Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ongelofelijk ongewone verhalen over de prachtige, gistende en grimmige Russische wereld.

Nico van der Sijde 06 augustus 2019
Een jaar geleden herlas en bejubelde ik "Tsjevengoer" en "De bouwput" van de formidabele Andrej Platonov: twee ongehoord ongewone meesterwerken, waar ik wel zes sterren aan had willen geven. Zijn onlangs verschenen verzamelde verhalen bezorgden mij eveneens grote pret: sommige verhalen kende ik al, maar fonkelden in deze nieuwe vertaling als nooit tevoren, en andere las ik nu tot mijn grote vreugde voor het eerst. Ruim 800 pagina's puur leesplezier kortom, waardoor mijn toch al behoorlijk tomeloze bewondering voor Platonov - een van mijn meest favoriete schrijvers- nog verder toenam. Niet alle verhalen zijn even briljant, en de romans "Tsjevengoer", "De bouwput" en "Dzjan" zijn voor mijn gevoel net nog wat sterker. Maar sommige verhalen zijn volgens mij net zo schitterend als die drie romans, en de bundel als geheel charmeert mij zeer door zijn rijkdom en zijn gevarieerdheid.

Enorm inspirerend vind ik om te beginnen de ongehoorde ongewoonheid van Platonovs proza. Ik word helemaal hilair van formuleringen als "De ronddraaiende aarde bracht de plaats waar hij stond naar de zon, die in antwoord daarop verscheen". Vervreemdend taalgebruik, dat een volkomen normaal natuurfenomeen op heel ongewone wijze belicht, en mij uitnodigt om dat fenomeen heel anders te bekijken.Daar hou ik wel van. Ik word om vergelijkbare redenen helemaal vrolijk omdat Platonov niet zegt dat schepen zich verwijderen van de kust, zoals bijna elke andere schrijver zou doen, maar "de vaste wal begon zich terug te trekken". Alleen Platonov zegt "Als donkerblauwe peinzende wenkbrauwen lagen de verre noordelijke bossen ergens op te wachten" of "De hemel was wit verschoten, naderbij gekomen en heller geworden, alsof hij zijn ogen naar de mens had neergeslagen". Dat is behoorlijk wat maffer, en daardoor voor mij veel rijker, dan meer conventionele beschrijvingen van bossen en open lucht. Bovendien krijg ik neigingen tot huppelen bij de volgende, zeer melancholieke maar ook heel vreemde passage: "Aan de hemel achter het raam was een onbestemd vegeteren aangebroken- nog geen dageraad, maar slechts een beweging van het duister, een traag ontbloten van de lege ruimte, en alle voorwerpen in de kamer, ook de nieuwe kindermeubels, werden zichtbaar, al boden ze na de doorleefde donkere nacht een deerniswekkende, uitgeputte indruk, alsof ze om hulp riepen". De hyperbolen in deze zin - lege ruimte, beweging van het duister- passen prachtig bij de wanhoop van het personage: een jeugdige militair die net uit de oorlog is teruggekeerd, en die zich volkomen onmachtig voelt te aarden in de wereld en in conventioneel huwelijksgeluk. En het heel ongewone beeld dat kindermeubels hem om hulp roepen werpt, juist omdat het een inversie is, een heel pregnant licht op zijn eigen hulpeloosheid: de bij het huwelijk horende kindermeubels zijn er wel, maar kinderen zullen er nooit komen. De jeugdige militair en de kindermeubels zijn dus allebei verloren en hulpeloos in de leegte, zo zegt Platonov hier, op zijn eigen ongewone wijze en tussen de regels door.

Alle verhalen staan bol van zulk vreemd proza, en vaak zijn ook hun plot en structuur behoorlijk ongrijpbaar en vreemd. Psychologisch onverklaarbare handelingen of gedachtewendingen zijn aan de orde van de dag, bijfiguren kunnen ineens hoofdfiguren worden, hoofdfiguren kunnen ineens naar de achtergrond verdwijnen, en de hen kenmerkende karaktereigenschappen kunnen zomaar veranderen in hun totale tegendeel. Waarom al die ongrijpbare vreemdheid? Dat komt denk ik door een combinatie van talent en vertelstof: Platonov kon volgens mij als weinig anderen het ongrijpbare zien dat zich onder het gewone en banale schuilhoudt, maar hij schreef ook nog eens over een werkelijkheid die voortdurend bewoog. Hij schreef namelijk over de veranderlijke werkelijkheid van de Sovjet- Unie in de jaren twintig en dertig, toen de zogenaamde "communistische heilstaat" nog in volstrekt ongewisse ontwikkeling was, met alle utopische hoop, alle ideologische verwarring en alle onvermijdelijke diepe desillusie van dien. En Platonov belicht dat hele ondoorgrondelijk complexe amalgaam van hoop, verwarring en desillusie op formidabele wijze in zijn romans en zijn verhalen. Veel van zijn passages zijn uiterst ontroerend en bijtend satirisch tegelijk: ontroerend door de volkomen oprecht lijkende hoop van Platonovs personages in nieuwe utopische tijden, maar satirisch door het geparodieerde Marxistisch- Leninistische koeterwaals dat Platonov hen in de mond legt. Veel van Platonovs personages zijn megalomane maniakken en bewonderenswaardige heroïsche anti- helden ineen: megalomaan omdat al hun - overigens prachtig beschreven, vaak geniale science fiction-achtige - technologische innovaties helemaal machteloos staan tegenover alle wreedheid van de natuur en de ongewisheid van het menselijk lot, maar ook bewonderenswaardig omdat ze met deze zinloze innovaties ten minste in opstand komen tegen de redeloze zinloosheid van het universum. Die opstandigheid, en de soms bijna geniale creativiteit van hun filosofie en technisch vernuft, is heldhaftig. Door hun totale vergeefsheid en naïveteit zijn Platonovs helden echter ook enorme sukkelaars. Net als wij allen. Alleen durven wij niet zo extreem en naïef te dromen en te hopen als Platonovs personages.

Een schitterend voorbeeld hiervan vind ik "De juveniele zee". In die formidabele novelle wordt een volstrekt desolate kolchoz beschreven, waarin elk levend wezen verkommert, waarin diefstal en andere illegaliteit hoogtij vieren, en waarin de onherbergzame leegte van de omringende steppe alles verwurgt. Juist die kolchoz heeft van Moskou de -uiteraard niet gemotiveerde- opdracht gekregen zijn productie te verdubbelen, en enkele zeer gedreven maar vervreemde idealisten willen die verdubbeling nog weer verveelvoudigen. Hoe? Door een gat in de aarde te branden, en daarmee een eindeloze bron van ongekend zuiver oerwater bloot te leggen, water dat zich tijdens de schepping van de aardbol heeft "losgemaakt uit de materie" en "in ongeschonden, maagdelijke staat [is] opgehoopt in stenen graven": de zee der jeugd. Deze idealisten willen dus een zee blootleggen van water dat, omdat het is losgemaakt van de materie, ook alle wisselvalligheden en ontberingen van de materiele wereld overstijgt. Een volkomen idiote, tot niets leidende droom. Maar ook een heel prachtige, en ontroerende. En bovendien een heel artistieke: "Toen ze een eind op weg waren speelde Nikolai Vermo op gehoor Beethovens Appassionata; gedurende zijn spel was er een gevoel van vreugde en triomf over hem gekomen en wilde hij zich op de hele wereld wreken voor de weerloosheid van de mens die dood achter hem aan gedragen werd. De essentie van het leven, genadeloos en teer, roerde zich in de muziek omdat zij haar doel en werkelijkheid nog niet bereikt had, en in het besef dat deze verborgen, gespannen essentie niets anders was dan het bolsjewisme, liep Vermo nu gelukkig voort. De muziek werd nu niet alleen in de kunst ten gehore gebracht, maar zelfs op deze veehoeve: door de arbeid van de paupers die uit alle uitzichtloze verten van de aarde verzameld waren". En daarbij is ook sprake van "het blinkende licht van het socialisme, het licht van een mysterieuze zomerdag die verdronk in het blauw van zijn bossen en gevuld was met het zinnelijke rumoer van een nog onbekende hunkering".

De "weerloosheid van de mens" en de "uitzichtloze verten" die Platonov hierboven noemt krijgen in al zijn verhalen ruime aandacht: ik ken weinig schrijvers die zo veel melancholie en desolaatheid weten op te roepen met zo veel genadeloos originele en indringende sfeerbeelden. Weinig schrijvers bedenken bovendien zo veel personages die zo totaal zijn ontworteld, verdwaald en verweesd. Ook maakt Platonov maar al te duidelijkheid dat er uiteindelijk niets helpt tegen deze weerloosheid en uitzichtloze verten, en dat de bolsjewistische drang tot verbetering die weerloosheid en uitzichtloosheid - en die verdwaaldheid en verweesdheid- vaak nog beduidend heeft vergroot. Maar tegelijk verwoordt hij ook prachtig en met ongehoorde intensiteit de hongerige hunkering naar het nieuwe en onbekende, een hunkering die voor de Russen toen nog veel urgenter moet zijn geweest dan voor in veilige luxe gedompelde burgermannen zoals ik. Waarbij dat nieuwe nooit meer is dan "verborgen, gespannen essentie": het krijgt nooit definitieve vorm, het verstolt nooit tot een nieuwe kenbare waarheid, het wordt nooit meer dan een ongewisse glimp van een gehoopte maar onbekende toekomst. Bovendien is die hoop slechts een vergeefs, onvervuld en dood weermiddel tegen alle aardse ellende. Maar zonder die hoop, hoe vergeefs ook, wordt ons leven volgens Platonov wel heel armetierig. En daarom geeft hij zelfs in zijn meest mistroostige verhalen ook stem aan die hoop. Niet alleen door passages over de artistieke droom van Vermo, maar ook, meer impliciet, door de enorme ongewoonheid van zijn stijl en vorm. Door zijn vaak heel rare zinnen, en de zeer vreemde plot en structuur van zijn verhalen, schotelt Platonov ons immers in elk verhaal een "verborgen, gespannen essentie" voor: een wereld die anders is dan de ons vertrouwde, en ons dus laat hopen op iets onbekends en nieuws. Te meer omdat dit onbekende bij Platonov volop zindert onder alles wat ons bekend is: kijk maar naar de citaten hierboven over volstrekt normale natuurfenomenen, die door Platonovs pen vervreemd worden tot nieuwe, nog onbekende ervaringsintensiteiten.

Ik vind het wonderbaarlijk hoe Platonov zulk prachtig hunkerend proza kon schrijven in zulke barre tijden. Ik vind het nauwelijks te bevatten dat hij daar de geestkracht en de vrijheid van geest voor had, te meer omdat hij ook persoonlijk flink te kampen had met repressie en censuur. Ik vind het ongelofelijk inspirerend hoe hij, ondergedompeld in de gistende en naargeestige werkelijkheid van de toenmalige Sovjet- Unie, zulk mistroostig, satirisch, ongeremd origineel en vernieuwend proza op papier kreeg. En helemaal ongelofelijk vind ik dat hij zelfs mij, als in luxe en veiligheid badende burgerman, helemaal doordrenkt van mistroostigheid, maar ook en vooral van ongeremd enthousiasme voor de verborgen en onontdekte schoonheden van mijn eigen schitterende, grimmige wereld.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.