Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Wij zien de wereld niet zoals zij is, maar zoals wij zijn

Rinka 15 januari 2018
De roman ‘Hoe alles moest beginnen’ van Thomas Verbogt (Nijmegen, 1952), is het deels autobiografische verhaal van een geïdealiseerde kindervriendschap en de invloed daarvan op het verdere leven van de ik-verteller Thomas.

Thomas wantrouwt het leven sinds hij op driejarige leeftijd een levensbedreigende ziekte doormaakte. De angst om verlaten te worden, bezweert hij vanaf dat moment in een verzonnen leven.

Op zesjarige leeftijd leert Thomas zijn overbuurmeisjes Alicia of Licia, zoals ze verder genoemd wordt, kennen. Deze kennismaking vindt plaats niet lang na het overlijden van Licia’s moeder. Al snel lijken de twee onafscheidelijk en Thomas kan en wil zich een leven zonder Licia niet voorstellen. Licia heeft, zoals later zal blijken, zo haar eigen redenen om de realiteit te wantrouwen en zich terug te trekken in een eigen wereld.
“Wij lopen door onze wereld, Licia en ik. Die wereld is alleen van ons. Niemand kent die. We herhalen de woorden die we volwassenen horen zeggen, we doen hun gebaren na, hoe ze elkaar een hand geven en omhelzen, hoe hun lichamen bewegen als ze iets grappigs of heel zwaars vertellen. We doen de stemmen na die we op de radio horen. Van de wereld om ons heen maken we onze wereld.”
Aan deze geïdealiseerde kinderidylle komt na zes jaar een abrupt en voor Thomas totaal onvoorstelbaar einde. Licia verhuist met haar vader en diens nieuwe vrouw naar Italië. Thomas is uit het veld geslagen en zijn wereld stort in.
“Mijn woede is geen woede meer, maar wanhoop. En ook, maar dat besefte ik pas later, onzekerheid, onzeker van alles, nu ik het alleen moet doen, nu ik alleen moet doen wat ik zes jaar met Licia heb gedaan. Het leven lijkt onbeheersbaar, chaotisch, richtingloos.”

De volgende episode in de roman speelt zich af als Thomas eenentwintig is. Vol verwachting komt hij In Rome aan om Licia’s verjaardagsfeest mee te vieren.
“Een dichte mist van hitte – daaruit doemt ze op, nee daarin verschijnt ze, langzaam, alsof ze opnieuw haar entree in mijn leven wil maken, na een pauze van acht jaar, waarin we in golven ouder werden, ouder en anders, en uiteindelijk begonnen aan wat nog niet zo lang geleden later werd genoemd.”
Echter, zijn hoge verwachtingen slaan stuk op de realiteit.
“Ik wil vragen of ze vaak aan me denkt, of ze het niet erg vond dat het ons niet lukte brieven aan elkaar te schrijven, behalve een beetje toen ze pas weg was. Ik wil vragen of ze naar deze dag heeft uitgezien, misschien er naar verlangd heeft, maar ik moet ook dat soort vragen niet stellen, ik weet zeker dat ze vindt dat ik dat maar niet moet doen. … Ook al is ze dichtbij, ik zie dat ze van me wegloopt, alsof ik een herinnering ben waarover ze niet meer al te lang wil nadenken. Misschien zijn we toch in andere levens terechtgekomen. Ik dacht zeker te weten dat dat niet kon, maar het kan natuurlijk wel”.
Als Thomas terugkeert naar Nederland is hij vast van plan een leven zonder Licia op te bouwen.
“Er moet een nieuw verzonnen leven komen dat alleen van mij is, maar ik moet er eerst voor zorgen dat ik in een andere tijd verzeild raak en in een ander omgeving, een nieuwe ruimte om me heen”.

Wanneer Thomas bijna veertig is, hoort hij bij toeval Licia’s stem in een Duitse t.v.-documentaire. Zonder er lang over na te denken, besluit hij om haar te gaan opzoeken:
“… want alles, alles, alles kan anders, je moet alleen aan elke verandering beginnen, ook al kun je niet bedenken hoe die uitpakt.”
Opnieuw volgt een kortdurende en aanvankelijk wat ongemakkelijke ontmoeting, die vragen oproept waarop Licia een antwoord weigert.

In het laatste deel van de roman is Thomas drieënzestig en verrast Licia hem met haar aanwezigheid tijdens de begrafenis van zijn moeder. Als ze een aantal maanden later gezamenlijk een wandeling maken langs de plekken van hun jeugd, komen we eindelijk te weten welk trauma Licia al die jaren al met zich meedraagt. De cirkel wordt gesloten en Thomas kan nu eindelijk begrijpen waarom Licia ontspoort is.
“Heel veel kon me niets schelen, helemaal niets. Behalve jij. Jij was het enige. … Jij was mijn leven, maar toen ik vertrok, wist ik zeker dat het beter was. Ik had me toch niet kunnen overgeven aan een leven van jou en mij. … jij was veilig in je hoofd, ik kon dat niet, ik moest me op iets anders concentreren…”.

‘Hoe het moest beginnen’ is geschreven in een toegankelijk en beeldend Nederlands dat ogenschijnlijk vlot leest. De onopvallende verwijzingen naar het plot, de opgeroepen nostalgische atmosfeer en de talloze bespiegelingen vereisen echter een aandachtig en precies lezer.
Wie een chronologische gestructureerd, lineair verhaal verwacht, komt bedrogen uit. Ontrafelen van de opbouw van de roman vereist het nodige puzzelwerk, dat uiteindelijk zeker de moeite loont. Heden en verleden, fantasie en werkelijkheid schuren langs elkaar, met onvermijdelijke botsingen tot gevolg.
“Het is nooit te zeggen of een herinnering ons bedriegt, nee, een andere waarheid is dan wat we dé waarheid noemen, maar waarom zou die andere waarheid minder waar zijn?”
Het gaat in deze roman niet om grote, wereldschokkende gebeurtenissen, ook al schemeren ze in relatie tot Licia wel door. Het gaat veeleer om veelal melancholische bespiegelingen over het leven, het verstrijken van tijd, geluk, liefde, het geheugen, herinneringen en schuld.
Als ik-verteller is Thomas vaak een toeschouwer van zichzelf, waarbij hij wel steeds het ontwikkelingsniveau van een 63-jarige lijkt te hebben.
“Ik besefte dat zij mij aan het leven bond. Ik geloof dat ik dat toen niet dacht, omdat je zoiets niet denkt als je twaalf bent. Dat is niet iets wat in je opkomt.”
Jammer is dat de levensgeschiedenis van Licia wel erg summier belicht wordt. Echt storend is dat echter niet, omdat er voldoende wordt gesuggereerd om daar al lezende zelf een invulling aan te geven. De openhartige brief die Thomas aan zijn vader schrijft, is daarentegen net iets te expliciet en nadrukkelijk. De eerdere verwijzingen naar de moeizame relatie tussen Thomas en zijn vader, verliezen hiermee aan suggestieve kracht.

Al met al was dit een prikkelende en verrijkende eerste kennismaking met de auteur en Neerlandicus Thomas Verbogt, die in 1981 debuteerde met de verhalenbundel ‘De Feestavond’ en sindsdien columns, romans, toneelstukken en cabaretteksten publiceert.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Rinka

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.