Twee vrienden proberen een winkeltje te redden van de ondergang

Britt en Boris zijn goede vrienden. Maar niet meer dan dat, zeker weten!
Als Onno, de vriendelijke winkeleigenaar van een kunstwinkeltje, in het ziekenhuis belandt en daardoor zijn zaakje dreigt te verliezen, besluiten ze hem te helpen.
In dit boek lezen we hoe Britt en Boris hun ouders, klasgenoten, andere kunstenaars en zelfs de burgemeester inschakelen. Ze worden flink tegengewerkt door een weinig geliefd persoon die er baat bij heeft dat het zaakje moet sluiten.
In het verhaal maken we kennis met een combinatie van ideeën en hun uitwerking die vaak niet werkbaar blijken als ze in de praktijk getest worden. De wet op de kinderarbeid, oneerlijke concurrentie, vergunning voor terras om er maar enkele te noemen.
Het verhaal wordt wel door een erg rose bril bekeken. De kinderen hebben lef en het valt hen allemaal wel mee, iedereen wil kosteloos helpen of bijdragen. De schrijver heeft wel enkele problemen aangehaald maar toch blijft het erg optimistisch.
Het begint met het stelen va nde fiets van Britt, en op het einde zit de lezer nog altijd met de vraag wie de dief is.
Het boek is gezet in een groot lettertype en gedrukt op dik papier.
De hoofdstukjes zijn kort en staat vol met de soms paginagrote tekeningen van Frodo De Decker. Deze ondersteunen het verhaal en zijn goed herkenbaar.
Het is een spannend verhaal voor kinderen van deze tijd met websites en mobiele telefoons.
Het allerlaatste deel, na de eigenlijke ontknoping is een stappenplan om zelf een zaak op te zetten. Uiteraard is de doelgroep, 8-jarigen, daar te jong voor. Het is dan ook niet de bedoeling om een bedrijf of te starten maar wel om geld te verdienen, bijvoorbeeld in klasverband. Lovenswaardig, met stappenplan maar toch ook wel nogal naïef. Al is het natuurlijk ook op die leeftijd al belangrijk om de waarde van het geld te leren kennen en om er bovendien verstandig mee om te gaan.