Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Neem een huisdier

Ruud 23 september 2021
Ik ben niet objectief, maar goed wie is dat wel. Ik heb bijna mijn hele leven honden gehad. Mijn eerste hond was Astor, een cocker spaniel. Samen met mijn tweeling broer woonden we nog thuis. Mijn ouders vonden dat een hond in huis goed was voor onze ontwikkeling. Zij hebben ook Astor uitgekozen.
Mijn moeder hield eigelijk niet zo van honden. Ik denk dat ze er een beetje bang voor was. Zeker weten doe ik het niet. Ze was eigenlijk overal wel een beetje bang voor. Mijn vader daarentegen was een echte honden man, maar bijna nooit thuis. Mijn moeder zorgde voor Astor. Elke dag kookte ze hart en andijvie voor hem. Een keer in de week werd hij gewassen. Op de bank lag een kleedje. Dat was Astor's plek. Wij mochten eigenlijk alleen Astor uitlaten. Van vreemden moest Astor niets hebben. Mijn moeder had niet in de gaten, dat Astor haar beschermde.

Mijn tweede hond was Orpa. Een Groenendaeler. Ik woonde samen met mijn vriendin en 3 katten. Twee Abessijnse mannetjes katten en een Europees vrouwtje. Orpa was vanaf het begin dikke vriendjes met de Abessijnen. Als ik ergens ging zitten dan lag er een kat in mijn nek, de ander op mijn schoot en Orpa aan mijn voeten. In huis volgden ze me overal. Als we gingen wandelen dan gingen de katten mee. los natuurlijk. Orpa bleef altijd aan de voeten en de katten volgden via de tuinen tot aan het park.
Toen Orpa al oud was, nam ik van een alcoholist een kruising tussen een bouvier en een herder met de naam Zarka over. Zarka had in zijn eerste 8 maanden van zijn leven al 11 eigenaren gehad. Er zat geen greintje kwaad in hem, maar was in alles nog een pup. Orpa vond het geweldig. In haar tweede jeugd nam ze de opvoeding van Zarka op zich. Binnen een paar maanden konden ze allebei mee naar het werk. Ik had toen geen ongevaarlijk werk, maar met deze 2 honden aan mijn voeten hoefde ik me nergens zorgen over te maken.

Onze vierde hond was de keuze van onze zoon. Een Jack Russell van 6 weken met de naam Flip. De naam is niet toevallig. Wat een terriƫr. Nee was ja. Het eerste jaar was een strijd. Regelmatig flipte ik op die hond. Toen hij eindelijk accepteerde dat ik de baas was in de roedel, kon ik lezen en schrijven met hem. Tuurlijk bleef het een mannetjes putter en wou hij het liefst de mannetjes honden in het park op hun plek zetten. Slechts een enkele keer kon ik hem daar niet van weerhouden. Dan vloog hij een hond vijf keer zo groot als hem zelf aan. In tegenstelling tot Orpa en Zarka moest ik bij Flip af en toe achter uit mijn strot hem tot de orde roepen.
Thuis lag Flip bij voorkeur tegen je aan of op je schoot. Zijn korte witte haartjes zaten werkelijk overal op of in. Als ik thuis kwam van mijn werk deed ik eerst boven mijn pak uit. Flip stond dan al die tijd al achter de deur in de start blokken om me te bespringen.

Toen Flip 15 jaar was, namen we er een jonge Vizsla bij. De eerste paar maanden ging het goed tussen die twee. Maar al snel was Rome (zo heette de Vizsla) groter en sterker dan Flip. We zagen Flip van frustratie en jaloezie veranderen in een oude mopperkont. Rome vond het gelukkig niet erg dat we Flip veel aandacht gaven, maar voor Flip zelf was het nooit genoeg.

Flip ligt in de tuin begraven en Rome was inmiddels 4 jaar toen we emigreerden. In zijn nieuwe thuisland kon onze jachthond zijn lol op. Het stikt van de varanen, slangen, los lopende kippen, varkens, katten en honden. Het moeilijkste was nog Rome weg te houden van loopse vrouwtjes.
Rome was erg aanhankelijk, vond het heerlijk om geknuffeld te worden en te knuffelen. Hij kon absoluut niet tegen ruzie. En als er vreemden op het terrein kwamen, wist je meteen door de reactie van Rome wat van vlees je in de kuip had. Negen van de tien keer liep hij kwispelend op de vreemde af, maar een enkel keertje bleef hij op afstand en trok zijn lippen op.
Op 7 jarige leeftijd ging Rome dood als gevolg van een bloed parasiet. Opgelopen door een teek. Nu twee jaar later zijn we er nog steeds stuk van.

Onze nieuwe hond Chubby is een straathond. Erg op zich zelf en heel blij als je weer thuis bent. Waarna ze snel weer over gaat tot de orde van de dag. Dat is bij haar slapen in de buurt van waar ik ben.
Bij elke vreemde blaft ze doorlopend en blijft ze op afstand. Ze is gewoon bang. Eerst kon zelfs ik haar dan niet benaderen. Inmiddels is zo ver, dat als ik al aaiend haar gerust heb gesteld, ze rustig op afstand blijft toekijken.

Of dit onze laatste hond is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik tot aan mijn dood een hond wil hebben. Misschien moet je wel een honden liefhebber zijn, om te voelen wat Japin bedoeld. Het is geen kinderboek, maar een kort verhaal over de betekenis van liefde tussen mens en dier..

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Ruud