Lezersrecensie
Octaviteit als human condition (Jeroen Brouwers, Bezonken Rood)
Het centrale idee van Bezonken Rood is dat niets bestaat dat niet iets anders aanraakt. In eerste instantie heeft de schrijver het dan over de wind die neerstrijkt en alles in beweging zet dat door hem is aangeraakt. Maar in de loop van het boek blijkt dat iets breder te moeten worden opgevat, variërend van zijn kampervaring als kind in Indonesië, de dood van zijn moeder en een spelprogramma op de televisie als ‘iets’ dat iets anders aanraakt. Ook het boek zelf heeft de bedoeling beweging te veroorzaken in het bewustzijn en on-bewustzijn van de lezer.
Ik ben geneigd deze gedachte ecologisch te begrijpen als beroep van de dingen op responsief gedrag. Het interessante van Brouwers versie is dat het aanleiding geeft na te denken bij de specifieke aard van menselijk responsief gedrag. In het geval van een prooi en predator doet de prooi een beroep van het jachtgedrag van de predator en doet de predator een beroep op het vluchtgedrag van de prooi, maar is het repertoire van gedragingen natuurlijk in de zin dat de prooi nooit on-prooiachtig gedrag zal vertonen, zoals de predator nooit on-predatorachtig gedrag zal vertonen. In tegenstelling tot de prooi en predator die weliswaar aangeraakt worden maar nooit on-dierlijk gedrag zullen vertonen in reactie daarop, kan de mens op zo’n manier worden aangeraakt dat hij wel on-menselijk gedrag vertoont. We vinden de manier waarop de Jappen gevangenen behandelden bijvoorbeeld onmenselijk, en dit boek illustreert die onmenselijkheid of een vurige toon. Op een gekke manier is het dus zo dat alles dat bestaat een beroep op responsief gedrag doet, maar dat dit gedrag in het geval van de mens varieert van menselijk tot onmenselijk gedrag. Brouwers noemt dat octaviteit. De octaviteit van zijn moeder bestaat er bijvoorbeeld in dat zij na het kamp dezelfde en niet meer dezelfde maar anders is, van menselijk naar onmenselijk verschoven is en als zodanig een ander beroep op hem doet. Als alleen de mens tot een dergelijke variatie van responsief gedrag in staat is, dan zou octaviteit de human condition bij uitstek kunnen zijn. (meer blogs over filosofie en literatuur: https://vincentblok.wordpress.com/)
Ik ben geneigd deze gedachte ecologisch te begrijpen als beroep van de dingen op responsief gedrag. Het interessante van Brouwers versie is dat het aanleiding geeft na te denken bij de specifieke aard van menselijk responsief gedrag. In het geval van een prooi en predator doet de prooi een beroep van het jachtgedrag van de predator en doet de predator een beroep op het vluchtgedrag van de prooi, maar is het repertoire van gedragingen natuurlijk in de zin dat de prooi nooit on-prooiachtig gedrag zal vertonen, zoals de predator nooit on-predatorachtig gedrag zal vertonen. In tegenstelling tot de prooi en predator die weliswaar aangeraakt worden maar nooit on-dierlijk gedrag zullen vertonen in reactie daarop, kan de mens op zo’n manier worden aangeraakt dat hij wel on-menselijk gedrag vertoont. We vinden de manier waarop de Jappen gevangenen behandelden bijvoorbeeld onmenselijk, en dit boek illustreert die onmenselijkheid of een vurige toon. Op een gekke manier is het dus zo dat alles dat bestaat een beroep op responsief gedrag doet, maar dat dit gedrag in het geval van de mens varieert van menselijk tot onmenselijk gedrag. Brouwers noemt dat octaviteit. De octaviteit van zijn moeder bestaat er bijvoorbeeld in dat zij na het kamp dezelfde en niet meer dezelfde maar anders is, van menselijk naar onmenselijk verschoven is en als zodanig een ander beroep op hem doet. Als alleen de mens tot een dergelijke variatie van responsief gedrag in staat is, dan zou octaviteit de human condition bij uitstek kunnen zijn. (meer blogs over filosofie en literatuur: https://vincentblok.wordpress.com/)
2
Reageer op deze recensie