Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Openhartige en persoonlijke getuigenis van een 'Aspie'

Rinka 26 januari 2019
‘Zondagskind’ is de persoonlijke getuigenis van een meisje met het syndroom van Asperger dat in de jaren 1980-1990 opgroeit in een eenvoudig arbeidersgezin in Rotterdam. Dat er in die tijd nog nauwelijks iets bekend was over autisme spectrum stoornissen wordt in het levensverhaal van hoofdpersoon Jasmijn Vink, alter ego van auteur Judith Visser, bij tijd en wijle pijnlijk duidelijk. Niet alleen de consequenties van het ‘anders zijn’ van de hoofdpersoon zijn invoelbaar. Het onbegrip van de omgeving en de afwijzende en vaak normatieve be- en veroordelingen schuren evenzeer. Het is te hopen dat de toegenomen kennis en het ontstaan van het speciaal onderwijs, het opgroeien met dit syndroom tegenwoordig iets gemakkelijker maken.

Jasmijn wijkt af van de algemene norm en ze voldoet niet aan de maatschappelijke verwachtingen. Ze praat niet, ze kan zich nauwelijks inleven in anderen, ze is motorisch onhandig en ze weet zich geen raad met de duizelingwekkende en onophoudelijke stroom van prikkels die op haar afkomen. Hierdoor sluit ze zich af voor de buitenwereld.

Toch weet de opgroeiende Jasmijn zich zonder veel hulp of begrip relatief goed te redden met haar beperkingen en er het beste van te maken. Dat Jasmijn de kracht heeft om haar eigen weg te gaan, heeft ze zeker ook te danken aan haar ouders, die haar accepteren zoals ze is en haar niet dwingen tot overmatig conformeren. Minstens zo ondersteunend voor Jasmijn is haar hond Senta, een trouwe, onafscheidelijke en onvoorwaardelijk metgezel. En hulphond ‘avant la lettre’.
Jasmijn is al heel jong een meester in onzichtbaar zijn. Deze onzichtbaarheid stelt haar in staat om situaties die ze niet aankan te ontvluchtten, zonder dat het iemand -noch haar ouders, noch haar leraren- opvalt. Een toevluchtsoord vindt ze in de rust van eindeloze wandelingen met haar hond Senta en in de stilte van de bibliotheek, waar ze zichzelf door het eindeloos lezen van boeken kennis eigen maakt, die op school voor haar ongrijpbaar blijft.

Tijdens haar puberteit wordt Jasmijn zich toenemend bewust van haar ‘anders zijn’. Ze realiseert zich dat er in haar hoofd een ‘normale Jasmijn’ gevangen zit die geen kans ziet zich te manifesteren, ook al zou ze dat dolgraag willen. Tot overmaat van ramp moet ze in die periode afscheid nemen van hond Senta. Door de dood van die grote steun en toeverlaat, verliest Jasmijn ineens al haar levenslust en lijkt doorleven haar niet langer zinvol. Als het haar steeds maar niet lukt om een bevredigende afscheidsbrief te schrijven, krijgt de tijd de kans om haar diepste pijn wat te verzachten. Een voorzichtig ontluikende oprechte vriendschap met klasgenoot Kirstin draagt hier op positieve wijze aan bij.
Hoewel Jasmijn lange tijd geen enkel idee heeft wat ze met haar leven wil, begint ze met hulp van vriendin Kirstin een haalbaar toekomstplan te ontwikkelen. Haar eerste baan blijkt hierbij wonderwel te passen en bied haar de kans om haar sociale vaardigheden te ontwikkelen, ook al gaat dit niet altijd van een leien dakje.

Doordat de vriendschap met Kirstin blijft bestaan ook als ze elkaar niet meer dagelijks zien, groeit het onderlinge vertrouwen en durft Jasmijn af en toe haar comfortzone te verlaten en te experimenteren met nieuwe ervaringen.

De beschrijving van Jasmijns jeugdjaren eindigt waar ze ook begon, in een lesauto. Ondanks ontelbare lessen, blijkt het halen van haar rijbewijs uiteindelijk een onmogelijke opgave.
“Overzicht, alles ging om overzicht. Maar daar ontbrak het mij nu juist aan. Het grote geheel bestond voor mij niet, alleen oneindig veel details die nergens een compleet plaatje werden.”

Uit angst dat haar toekomstdroom zonder rijbewijs in gevaar komt en in de hoop een oplossing of logische verklaring voor haar beperkingen te vinden, overweegt Jasmijn dan eindelijk voor het eerst, zij het schoorvoetend om zich te laten onderzoeken.

Als persoonlijk inkijk in de ‘afwijkende’ belevingswereld van een opgroeiende vrouw met het syndroom van Asperger is ‘Zondagskind’ zeker illustratief en lezenswaardig. Het eenvoudige taalgebruik en de vlotte schrijfstijl maken het boek bereikbaar voor een groot publiek, al kan het aantal pagina’s enigszins afschrikken.

“Alle mensen zijn uniek, ook mensen met autisme. Zo zijn er genoeg Aspies die zich wél in het verkeer kunnen handhaven, of die zich niet voortdurend moeten volproppen met eten omdat ze anders geen brandstof hebben om te functioneren. Er bestaan autisten die een gesprek langer dan een paar uur volhouden zonder in te storten, die ontspannen in de schoolbanken zitten en die het leven ook zonder ‘hulphond’ aan kunnen.
Maar dit is mijn verhaal.”

De onvoorwaardelijke liefde voor dieren van Jasmijn is ontroerend. De veelvuldige afwijzing en veroordeling van haar ‘anders zijn’, evenals de mate waarin zij aan de aandacht van leerkrachten weet te ontsnappen, zijn bijwijlen confronterend en stemmen tot nadenken en reflectie.

De literaire waarde van ‘Zondagskind’ kan worden betwist. Hoewel Jasmijn zich als personage duidelijk ontwikkelt, blijven de overige karakters tamelijk vlak. Zeker de ouders en vriendin Kirstin hadden iets meer uitgewerkt mogen worden. Dat de auteur/hoofdpersoon ‘Aspie’ is, maakt de vlakheid van de overige personages echter wel verklaarbaar.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Rinka