Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ontzagwekkend

ruudnicolai 20 oktober 2021
Een ontzagwekkend en uitermate belangrijk boek. Vijf jaar doortastend monnikenwerk over honderd jaar onafhankelijkheidsstreven van Indonesië. Met zó veel feiten en feitjes, dat je je afvraagt: hoe hééft hij het weten te achterhalen. Eénvijfde van het boek bestaat uit een intro, een epiloog en een dankwoord en meer dan honderd bladzijden wetenschappelijk toebehoren, te weten een bibliografisch essay, een bibliografie, elk 30 bladzijden, 122 noten met bronvermeldingen, en een register. Een summa cum laude promotie waard.
En toch leest het boek als een boeiende roman. Van Reybrouck is niet alleen een onverzadigbaar speurder en een gedreven denker, maar ook een uitstekend schrijver. En de honderd interviews met vaak honderdjarigen die de ontwikkelingen nog hebben meegemaakt, soms zelfs als gangmaker en leider, dragen in hoge mate bij aan de leesbaarheid. Die persoonlijke inkleuringen brengen de stroom aan feiten tot leven.
De geschiedenis begint bij ontluikende Indonesische vrijheidsverlangens en de stromingen en structuren waarin die kristalliseren, voert ons verder via de eerste opstanden en de onderdrukking daarvan door het Nederlands Gezag, gevolgd door de komst rond '40 van de Japanners, hun charme-offensief en hun latere 'inlijving', gepaard gaande met harde repressie, en hun oorlogsmisdaden wanneer ze in '45 moeten vertrekken. Daarna de feitelijke vrijheidsstrijd, onze Politionele Acties en ten slotte de
wereldwijde betekenis van de uiteindelijk herwonnen onafhankelijkheid van Indonesië.
Er zijn bladzijden waarin mij nog een gevoel van trots bekroop, bijvoorbeeld wanneer van Reybrouck memoreert dat 'Ons Nederlands Indië' een van de grootste landen op deze aardbol is, qua geografische omvang en inwonertal. Dat wij dus als klein landje dat enorme land als kolonie hebben weten te verwerven.
Maar er zijn héél veel meer bladzijden waar mij nu, als negentigjarige, het schaamrood op de wangen komt, als hij uit de doeken doet hoe wij als Nederlanders met de Indische bevolking zijn omgegaan, op kleine schaal in gezinnen van 'onze Indiëgangers' en, beschamender, in bestuurlijk opzicht. Hoe wij de blik vooral richtten op geldelijk gewin. Hoe wij alle landbouwproducten en grondstoffen opkochten tegen de laagste prijzen, zonder ons te bekommeren om het levenspeil van de inheemse bevolking - op een enkele periode na.
En dat schaamrood verhevigt zich als ik ontdek hoe blind wij hebben kunnen zijn voor de tijdgeest en voor de ontwikkelingen die zich in de wereld - èn in Indonesië - aan het voltrekken waren en hoe wij daartegen zijn opgetreden. Want zoals ik nu lees, was er al in het begin van de twintigste eeuw een streven naar onafhankelijkheid in Indonesië. Aanvankelijk op een verstandige, weloverwogen manier, gericht op meer zelfbeschikking en zelfbestuur. Pas langzaamaan uitgroeiend tot expliciete onafhankelijkheidswensen. Onze lokale bestuurders en onze regeringen hebben dat eerst gebagatelliseerd, maar later hebben ze met zeer harde hand geprobeerd het de kop in te drukken.
Gelukkig hebben er ook wijze voormannen bestaan. Zoals de gewetensvolle Schermerhorn die het vertrouwen wist te winnen en een onafhankelijkheidsakkoord tot stand bracht. Maar door de 'van niets wetende' machtsdenkers in het vigerend kabinet Beel werd dat subiet onaanvaardbaar verklaard.
Het schaamrood wordt echter bijna onverdraagbaar als van Reybrouck de eindeloze gruwelijkheden en zinloze moordpartijen beschrijft die er na 1945 tijdens onze Politionele Acties zijn voorgevallen. Natuurlijk komen in oorlogen altijd en overal zulke vreselijkheden voor en zijn ze misschien zelfs begrijpelijk als je je beseft onder wat voor onmenselijke psychische druk soldaten staan tijdens gevechtshandelingen. Maar als 'mijn land' zo opereert raakt je dat wel héél heftig. Overigens vermeldt van Reybrouck even omstandig de gruwelijkheden die de Japanners in '45 begingen jegens de Indonesiërs, en wat de Indonesiers zelf begingen tegen Japanners, Nederlanders en zelfs ook tegen eigen landgenoten.
Van vooringenomenheid kan van Reybrouck allerminst worden beticht. Ik ervaar juist in alles de maximale objectiviteit van de verantwoordelijke wetenschapper.
Behalve al die confronterende zaken beschrijft hij ook heel veel dingen die bij mij en in mijn omgeving nooit bekend zijn geweest. Van het onafhankelijkheidsakkoord dat Schermerhorn wist te bereiken, tot een bijna geslaagde poging in ons brave Nederland om met een coup de regering ten val te brengen, waar zelfs Koningin Wilhelmina zich niet tegen uitsprak. En zo heel veel meer.
Tenslotte laat hij zien hoe Indonesië, door zich als eerste van het koloniale juk te bevrijden, de aanjager is geweest voor alle andere gekolonialiseerde landen om hun voorbeeld te volgen. De spraakmakende 'Bandoengconferentie', waar Soekarno alle niet-Westerse landen om zich heen verzamelde, en daarom door het Westen niet ten onrechte met grote ongerustheid werd gevolgd, was daarbij een ijkpunt.
Al met al een hoogst memorabel, alomvattend boek over Indonesië dat elke Nederlander zou moeten lezen.
> Crailo, mei 2021

Reageer op deze recensie

Meer recensies van ruudnicolai