Lezersrecensie
De spiraal van de tijd en de levensloop
"Het groen van de laurier" heeft in Rusland veel weerklank gekregen, en prijzen gewonnen die je bij een dergelijk vreemd boek niet zomaar zou verwachten. Ook in de Engelstalige wereld kreeg het positieve aandacht en mooie recensies. De Nederlandse vertaling is echter volgens mij aan de aandacht van de recensenten ontsnapt, op een enkele jubelende uitzondering na. Ergens snap ik dat wel, want het is een merkwaardig en wellicht voor velen al te oneigentijds boek. Maar zelf vermaakte ik mij er prima mee, net als met "The aviator", een andere Vodolazkin die ik vorig jaar las.
In dit boek volgen we het leven en de wandel van een Russische wees, die zich in de late Middeleeuwen ontwikkelt tot achtereenvolgens magische gebedsgenezer, tot spirituele monnik, tot "heilige dwaas", tot bedevaartganger naar Jeruzalem, tot aan het leven onthechte bejaarde heilige in een grot, en tot gestorvene die zich als het ware vermengt en één wordt met de natuur. Net als de laurier waarnaar hij in zijn laatste levensstadium naar is vernoemd: meer bepaald de groene laurier, als symbool voor het eeuwige en aan het aardse ontstegen leven. Vele namen en bijnamen heeft hij gehad, en even zovele identiteiten: niet voor niets vraagt hij zich af of zijn leven wel meer is dan een versplinterde mozaïek zonder enig doel, en of al zijn omzwervingen en wederwaardigheden ook maar enige zin hebben gehad. Zelfs vraagt hij zich af of hij wel één persoon is met één identiteit. Dat gevoel van pluraliteit, heterogeniteit en doelloze versplintering maakt Vodolazkin naar mijn smaak mooi voelbaar. Maar nog mooier vind ik hoe hij aannemelijk maakt dat het leven van deze fysiek en geestelijk rondzwervende figuur wel degelijk samenhang heeft. En dat zijn levensweg wel degelijk een zin heeft.
Niet de "zin" als uitkomst van een lineair verhaal, dat ordelijk van A naar B verloopt. Ook niet de zin opgevat als een eeuwige en onveranderlijke waarheid. Maar wel de zin die past bij de tijd en de levensloop als spiraal. "Dat is herhaling, maar op een min of meer nieuw, hoger niveau. Of zo je wilt de beleving van het nieuwe, maar niet vanaf een onbeschreven blad. Met herinnering aan wat eerder is beleefd". De hoofdpersoon beleeft de tijd als cyclisch gebeuren: denk aan de eeuwige kringloop der seizoenen of de altijd gelijke dagelijkse rituele patronen van de Russisch- orthodoxe liturgie. Bovendien keren bepaalde dromen en sommige pregnante ervaringen met enige regelmaat terug. Maar bij elke nieuwe lente heeft de hoofdpersoon extra herinneringen aan vorige lentes, bij elke ervaring is de hoofdpersoon gewapend met de ontwikkeling die hij door vergelijkbare eerdere ervaringen heeft doorgemaakt. En dat is waarom hij het bestaan niet ziet als cyclus van letterlijke herhaling, maar als spiraliserende beweging van voortdurende ontwikkeling. Precies dat is volgens een van de andere personages ook de zin van het gebed: "En zelfs wanneer we gebeurtenissen reproduceren in het gebed, roepen wij ze niet zomaar in de herinnering terug. We beleven deze gebeurtenissen nog een keer, en ze gebeuren nog een keer". Ook dat is een spiraal. Elk gebed is een herbeleving, bij elke herbeleving is de biddende door eerdere herbelevingen innerlijk veranderd. Alle mozaïekstukken van dit veelvormige leven worden kortom opgenomen in die spiraliserende cyclus van herbelevingen en gebeden. En zo krijgt de ogenschijnlijk zo chaotische veelvormigheid van het leven toch een diepere of hogere zin.
Als totale agnost ben ik behoorlijk allergisch voor religieuze symboliek en voor termen als "geestelijke groei" of "diepere zin". En toch sleept Vodolazkin mij mee met de "groei" van zijn hoofdpersoon. Niet zonder morren, maar toch. Ik vind het om te beginnen intrigerend om meer te weten over het laat- middeleeuwse Russische geloof en bijgeloof, juist omdat dit een wereld is waar ik niks van weet. Het bevalt mij bovendien dat de in dit verhaal gezochte "diepere c.q. hogere zin" geen ultieme waarheid is die voor eeuwig definitief vastligt, maar een oneindige spiraalbeweging die samengaat samen met vele fysieke en mentale omzwervingen, en doorgaat tot na onze dood. Bovendien presenteert Vodolazkin ons geen leerstelligheden, maar veelvormige en rijke verhalen die mij meeslepen door hun rijkdom aan kleurrijke details en door hun stijl en vorm.
Zie bijvoorbeeld hoe de hoofdpersoon op jonge leeftijd al mentaal één wordt met de ikoon die hij kust: "De jongen kuste bedachtzaam die heilige met dat harige hoofd en raakte met zijn vingertoppen de dof geworden verf aan. Opa Christofor keek toe hoe de mysterieuze stromen van de ikoon overvloeiden in de handen van Arseni". De ikoon als beeltenis van heiligheid waarvan mysterieuze stromen uitgaan, de handen van Arseni (zoals de hoofdpersoon op jonge leeftijd nog heet) die deze stromen kunnen absorberen.... Ik vind dat fraai, ondanks mijzelf. En bovendien, de afgebeelde heilige is Christophorus, wat volgens mij weer resonanties (mysterieuze stromen) suggereert tussen de ikoon en opa Christofor. Dat vraagt van agnostische lezers als mijzelf om enige "suspension of disbelief", maar mooi vind ik het wel. Net als de passages waarin Arseni, geestelijk met de zieken versmeltend, helemaal één wordt met hun lijden en hen zelfs tot na hun sterven begeleidt. Wat ik lees als een prachtig soort solidariteit met zinloos en vergeefs lijdenden, zelfs nog tot na hun dood. En nog meer zelfs in de passages waarin Arseni woordeloos spreekt met zijn tragisch gestorven geliefde Oestina. Zonder ooit antwoord te krijgen en dus zonder bevestiging dat Oestina daadwerkelijk voortleeft, maar zijn geloof in haar leven na de dood is voor Arseni (en zijn latere gedaanten) onontkoombaar essentieel. Waarmee hij voor mij fraai het idee belichaamt dat liefde en geloof sterker kunnen zijn dan de dood. De pragmaticus in mij denkt dat dit alles niet kan. Maar de sluimerende romanticus of sentimentalist in mij denkt: het zou zo mooi zijn als dit wél zou kunnen, en het is zo verarmend om alleen maar te dromen over wat volgens onze ratio mogelijk is. En, belangrijker nog: in Vodolazkins overtuigende en stijlvolle verbeelding kan het allemaal wél.
Het is raar maar waar: in 2013 zette Vodolazkin een fictief laat- middeleeuws heiligenleven op papier dat mij overtuigt en mij zelfs ontroert. Ook werd ik verbaasd door de stilistische diversiteit: gedragen laat- middeleeuwse taal wordt vermengd met moderne straattaal, de taal van (fascinerende oude sprookjes en oeroud bijgeloof wordt gemixt met de (eveneens fascinerende) taal van middeleeuwse en zelfs moderne geleerdheid, filosofische beschouwing en poëtische verstilling worden vaak vermengd met onverwachte ironie, en de aanstekelijke beschrijvingen van het middeleeuwse Rusland worden afgewisseld met al even aanstekelijke beschrijvingen van Venetië, Jeruzalem, de woestijn en van orkanen midden op zee. Bovendien staat het boek vol verrassende anachronismen: onder pure witte sneeuw liggen ineens plastic flessen (alsof het zuivere wit van de middeleeuwen dan al wordt besmeurd door de moderne tijd), en Arseni's Venetiaanse vriend Ambrosio heeft geregeld heel langdurige visioenen over de verre toekomst. Dat leidt geregeld tot taferelen waarin heden, verleden en toekomst op welhaast hallucinante wijze worden vervlochten: Ambrosio die twintigste--eeuwse archeologen het tijdperk ziet onderzoeken waarin Ambrosio en Arseni leefden, terwijl die archeologen met vergelijkbare levensvragen worstelen als Ambrosio en Arseni. En Arseni zelf herbeleeft voortdurend het verleden in dromen, terwijl wat hij in het hier en nu meemaakt vaak is aangekondigd door voorspellende dromen. Dat alles maakt "Het groen van de laurier" behoorlijk vreemd en heterogeen: zo zit je in een plechtstatig geschreven heiligenleven, dan ineens weer in de moderne tijd, en nooit zit je helemaal in het hier en nu van toen.
Al die stijlwisselingen en tijdwisselingen doorbreken bovendien voortdurend het lineaire verhaalverloop. En dat, samen met de vele fraaie beschouwingen over de raadsels van de tijd, maakt extra mooi een eerder genoemd grondmotief van dit boek duidelijk: dat tijd geen lineair en ordelijk verloop kent van A naar B, maar ronddraait in onvoorspelbare cirkels. Wat betekent dat de tijd -en dus de wereld- geen logica kent, en geen volgordelijkheid van oorzaak en gevolg: in hun onbevattelijke visioenen ervaren Arseni en Ambroglio immers dat heden, verleden en toekomst zich aan geen enkele logische volgordelijkheid houden. En de uiteindelijke conclusie lijkt dat de enige manier om ons te verhouden tot de tijd - tot de eigen levensloop, tot de historische tijd waarin men leeft- de spiraalbeweging is: meebewegen met de cyclische tijd, met steeds toenemende ervaring en inzicht.
Vodolazkin maakte dus een roman die ons in heel andere tijden onderdompelt, en ons herinnert aan een oud geloof in wonderen dat niet meer van deze tijd is. Tegelijk voert hij ons mee in een wereld en een levensloop waarin tijd niet lineair is, maar een spiraalbeweging waarin heden, verleden en toekomst op spannende manieren door elkaar heen lopen. Vodolazkin nam mij dus mee naar een mij onbekende andere tijd én naar heel ander gedachten over wat tijd wezenlijk is. Daarmee verruimde hij mijn kijk op de dingen behoorlijk, in elk geval voor de uur van dit ene boek. Kortom: een mooi staaltje verbeeldingskracht, dat ik met plezier heb gelezen.
In dit boek volgen we het leven en de wandel van een Russische wees, die zich in de late Middeleeuwen ontwikkelt tot achtereenvolgens magische gebedsgenezer, tot spirituele monnik, tot "heilige dwaas", tot bedevaartganger naar Jeruzalem, tot aan het leven onthechte bejaarde heilige in een grot, en tot gestorvene die zich als het ware vermengt en één wordt met de natuur. Net als de laurier waarnaar hij in zijn laatste levensstadium naar is vernoemd: meer bepaald de groene laurier, als symbool voor het eeuwige en aan het aardse ontstegen leven. Vele namen en bijnamen heeft hij gehad, en even zovele identiteiten: niet voor niets vraagt hij zich af of zijn leven wel meer is dan een versplinterde mozaïek zonder enig doel, en of al zijn omzwervingen en wederwaardigheden ook maar enige zin hebben gehad. Zelfs vraagt hij zich af of hij wel één persoon is met één identiteit. Dat gevoel van pluraliteit, heterogeniteit en doelloze versplintering maakt Vodolazkin naar mijn smaak mooi voelbaar. Maar nog mooier vind ik hoe hij aannemelijk maakt dat het leven van deze fysiek en geestelijk rondzwervende figuur wel degelijk samenhang heeft. En dat zijn levensweg wel degelijk een zin heeft.
Niet de "zin" als uitkomst van een lineair verhaal, dat ordelijk van A naar B verloopt. Ook niet de zin opgevat als een eeuwige en onveranderlijke waarheid. Maar wel de zin die past bij de tijd en de levensloop als spiraal. "Dat is herhaling, maar op een min of meer nieuw, hoger niveau. Of zo je wilt de beleving van het nieuwe, maar niet vanaf een onbeschreven blad. Met herinnering aan wat eerder is beleefd". De hoofdpersoon beleeft de tijd als cyclisch gebeuren: denk aan de eeuwige kringloop der seizoenen of de altijd gelijke dagelijkse rituele patronen van de Russisch- orthodoxe liturgie. Bovendien keren bepaalde dromen en sommige pregnante ervaringen met enige regelmaat terug. Maar bij elke nieuwe lente heeft de hoofdpersoon extra herinneringen aan vorige lentes, bij elke ervaring is de hoofdpersoon gewapend met de ontwikkeling die hij door vergelijkbare eerdere ervaringen heeft doorgemaakt. En dat is waarom hij het bestaan niet ziet als cyclus van letterlijke herhaling, maar als spiraliserende beweging van voortdurende ontwikkeling. Precies dat is volgens een van de andere personages ook de zin van het gebed: "En zelfs wanneer we gebeurtenissen reproduceren in het gebed, roepen wij ze niet zomaar in de herinnering terug. We beleven deze gebeurtenissen nog een keer, en ze gebeuren nog een keer". Ook dat is een spiraal. Elk gebed is een herbeleving, bij elke herbeleving is de biddende door eerdere herbelevingen innerlijk veranderd. Alle mozaïekstukken van dit veelvormige leven worden kortom opgenomen in die spiraliserende cyclus van herbelevingen en gebeden. En zo krijgt de ogenschijnlijk zo chaotische veelvormigheid van het leven toch een diepere of hogere zin.
Als totale agnost ben ik behoorlijk allergisch voor religieuze symboliek en voor termen als "geestelijke groei" of "diepere zin". En toch sleept Vodolazkin mij mee met de "groei" van zijn hoofdpersoon. Niet zonder morren, maar toch. Ik vind het om te beginnen intrigerend om meer te weten over het laat- middeleeuwse Russische geloof en bijgeloof, juist omdat dit een wereld is waar ik niks van weet. Het bevalt mij bovendien dat de in dit verhaal gezochte "diepere c.q. hogere zin" geen ultieme waarheid is die voor eeuwig definitief vastligt, maar een oneindige spiraalbeweging die samengaat samen met vele fysieke en mentale omzwervingen, en doorgaat tot na onze dood. Bovendien presenteert Vodolazkin ons geen leerstelligheden, maar veelvormige en rijke verhalen die mij meeslepen door hun rijkdom aan kleurrijke details en door hun stijl en vorm.
Zie bijvoorbeeld hoe de hoofdpersoon op jonge leeftijd al mentaal één wordt met de ikoon die hij kust: "De jongen kuste bedachtzaam die heilige met dat harige hoofd en raakte met zijn vingertoppen de dof geworden verf aan. Opa Christofor keek toe hoe de mysterieuze stromen van de ikoon overvloeiden in de handen van Arseni". De ikoon als beeltenis van heiligheid waarvan mysterieuze stromen uitgaan, de handen van Arseni (zoals de hoofdpersoon op jonge leeftijd nog heet) die deze stromen kunnen absorberen.... Ik vind dat fraai, ondanks mijzelf. En bovendien, de afgebeelde heilige is Christophorus, wat volgens mij weer resonanties (mysterieuze stromen) suggereert tussen de ikoon en opa Christofor. Dat vraagt van agnostische lezers als mijzelf om enige "suspension of disbelief", maar mooi vind ik het wel. Net als de passages waarin Arseni, geestelijk met de zieken versmeltend, helemaal één wordt met hun lijden en hen zelfs tot na hun sterven begeleidt. Wat ik lees als een prachtig soort solidariteit met zinloos en vergeefs lijdenden, zelfs nog tot na hun dood. En nog meer zelfs in de passages waarin Arseni woordeloos spreekt met zijn tragisch gestorven geliefde Oestina. Zonder ooit antwoord te krijgen en dus zonder bevestiging dat Oestina daadwerkelijk voortleeft, maar zijn geloof in haar leven na de dood is voor Arseni (en zijn latere gedaanten) onontkoombaar essentieel. Waarmee hij voor mij fraai het idee belichaamt dat liefde en geloof sterker kunnen zijn dan de dood. De pragmaticus in mij denkt dat dit alles niet kan. Maar de sluimerende romanticus of sentimentalist in mij denkt: het zou zo mooi zijn als dit wél zou kunnen, en het is zo verarmend om alleen maar te dromen over wat volgens onze ratio mogelijk is. En, belangrijker nog: in Vodolazkins overtuigende en stijlvolle verbeelding kan het allemaal wél.
Het is raar maar waar: in 2013 zette Vodolazkin een fictief laat- middeleeuws heiligenleven op papier dat mij overtuigt en mij zelfs ontroert. Ook werd ik verbaasd door de stilistische diversiteit: gedragen laat- middeleeuwse taal wordt vermengd met moderne straattaal, de taal van (fascinerende oude sprookjes en oeroud bijgeloof wordt gemixt met de (eveneens fascinerende) taal van middeleeuwse en zelfs moderne geleerdheid, filosofische beschouwing en poëtische verstilling worden vaak vermengd met onverwachte ironie, en de aanstekelijke beschrijvingen van het middeleeuwse Rusland worden afgewisseld met al even aanstekelijke beschrijvingen van Venetië, Jeruzalem, de woestijn en van orkanen midden op zee. Bovendien staat het boek vol verrassende anachronismen: onder pure witte sneeuw liggen ineens plastic flessen (alsof het zuivere wit van de middeleeuwen dan al wordt besmeurd door de moderne tijd), en Arseni's Venetiaanse vriend Ambrosio heeft geregeld heel langdurige visioenen over de verre toekomst. Dat leidt geregeld tot taferelen waarin heden, verleden en toekomst op welhaast hallucinante wijze worden vervlochten: Ambrosio die twintigste--eeuwse archeologen het tijdperk ziet onderzoeken waarin Ambrosio en Arseni leefden, terwijl die archeologen met vergelijkbare levensvragen worstelen als Ambrosio en Arseni. En Arseni zelf herbeleeft voortdurend het verleden in dromen, terwijl wat hij in het hier en nu meemaakt vaak is aangekondigd door voorspellende dromen. Dat alles maakt "Het groen van de laurier" behoorlijk vreemd en heterogeen: zo zit je in een plechtstatig geschreven heiligenleven, dan ineens weer in de moderne tijd, en nooit zit je helemaal in het hier en nu van toen.
Al die stijlwisselingen en tijdwisselingen doorbreken bovendien voortdurend het lineaire verhaalverloop. En dat, samen met de vele fraaie beschouwingen over de raadsels van de tijd, maakt extra mooi een eerder genoemd grondmotief van dit boek duidelijk: dat tijd geen lineair en ordelijk verloop kent van A naar B, maar ronddraait in onvoorspelbare cirkels. Wat betekent dat de tijd -en dus de wereld- geen logica kent, en geen volgordelijkheid van oorzaak en gevolg: in hun onbevattelijke visioenen ervaren Arseni en Ambroglio immers dat heden, verleden en toekomst zich aan geen enkele logische volgordelijkheid houden. En de uiteindelijke conclusie lijkt dat de enige manier om ons te verhouden tot de tijd - tot de eigen levensloop, tot de historische tijd waarin men leeft- de spiraalbeweging is: meebewegen met de cyclische tijd, met steeds toenemende ervaring en inzicht.
Vodolazkin maakte dus een roman die ons in heel andere tijden onderdompelt, en ons herinnert aan een oud geloof in wonderen dat niet meer van deze tijd is. Tegelijk voert hij ons mee in een wereld en een levensloop waarin tijd niet lineair is, maar een spiraalbeweging waarin heden, verleden en toekomst op spannende manieren door elkaar heen lopen. Vodolazkin nam mij dus mee naar een mij onbekende andere tijd én naar heel ander gedachten over wat tijd wezenlijk is. Daarmee verruimde hij mijn kijk op de dingen behoorlijk, in elk geval voor de uur van dit ene boek. Kortom: een mooi staaltje verbeeldingskracht, dat ik met plezier heb gelezen.
3
Reageer op deze recensie