Lezersrecensie
De overdosis
Flood of fire (Vloed van vuur) is het laatste deel van de Ibis-trilogie en vervolgt een deel van de verhalen en personages uit het eerste en tweede deel. Het is het enige deel waarin topografische kaartjes zijn opgenomen.
Nadat haar man, de opiumhandelaar Bahram Modi, in Hongkong is overleden, besluit Shireen vanuit Bombay naar Kanton te reizen met de Hind. Zij wil daar de compensatie innen voor de inbeslaggenomen opium die van haar man was. Bovendien gaat ze daar op zoek naar de buitenechtelijke zoon Ah Fatt van haar wijlen man. Zadig Karabedian, een Armeense vriend van haar man, gaat met haar mee. Bij een tussenstop in Calcutta komen nog twee personen aan boord. Kesri Singh, de broer van Deeti, heeft zich als krijger aangemeld bij de Britten om als sergeant een regiment soldaten (sepoys) aan te voeren. Zachary Reid, een Amerikaanse stuurman, heeft een rivierboot van Benjamin Burnham, de eigenaar van de Ibis, en zijn vrouw Cathy opgeknapt. Als Reid door Benjamin Burnham wordt gevraagd ook in de opiumhandel te gaan, besluit hij met de Burnhams mee te reizen naar Kanton. Spoedig na aankomst van de Hind in China breekt de eerste opiumoorlog uit. De casus belli is de door de Chinezen afgewezen eis om de inbeslaggenomen opium te vergoeden. De Chinezen worden verslagen, betalen een vergoeding en dragen het eiland Hongkong aan de Engelsen over.
De personages zijn wederom erg uitgesproken en kleurrijk. We kunnen Zachary en Kesri als belangrijkste personages zien omdat zij steeds in loyaliteitscrises terechtkomen. Bij Zachary spelen bovendien de morele – en immorele – keuzes die hij maakt, vooral in dit slotdeel, wanneer hij verleidt en wanneer hij wordt verleid. Ghosh schetst prachtig de huichelachtige beschermers van de vrije handel en de nutteloosheid van oorlog.
De verhalen zijn over het geheel genomen geloofwaardig, al zijn enkele gebeurtenissen bijzonder maar niet onmogelijk te noemen. Prettig is de afwisseling tussen serieuze passages en passages met bedekte humor. De politieke en militaire verhalen van Neel zijn in de vorm van een journaal en missen daardoor de levendigheid die de andere verhalen juist kenmerkt.
Het tien jaar durende historisch onderzoek moet zeer gedegen geweest. Helaas draaft Ghosh toch wat te ver door in zijn streven naar een volledige beschrijving van dit deel van de koloniale periode dat daardoor iets teveel neigt naar een overdosis non-fictie en juist in de fictie wat tekortschiet: de verhalen zijn soms wat oppervlakkig, zijn weinig verstrengeld en eindigen soms in het niets.
Ghosh heeft zijn trilogie over de meedogenloze opiumhandel in een tijdsbestek van slechts drie jaar gesitueerd, maar de gevolgen die deze drie jaar voor de internationale relaties tussen gemeenschappen en de migratiestromen had, waren ongekend. De gebeurtenissen in dit korte tijdsbestek zijn tot op de dag van vandaag in China en Hongkong voelbaar en zullen mogelijk zelfs de toekomst gaan bepalen.
Nadat haar man, de opiumhandelaar Bahram Modi, in Hongkong is overleden, besluit Shireen vanuit Bombay naar Kanton te reizen met de Hind. Zij wil daar de compensatie innen voor de inbeslaggenomen opium die van haar man was. Bovendien gaat ze daar op zoek naar de buitenechtelijke zoon Ah Fatt van haar wijlen man. Zadig Karabedian, een Armeense vriend van haar man, gaat met haar mee. Bij een tussenstop in Calcutta komen nog twee personen aan boord. Kesri Singh, de broer van Deeti, heeft zich als krijger aangemeld bij de Britten om als sergeant een regiment soldaten (sepoys) aan te voeren. Zachary Reid, een Amerikaanse stuurman, heeft een rivierboot van Benjamin Burnham, de eigenaar van de Ibis, en zijn vrouw Cathy opgeknapt. Als Reid door Benjamin Burnham wordt gevraagd ook in de opiumhandel te gaan, besluit hij met de Burnhams mee te reizen naar Kanton. Spoedig na aankomst van de Hind in China breekt de eerste opiumoorlog uit. De casus belli is de door de Chinezen afgewezen eis om de inbeslaggenomen opium te vergoeden. De Chinezen worden verslagen, betalen een vergoeding en dragen het eiland Hongkong aan de Engelsen over.
De personages zijn wederom erg uitgesproken en kleurrijk. We kunnen Zachary en Kesri als belangrijkste personages zien omdat zij steeds in loyaliteitscrises terechtkomen. Bij Zachary spelen bovendien de morele – en immorele – keuzes die hij maakt, vooral in dit slotdeel, wanneer hij verleidt en wanneer hij wordt verleid. Ghosh schetst prachtig de huichelachtige beschermers van de vrije handel en de nutteloosheid van oorlog.
De verhalen zijn over het geheel genomen geloofwaardig, al zijn enkele gebeurtenissen bijzonder maar niet onmogelijk te noemen. Prettig is de afwisseling tussen serieuze passages en passages met bedekte humor. De politieke en militaire verhalen van Neel zijn in de vorm van een journaal en missen daardoor de levendigheid die de andere verhalen juist kenmerkt.
Het tien jaar durende historisch onderzoek moet zeer gedegen geweest. Helaas draaft Ghosh toch wat te ver door in zijn streven naar een volledige beschrijving van dit deel van de koloniale periode dat daardoor iets teveel neigt naar een overdosis non-fictie en juist in de fictie wat tekortschiet: de verhalen zijn soms wat oppervlakkig, zijn weinig verstrengeld en eindigen soms in het niets.
Ghosh heeft zijn trilogie over de meedogenloze opiumhandel in een tijdsbestek van slechts drie jaar gesitueerd, maar de gevolgen die deze drie jaar voor de internationale relaties tussen gemeenschappen en de migratiestromen had, waren ongekend. De gebeurtenissen in dit korte tijdsbestek zijn tot op de dag van vandaag in China en Hongkong voelbaar en zullen mogelijk zelfs de toekomst gaan bepalen.
1
Reageer op deze recensie