepastheid. Daarin gaat ze zelfs ad fundum, zoals haar broer dat ook altijd deed: allebei hadden ze, aldus Charlotte, "een hekel aan vrijblijvendheid, een matige gemeenschapszin [...], de neiging om alles ernstig te nemen en de neiging om ad fundum te gaan". En in verband met dat laatste spreekt Mutsaers later fraaie woorden over haar en haar broers zoektocht naar "sublieme ervaringen" , waarin "opperst geluk en grote ramspoed eendrachtig samengaan". Want: "Pas op de rand van een ravijn immers kan het gevoel opkomen dat men boven zichzelf wordt uitgetild. Zonder dat ravijn, denkbeeldig of niet, zou niemand dat gewaarworden. Sublieme ervaringen zijn derhalve niet louter grandioos en luisterrijk maar ook ipso facto levensbedreigend. En ofschoon reëel onttrekken ze zich aan elke vorm van empirische waarheid". Het alledaagse, conventionele of gewone was voor Charlotte en broer Barend volmaakt oninteressant: hen interesseerde alleen de ervaringen van het volstrekt buitenissige en buitengewone, en in het zoeken en verlangen naar deze tegelijk heel bedreigende en heel euforiserende ervaringen gingen ze volkomen ad fundum. En ook in het niet bij de normale wereld met zijn normale getemperde ervaringen kunnen of willen horen. Ze gingen kortom beiden tot op de bodem in de onaangepastheid. Met dit verschil dat Charlotte er als schrijfster nog enige vorm aan geven kon, terwijl Barend er echt kapot aan ging.

Het grootste deel van het boek volgen we hoe Charlotte Mutsaers, samen met haar zus A., de enorme rotzooi van broer Barend opruimt. Dat is tegelijk een onttakeling van hun beider enorm grote ouderlijk huis, want daar was broer Barend gaan wonen, en daar heeft hij monumentale stapels rotzooi met bijna ongelofelijk dikke lagen stof nagelaten. Dat alles zet Charlotte aan tot allerlei fraaie en vaak erg associatieve gedachten over Barends verleden, haar verleden, hun beider ouders, hun onaangepaste gezin, en de onbeantwoordbare vraag waarom Barend zo totaal versmeerd raakte en zijzelf niet. Die gedachten leveren een fraai en respectvol portret op van broer Barend, een fraai en ontroerend zelfportret van Charlotte, en een wat minder fraai portret van Charlottes moeder. Maar wat mij vooral frappeert is de ongewoonheid van die portretten: de wijze waarop Charlotte Mutsaers ons middenin tragische scenes ineens met associatieve zijsprongen op het verkeerde been zet, de wijze waarop ze ons met opmerkelijk pregnante en eigenzinnige beelden verrast, en de wijze waarop feit en fictie worden vermengd. Zo is er de - inmiddels geruchtmakende- passage waarin Charlotte hele ladingen porno en vooral kinderporno vindt. Zeer walgelijke kinderporno, wat fraai wordt onderstreept met de zin "Voor het eerst in mijn leven zie ik kinderogen kokhalzen". Maar die porno vindt ze dan in..... de enige echte boekenkist van Hugo de Groot, die volgens Charlotte Mutsaers al jaren in het bezit van haar familie is. Want de boekenkist die in het museum staat is een kopie, die al jarenlang miljoenen toeristen misleidt! Zo'n passage geeft dan behoorlijke kortsluiting in mijn hoofd: dat Mutsaers ladingen porno vond in de nalatenschap van haar broer schijnt waar te zijn, maar die kist van Hugo de Groot is natuurlijk een verzinsel, net zo goed als het redelijk scandaleuze en zelfs provocerende gegeven dat zij en haar zus die hele lading kinderporno zouden hebben verkocht. Wat een strafbaar feit zou zijn geweest, en tamelijk immoreel, alleen: het is niet waar. Kortom, bij het vertellen van een reeds behoorlijk heftige ware geschiedenis kiest Mutsaers ervoor om die heftigheid nog verder uit te vergroten met behoorlijk provocerende fictie, waardoor ze meteen twijfel oproept wat nou in dit verhaal allemaal waar is gebeurd en wat nou verzonnen is door fictieschrijfster Mutsaers. Zij zoekt daarmee behoorlijk de grenzen van het onbetamelijke op, gaat er soms zelfs overheen, doet in elk geval iets wat eigenlijk in een in memoriam 'niet zo hoort'. Maar ja, het past wel bij een boek van een onaangepaste zus over haar onaangepaste broer: ook Charlotte gaat ad fundum, juist in passages als deze.

Ik geef direct toe dat dit MIJN persoonlijke interpretatie is, die misschien uit MIJN onaangepastheid voortkomt. Wat ergens in mijn grijze burgerlullen-voorkomen schuilt ook een onaangepaste, die wanhopig bang is voor ontdekking en tegelijk krijst om aandacht en begrip. Die verdrongen onaangepaste in mijn burgerlullenborst herkent zich zeer in zus Charlotte en broer Barend. En vanuit DAT mogelijk aanvechtbare perspectief doet het er niet veel toe wat waar is en wat niet in dit boek. Het raakt mij, en DAT telt. Zou broer Barend echt een poppetje van hansaplast hebben nagelaten als zelfportret? En zo ja, zou Charlotte dat dan terecht interpreteren als een gemankeerd harnas dat allerlei levenswonden niet voorkomt maar alleen voor de buitenwereld deels verbergt? Ik weet het niet, maar ik vind het een pregnant beeld, alleen al door de paradoxale combinatie van weerbaarheid en kwetsbaarheid. Net als de sneeuwwitte vacht van de sneeuwantilope, die het als sneeuw zo bleke kind Charlotte een zachte, ontoereikende, en vooral gefantaseerde bescherming biedt tegen de bedreigende conventionele buitenwereld. En zou het zo deplorabele einde van Barend tegelijk ook allerlei spranken van zelfredzaamheid en eigen dappere keuzes bevatten, zoals Charlotte wanhopig hoopt? Zou ze dat trouwens ECHT denken en hopen? Ik weet het niet, maar ook DIT vind ik weer treffend opgeschreven. Is het portret van de door zijn onaangepastheid even tragische als heroïsche Barend waarheidsgetrouw? Ik weet het niet, maar ik vind het wel prachtig.

De onaangepaste schrijfster Charlotte Mutsaers heeft naar mijn smaak dus een mooie verdediging geschreven van de onaangepastheid: die van haar broer en die van van haarzelf. En dat in een passende, volkomen eigenzinnige stijl. Een stijl die veel mensen te tegendraads zal zijn, te provocerend, te flauw. Maar ik genoot.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.